Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

de blauwe steen

‘Doe niet zo flauw en geef mijn fiets terug!’
Romy rende achter een jongen aan die een rode fiets in zijn bruine hand had.
‘Je krijgt hem morgen terug, je dacht toch niet dat ik ging lopen naar huis?’
De jongen met dreadlocks sprong op de fiets en reed zonder om te kijken de straat uit.
Somber keek Romy toe hoe hij de hoek om reed. Met een diepe zucht slofte ze in de richting van het bos. Zo ging het nu altijd, Simon pestte haar en zij moest lopend naar huis.
Nou ja, veel kon ze niet doen, naar de mentor stappen vond ze schijterig, dan leek je net zo’n watje die niks zelf op kon lossen. Naar papa gaan was niet zo’n goed idee, hij maakte zich veel te veel zorgen over zijn werk en zat de hele dag achter de computer. En naar mama gaan, dat kon niet eens, want die was een paar jaar geleden omgekomen bij een auto-ongeluk.
Het was warm buiten, gelukkig maakte de takken een paar schaduwen en daaronder was het lekker koel. Ineens was daar een geluid. Het klonk als het geruis van de bomen, maar het was harder.
‘TSK,TSK!’
Daar in de bosjes bewoog iets. Romy stond stil en keek naar de schaduw die steeds dichterbij kwam. Opeens was daar een lichtflits. Het boorde als een meteoriet de grond in en ineens werd alles zwart. Romy deed haar ogen open, het was donker en koud, toch was ze nog in het bos.
Naast haar lag een kleine steen. Een blauwe ronde steen, waar een paar witte dampen vanaf kwamen. Romy’s hoofd bonkte en op haar arm zat een bloedrode, diepe wond. Toen ze probeerde overeind te komen werd haar hoofdpijn sterker en sterker. Ze greep naar haar hoofd. Er was een pijn die als een bliksemflits door haar hersenen schoot.
Ze keek om zich heen en besefte dat ze naar een man keek. De man stond naast haar en zijn bruine ogen schoten bezorgd naar haar hoofd. Het was de boswachter.
‘Godzijdank, je bent wakker.’
Terwijl ze niet wist wat er gebeurde griste ze de steen weg uit het zicht van de boswachter en stopte hem in haar zak. De steen was gloeiend heet, en het voelde alsof hij dwars door het T-shirt van Romy heen brandde.
‘Wat was er gebeurd?’
Boswachter Willem hielp haar overeind.
‘Oh, dat, ja ehh… ik ben zo dom, gestruikeld over een steen, ik bedoel tak, ja, gestruikeld over een tak.’
Willem knikte langzaam en keek Romy onderzoekend aan.
‘Heb je pijn?’
‘Nee hoor.’
‘Wat lag daar dan op de grond?’
Jemig, wat stelde die man veel vragen!
‘O dat, ehh, dat was een walnoot, ik houd heel erg van walnoten.’
‘Oké, maar je moeder zal wel ongerust zijn, het is al 10 uur, je kunt beter naar huis gaan.’
Ik heb geeneens een moeder, dacht Romy boos.
Ze liep naar de het einde van het wandelpad en keek achterom, de boswachter was verdwenen.
Toen ze de aanwezigheid van de steen voelde, begon haar hoofd meteen weer met bonken.
Ze haalde hem uit haar zak en bekeek hem eens goed.
De steen blonk als een juweel en hij was hemelsblauw.
Snel stopte Romy hem terug in haar zak en strompelde naar huis.
In het licht van een lantaarnpaal zag Romy dat er een man naar haar toe kwam rennen.
Toen de man dichterbij kwam zag Romy dat het papa Edward was.
Hij was bezweet en trok een bezorgd gezicht.
‘Romy, waar was je, de politie en de brandweer zijn naar je op zoek, en de buurvrouw en ik hebben de hele stad naar je afgezocht, daarbij komt dat het allang bedtijd is en ik erg bezorgd over je was.’
Romy haalde haar schouders op en liep langs haar vader heen.
‘Daar kom je lekker laat mee, ik lag daar al wel 6 uur in het bos en boswachter Willem die…’
‘Wat? Hoezo lag je in het bos? Waar is je fiets, en wat heb je met je hoofd gedaan?’
‘Wat is er met mijn hoofd?’
Vroeg Romy terwijl ze naar haar voorhoofd reikte.
Ze besloot niet op de andere vragen in te gaan en haar vader niets te vertellen over de steen.
Haar vader liep langs haar en hij keek haar doordringend aan,
‘Wat heb je gedaan en wat is er gebeurd?’
Romy wendde haar blik af en hield haar mond stijf dicht.
Terwijl ze het grindpad van hun huis opliepen gaf papa Edward haar dochter een lange preek.
‘-dus je fiets is weer gestolen door die stomme Timon.’
Zei haar vader knarsetandend terwijl hij de sleutel in het slot stak.
‘Simon pa, het is Simon. En Simon heeft mijn fiets niet gestolen, ik…-’
Romy beet op haar lip,
‘-heb hem per ongeluk op school laten staan.’

Schrijver: Merel Kuitert, 20 januari 2010


Geplaatst in de categorie: kinderen

4.6 met 12 stemmen 190



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)