Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Bij een minnares in de biechtstoel (6)

Ik bezit twee zwart-wit-foto's, waar jij opstaat.
Je glimlach is mij dierbaarder, dan de glimlach van de heilige Maagd. Ik voerde een toneelstuk op, samen met twee medebroeders en om een of andere reden mocht jij dat ook aanschouwen. Ik schat onze afstand op twee meter, twee pijnlijke meters.
Wat had ik graag tussen je benen gedoken, precies op die brandende plek, waar jij je handen ter ruste had gelegd. Ik speelde weer een of andere oude gek en je zal niets vermoed hebben, maar het had weinig gescheeld of ik had je keurige blouse aan flarden gescheurd. O, je spannende en provocerende decolleté! Ik had een van je aandoenlijke tepels in mijn hunkerende mond gestoken en niet meer losgelaten, hoe de monniken ook vol verachting aan mijn habijt zouden trekken. Op de zolder van het klooster zou ik dan door hen gegeseld worden en bloedend en krijsend zouden ze me daarna de keel doorsnijden om me vervolgens in ongewijde grond te dumpen, zonder kenteken, zonder pardon.
In mijn erotische dromen ging het natuurlijk heel wat prettiger, dan verdween iedere omstander, dan waren wij samen, vol gepassioneerde overgave. Zie je nu dat ik een doldwaze schurk ben, nog erger dan François Villon of die jongeman uit 'De naam van de roos', die het met dat loopse grietje deed, ergens in een schuur. Ik verlangde niet anders.
Ik heb eerlijk gezegd nergens zo gespannen van geilheid gestaan als in dat sobere kutklooster, dat machtige bolwerk met hier en daar een vergeestelijkte zwartrok op jacht naar meer en meer geestelijk voedsel. Hoe langer ik er verbleef, hoe meer ik te zien kreeg en het is handig voor je om te weten dat ik een uil met haviksogen was. Ik had een grote fout gemaakt om te denken dat monniken alle kwaliteiten van engelen personifieerden. Ook al droegen ze een ordegewaad, ze bleven van top tot teen mens.
Na een plotselinge uitval van een dikke timmerman-monnik (hij nipte stiekem van naar binnen gesmokkelde cognac) vloog ik overstuur naar buiten, ik heb toen lang geweend onder een spar. Verwond door desillusie. Het was mijn eigen schuld, dat ik met ideaalbeelden rondliep, dat kon ik niemand kwalijk nemen, ik was nu eenmaal een idealist, een romanticus.
Ooit zag ik diezelfde timmerman met weer een fles cognac van de heilige Joseph langs de muren schuifelen. Een cadeau van zijn broer, zei hij. Nou, dacht ik, dat lijkt me ook wel wat! O, kijk, zo ging dat dus, wat er aan de voorkant niet binnenkwam, sijpelde er aan de achterkant wel in.

Vergeet niet dat ik voor mijn kloostertijd ruimschoots van de alcoholische geneugten had geproefd, tenminste dat dacht ik, in feite viel het mee. Die broeder heeft wel het hele koorgestoelte in elkaar getimmerd, toch een nuchtere, respectvolle klus!
Ik was, vooral gezien mijn budget, nogal aan de notenwijn. Ik heb van nature een hardnekkige verslavingstendens, dus het zien van die fles onbereikbare godendrank maakte het jachtinstinct in mij los. Ik zocht ook de vergetelheid en als de poëzie en de romans niet meer werkten, dan waren er altijd nog de roesmiddelen. Ik had een tomeloze energie en hoe ik mijzelf ook herhaaldelijk aftrok, terwijl ik meestal dacht aan jou, op den duur komt er een grauwheid te voorschijn, die om sterkere middelen vraagt. Ik vond mijn weg, maar voor mijn ziel was het al te laat.
Samen met een Noorse medepostulant ging ik een week naar Loppem om deel te nemen aan een gevarieerde retraite voor jonge broeders én zusters. Tijdens de reis droegen we een ouderwetse reiscape, ik voelde me net een figuur uit een boek van Dickens. Mijn medebroeder had veel last van de kou. 'Zou hij wel een Noor zijn?', vroeg ik mezelf af. Het reusachtige klooster, ergens buiten Brugge, bracht me acuut in een waanwereld, het leek sprekend op het betoverende landgoed 'Brideshead' uit een roman van Evelyn Waugh. De romanfiguur Sebastian kwam wederom in mij tot leven, mijn melodramatische instelling ook, want ik dacht echt dat ik hier mijn zwanezang ging beleven, het requiem van Mozart en de kwellingen die hij ondervond. Ik kende Mozart ook van een film, die ik bij wijze van uitzondering samen met een ingetogen pater heb gezien. Dat was in Egmond aan Zee, in dezelfde bioscoop, waar ik ook Rambo en later nog eens een harde pornofilm heb gezien. En 's ochtends zat ik dan weer met een verstrakt gelaat de psalmen van David te zingen, kun je voorstellen hoe ongerijmd dit was? Hoewel, Bathseba heette ze toch? Hoe hoogst gespleten? Tja, onze lesbische zuster had de hymnen van koning David prachtig meeslepend en om te zingen gemaakt. Een zin als 'zij uw grootheid ook mij op de lippen' werd door mij al gauw erotisch vertaald, want 'lippen' werden in mijn verbeeldingskracht 'de schaamlippen van Ida Gerhardt' of, en dat snap je wel, jouw begerenswaardige schaamlippen, die nooit en nergens uit mijn hoofd verdwenen, ook niet in dat sinistere Loppem. Ik had een hele kamer voor mijzelf, er stonden zelfs twee bedden, dus je had er best bij gekund. 's Avonds zat ik in de vensterbank met het verzameld proza van Jotie T'Hooft, wat op afstand net een bijbeltje leek. De tafelbier en de kaasjes liet ik mij goed smaken. Ik had wat francs gekregen voor eventuele souvenirs, maar er bleef genoeg over om uit de keuken biertjes mee te smokkelen naar boven. Ik kon vanzelfsprekend niet aldoor het volle pond geven, wat ze voor zo'n rakker vroegen. Ik vond het al beroerd dat ze er iets voor vroegen. Terwijl ik tegen de nacht langzamerhand wat dronken werd, zag ik vanuit mijn vensterbank de jonge kostschoolmeisjes. Zij werden een voor een opgehaald door hun ouders, in dure karren, dat zag ik wel, maar ik lette meer op de strakke netkousen en de sappige billen in de meest parmantige mantelrokjes.

Schrijver: Joanan Rutgers, 15 januari 2010


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

2.7 met 3 stemmen 2.007



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)