Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Bij een minnares in de biechtstoel (7)

Zowel de moeders als de beweeglijke dochters werden door nauwlettend gevolgd. Voor hen was ik een dronken monnik, die hen geil zat aan te staren en misschien droomden ze wel van het stijve pikkie onder mijn schijnheilige outfit.
In ieder geval droomde ik wel van de achtergebleven schoolmeisjes en dat we samen naakt door de gangen renden. Nee, die kloosterzusters daar kwamen niet in mijn fantasieën voor. Tijdens een soort afscheidsfeest kwam een van de leiders zeggen, dat er helaas geen biertjes meer waren, want de privé-consumptie was overschreden. Ik geloof dat ik mijn meest onschuldige gezicht te voorschijn heb getoverd.
'Dat is teleurstellend hé, want het bier kunnen ze wel maken hé, onze beminde broeders!', zal ik tegen een Norbertijnse buurbroeder gemompeld hebben. Ik heb de delegatie Trappisten toen bewust maar wat gemeden. De bisschop van Antwerpen bracht mijn medebroeder en mij per auto naar het antieke station. Hij had eens moeten weten wat voor een vermomde deugniet er achter zijn rug zat. Ik zweeg in alle toonaarden en innerlijk had ik de grootst mogelijke lol.
Gelukkig, ik ging terug naar jou, dat wil zeggen, de kans om jou te zien was er weer. De hemel juichte. Ik kan je niet alles vertellen, dat weet je, het meeste komt in vlagen op mij af en mijn ratio is op veel plaatsen afgebrokkeld, opgelost. Heb medelijden met zo'n arm schaap als mij, ik lijd onder de meest bizarre en gestoorde angsten. Het sterven van mijn tuinbaas heb ik moeilijk kunnen verwerken, de dood op zich werd mijn persoonlijke strijddoel. Ik zou er wel eens zorgen dat de dood zijn kracht ging verliezen. Nooit eerder had ik de doodsriten en de begrafenis van een mens zo intens van nabij meegemaakt en innerlijk rilde ik van al die macabere beelden, die in mijn hoofd bleven vastzitten, uitvergroot, vervormd.
Ik heb geen zeef in mijn bovenkamer, dus blijven alle schrikbeelden mij voortdurend aanstaren, ik zit volgepropt met onverteerbare van, over en wat er om mensen heenhangt.

Als ik te lang kijk, krijg ik beelden over hun vorige levens door, karmische vraagstukken waar ik absoluut geen raad mee weet. Ik raakte overstelpt door beelden, die mij meevoeren naar levensgevaarlijke dimensies. Dit waren geen geestelijke avonturen meer, maar zoiets als jezelf moedwillig in een kuil met speren werpen. Hier ergens vervloeide mijn obsessie voor de dood naar de zuigkracht van de dood zelf. Er is een griezelig moment waarop de dood zich niet meer laat observeren als een doodskopvlinder onder een microscoop, op dat moment trekt de dood jou aan, inplaats van andersom. Het verborgen spiritisme onder de katholieke rokken is niet geheel ongevaarlijk. De riten van het roomse rijk zijn in wezen afgeleid van primitieve seances en dus behoorlijk link voor goedgelovige zielen zoals ik. In feite is het omgaan met de doden zeer af te raden voor mensen, die niet goed in hun lichaam zitten, die niet voldoende zijn ingedaald, die nog met de menswording moeten beginnen, de typisch zwaarste gevallen met een borderline-persoonlijkheidsstoornis.

De geestelijkheid is niet weggelegd voor zwevende zielen. Ach, mijn lieve Batseba, mijn charmante Rachab, ja jij, ik ken je, ik heb je eerder bemind, weet je nog, Rachab, toen in Jericho! Jij was die vrouw met het rode koord... een hoer, maar bovenal een heilige, een randfiguur, dat is zeker, maar absoluut een vrouw met een hart van goud, zoals jij daar in je torenkamer mannen lokte om feest te vieren als een Avondmaal, om lichamelijk te verstrengelen als slangen, een geest slechts beeldend in de Geest. Jij bracht ontspannenheid in tijden van paranoïde vijandschap. Voorbij alle gespletenheid van oorlogvoeren ligt de tedere omarming van liefde, die niets en niemand uitsluit. Jouw bloedmooie taille was van edelstenen, beddingen van mos. In jouw ogen blinkten de schatten van het oude Egypte, mysterieuze verlokkingen zonder weerga. De sterren boven Jericho verschoten door jouw verblindende schoonheid. Jij sloeg kraters van verlichting, de hartsvriendin van Thor. Wees verlost van het schijnheilige Jericho, de boze blikken en het dwaze gejeremieer. Ik kus het gouden aureool rondom jouw hemelse vlammenwerper. Weet, dat jij, een geminachte onder de mensen, een heldin was in de ogen van God. En jij zette je leven in de waagschaal, jij kende het klappen van de zweep!
De liefde vindt men vaak in de grootste poelen van verderf, want het uiterlijk zegt niets over het meest innerlijke. Jouw ogen draaiden van links naar rechts in die donkere nachten, je was zelf een verspieder spiedend naar verspieders, er was herkenning alom. De synchronisiteit van de vrijheid en de vooruitgang. De liefde liep als een rode draad door jouw leven. Zelfs de sterkste aanvechtingen, de grootste gruwelijkheden heb jij overwonnen, voorbeeldige nazaat van de Egyptische underdogs. Er is altijd die beweging naar het Beloofde Land, zoals het rode touw bewoog, naar het Rijk van de Liefdevolle Geest in het wezenlijk-beweeglijke.

O, Rachab, drink nog eenmaal mijn warme nectar! Of vind je dit verlangen nu wanstaltige, afstotende, pathologische lariekoek? Doe me dat niet aan, schat, doe me dat niet aan! Uit hoeveel zielen bestaan wij niet? Uit hoeveel zielen bestaat God niet?
Maar wees niet bang, verheug je, ik zal je zeker weervinden! Al zullen deze woorden je op de vlucht doen slaan, ik ben volkomen gerust, want terwijl de hostie mij aan jouw beeldschone tepelhof deed denken (mijn hart ging als een razende over zijn toeren gaande malloot te keer!), knielde ik vele malen in eerbied voor jou neer. Geduld loont, zal ik maar denken. Vele gebeden heb ik aan je besteed, ik heb vurig gebeden dat ik je goddelijke lichaam toch tenminste één keer mocht beroeren. Wanneer iemand het klooster ingaat, dan sterft hij of zij voor de wereld, welnu, zo voelde ik mij dan ook, levend begraven, maar levend begraven was ik vroeger als kind al.
Ik hoor het mijn vader nog zeggen, ijzig voor zich uit kijkend: 'Een homofiel is niet geschikt voor kinderen!'
Heb je ooit een grotere lulopmerking gehoord?

Schrijver: Joanan Rutgers, 19 januari 2010


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

4.0 met 3 stemmen 1.599



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)