Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Bij een minnares in de biechtstoel (9)

Op een van mijn zwerftochten door de geestzuigende bibliotheek kwam ik een groot, dik boek tegen. Tijdens het bladeren door die stroeve bladzijden las ik opeens over een monnik in de middeleeuwen, die leed aan hysterie. In de middeleeuwen was er een veel mooier klooster te Egmond en in dit klooster was er een jonge monnik, die in een vlaag van verstandsverbijstering de abt heeft aangevallen. Deze monnik is toen verwijderd uit de communiteit.

Terwijl ik dit las, ging er een schok van herkenning door mij heen. Ik voelde heel duidelijk dat ik die monnik was geweest en dat ik om een belangrijke reden was teruggekeerd. Of ik dit las voor of na mijn eerste zelfmoordpoging, dat weet ik niet meer. De woorden van de koorgebeden troffen me niet meer, ik verviel tot een ruim pantheïsme. Er was verwarring alom.
Ik las me suf en ik dichtte zo af en toe iets als: Focus. Mijn pupillen wegen zwaar, de dood ligt middenin, dreigend triomfeert zij daar, als een zwarte haaievin.
'Ophelia' van Millais en 'De onderwereld van begeerte' van Delville fascineerden, bekoorden mij. Ik las Hesse, Couperus en Hammarskjöld. Verder las ik werkelijk alles wat ik te pakken kon krijgen. Volop. Ik werd verliefd op zuster X en ik begeerde haar. Ik deed mee aan een toneelstuk en daarvoor moesten we oefenen bij de nonnen. Ik zag de verleiding rondom haar en in iedere vezel van haar verborgen lijf. Ik maakte geen groot geheim van mijn adoratie. Ze keek steeds zo vluchtig, maar wel zo innemend naar mij! Ze zat naast me en in mijn verliefdheid werd ik rood van schaamte. Was dit wederkerig of verbeeldde ik me dat? Ik durfde er mijn onderbroek onder te verwedden dat zij 's nachts heftig lag te vingeren, terwijl zij van mijn spuitende penis droomde. Dat zij vele orgasmes kreeg, terwijl ik in haar verbeelding diep in haar tekeer ging. Zij zal het dreigende, wilde beest in mij wel hebben waargenomen.
Waar zij misschien genoeg had aan de droombeelden, had ik het niet. Hooglied vier, vers negen. Ach wat, ze had me lang genoeg opgegeild, ik wilde gewoon eens lekker met haar neuken. Na een gezamenlijke mis in een van de verlaten cellen. Of buiten tussen de struiken. Of, net als ooit de Noormannen met hun stierenhoorns, toen ik zo dronken was en die lamp verbrijzelde. Jij, sluwe verleidster, de stofwolken trekken op, je natte vrouwelijkheid wordt zichtbaar voor heel de wereldbevolking, de sporen die je dacht te hebben uitgewist met je bevallige takkenbos komen na al die tijd bovendrijven als een heimelijk verdronken lijk. Dat lijk ben ik. Dat lijk blijkt te leven. 'Weer anderen zult gij meer liefhebben dan uw eigen ziel' staat er geschreven in Gods Woord, een waar woord, maar wat zuster X betreft, mijn lieve minnares, heb ik mij grotesk vergist. Het verraad is overal en wellicht het meeste op de plaatsen waar je dit het minste verwacht.
Zuster X en enkele van haar medezusters moesten eens een muziekstuk oefenen in onze kapittelzaal. De deur stond open en ik bleef aandachtig staan luisteren en vooral kijken, wat wil je, ik was amper negentien. Ik keek voornamelijk naar zuster X en dat liep in de gaten. Ze werd boos en ze zei openlijk: 'Waarom sta jij daar zo te loeren!'. De deuren in ons klooster zijn zeer zwaar, van massief hout, en ik héb die deur toch dichtgesmeten! Ik denk dat de kutjes van al die musicerende nonnen in een klap voor jaren op slot gingen, incluis het sirenekutje van zuster X, mijn diepbeminde sloerie. Dit valse verraad bracht haar bekkenbodemgebied hopelijk voorgoed in een troosteloos slotklooster. Vaarwel, zuster Orgasme.
Het is nu zo goed als zeker, wanneer je Eros de rug toekeert, ontmoet je Thanatos. Nu weet ik zeker dat alles gebaseerd was op Freudiaanse problematiek, want als de erotiek niet stroomt, dan raakt het hoofd bezoedeld en erger nog, overschaduwd door onbeheersbare demonen. Leef met losse teugels en zonder scrupules. Freud vond dat men niets moet verdringen en ik heb dat veel mensen horen napraten, alleen maar napraten. Ik zocht God, maar ik schoot behoorlijk door en wanneer we 'de dood is hun herder geweest' zongen, dan kroop ik nog dieper in mijn ijle schulp.

Ik kreeg meer de kans om door de binnenstad van Alkmaar te slenteren, daar we besloten dat ik maar weer naar school moest, maar ik was allang zat van het Havo-gekloot, dus ging ik in boekhandels neuzen en stiekem de wulpse meisjes en de deftige dames begluren. In zo'n merkwaardig dubbeldik dubbelleven krijg je vanzelf gestoorde gedachten, maar daar bleef het niet bij, mijn vervreemding van de werkelijkheid stuurde aan op een grote, donkere draaikolk. In het park zat ik naast een jonge vrouw. Ik dronk mijn zoveelste goedkope blikje bier en ik werd heel warm van binnen, want de bevallige vrouw bleef naast me zitten. We begonnen zelfs met elkaar te praten en ik zag het al helemaal voor me, een heerlijke vrijpartij bij haar thuis. Ze vertelde dat ze al over de dertig was. 'Wat?', zei ik geschokt, 'maar dan heb je al een heel leven achter je!'
Dat vond ze maar een vreemde reactie en ik zag dat ze vertrok. Ik achtervolgde haar en het bleek dat ze ook naar school moest. Ik was razend en de lading was voor mijn lerares Nederlands. Ik was niet bestand tegen al die subtiele afwijzingen en mijn kwaadheid was altijd buiten alle proporties. Ik ben de stad weer ingevlucht om te kijken of er nog vrouwtjes waren, die geil keken, geil liepen of geil spraken. In mijn ogen werd iedere vrouw een op sex belust wezen en dat beviel me prima. Tijdens de fietstochten terug naar de abdij moest ik al die opgewonden gedachten weer afzwakken, loslaten was een onmogelijkheid, maar zoiets als op een laag pitje zetten. Meestal smokkelde ik nog enkele blikjes bier mee en heel soms een banaal, soft-erotisch tijdschrift.

Schrijver: Joanan Rutgers, 20 januari 2010


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

2.0 met 5 stemmen 462



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)