Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

OUDE MENSEN

Sinds twee jaar woon ik nu in Frankrijk. Er gebeurt niet zo veel in een klein dorpje op het Franse platte land. Juist daardoor kunnen alledaagse gebeurtenissen aan waarde winnen.
Over dit soort zaken bericht ik maandelijks aan vrienden en kennissen in Nederland.
-------------------
Het valt me telkens weer op dat mensen hier in het dorp zo veel wandelen. Vaak spreken ze met elkaar af en maken ’s middags lange wandelingen. Op een leeftijd waar mensen in Nederland al lang achter de geraniums zitten, kom je ze hier vaak nog kilometers van hun huis verwijderd in het veld of in de bossen tegen.
Neem nou bijvoorbeeld Madame Duval, een buurvrouw bij ons in de straat. Inmiddels is ze overleden, maar toen ze al ver in de negentig was, maakte ze nog elke dag haar wandeling. Op het laatst kon ze niet zo goed meer zien, en kon ze met behulp van haar stok alleen nog maar voetje voor voetje lopen. Maar elke dag verliet ze haar huis voor haar dagelijkse wandeling.
Hoewel het door haar beperkte gezichtsvermogen niet altijd makkelijk moet zijn geweest, en ze wel eens buiten de lijntjes ging, ging ze nooit de deur uit zonder zich eerst op te maken.
Toen ze op een dag weer eens voetje voor voetje ons huis passeerde en ik haar complimenteerde met haar doorzettingsvermogen, vertelde ze, dat ze als het hard waaide ze toch maar niet meer naar buiten ging, omdat ze bang was dat ze dan om zou waaien.
Aangemoedigd door deze dappere mensen, en natuurlijk vooral door het feit dat ze zo’n hoge leeftijd hebben bereikt, heb ik besloten om dagelijks ook maar eens een flink eind te gaan lopen.
Toen ik van de week na een lange wandeling langs het kanaal weer bij het dorp terug kwam, hoorde ik op de steile helling achter een van de huizen wat geritsel in de struiken. Toen ik wat beter keek, zag ik dat daar een oude man lag die verwoede pogingen deed om tegen de helling omhoog te klimmen. Kennelijk was hij gevallen en probeerde hij uit alle macht weer overeind te komen. Met zijn hand hield hij een stuk touw vast dat boven aan een hek bevestigd was. en met zijn benen probeerde hij tevergeefs houvast te vinden op de steile helling. Hoewel hij mijn vraag of het wel ging, bevestigend beantwoordde, zag ik al gauw dat het hem alleen nooit zou lukken. Na een paar mislukte pogingen, waarbij ik telkens weer op de gladde helling uitgleed, kon ik eindelijk bij hem in de buurt komen.
Met veel moeite kon ik zijn rechterbeen omhoog brengen, zodat hij houvast kreeg achter een boomstronkje en zichzelf een paar centimeter omhoog kon duwen.
Toen ik dat ook met zijn linker been probeerde, vond ik dat hij maar weinig meewerkte, en ik probeerde daarom zijn knie te buigen, zodat ik ook zijn andere voet achter een tak zou kunnen zetten.
Gelukkig had ik zelf inmiddels wat houvast gevonden in de vorm van een vermolmd paaltje, waardoor ik wat meer kracht kon zetten. Door met mijn vrije hand tegen zijn schoen te duwen, konden we met veel moeite weer een halve meter winst maken, die al snel weer teniet werd gedaan, omdat het paaltje waar ik me aan vast hield met een droge tik afknapte. Zelf gleed ik weer een meter naar beneden. De man bleef gelukkig hangen, omdat hij zijn rechtervoet achter een boomstronk had. Bovendien hield hij met één hand nog steeds het touw omklemd. Omdat ik zag dat het bloed inmiddels uit zijn ontvelde hand stroomde, begreep ik wel dat er gauw iets moest gebeuren. Er was niemand in de buurt, en ik kon hem niet in de steek laten om hulp te halen, dus ik moest het echt zelf proberen op te lossen.
Toen ik met veel moeite weer op gelijke hoogte met de voeten van de man was, besloot ik mijn knieën telkens iets hoger stevig in de grond te duwen. Op die manier kon hij mijn knieën als opstapje gebruiken en daardoor telkens iets hoger komen.
Hoe lang het alles bij elkaar geduurd heeft weet ik niet, maar het leek wel uren.
Toen we allebei uitgeput en nog nahijgend eindelijk boven stonden, vertelde hij dat hij de braamstruiken op de helling weg had willen knippen en daarbij gevallen was. Omdat na een ernstig ongeluk zijn linker been was vast gezet, zodat hij het niet meer buigen kon, was het moeilijk om daarna nog overeind te komen. Nu begreep ik ook waarom het me maar niet wilde lukken zijn knie te buigen, en was ik achteraf wel blij dat ik niet nóg meer mijn best gedaan had om dat voor elkaar te krijgen. Bovendien was hij praktisch blind, zodat hij niet kon zien waar hij zich vast moest pakken. Toen ik vroeg hoe oud hij eigenlijk was, bleek hij de negentig al gepasseerd te zijn Op mijn vraag of het wel verstandig was om dan nog op zo’n steile helling te gaan werken, antwoordde hij dat die dingen nu eenmaal moesten gebeuren.
Of ik nog even binnen wilde komen, want hij wilde me wel graag bedanken. Hij was namelijk mandenmaker geweest en dan kon hij me als dank een mand geven. Nou, dat kwam wel heel goed uit, want de mand waarin ik altijd het hout voor de kachel haalde, had het net begeven, en ik was hard aan een nieuwe toe. We kwamen door een schuur waar de prachtigste manden stonden opgestapeld. Maar daar moesten we niet zijn, volgens hem, want binnen had hij echt iets bijzonders. In de huiskamer aangekomen, maakte hij een dressoir open waaruit hij een piepklein mandje te voorschijn toverde, nét geschikt om er een paar paaseitjes in te doen.
Natuurlijk heb ik het geschenk onder veel dankbetuigingen aanvaard. In ieder geval is het een mooie herinnering aan een geslaagde reddingsactie.

Schrijver: frans brugman, 17 januari 2010


Geplaatst in de categorie: woonoord

4.0 met 1 stemmen 230



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)