Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De adem van een gestorven banneling (3)

Hoe nerveus hij ook werd van dit uiterst broze zelfbeeld, wat het inmiddels was geworden. Hij zag nog steeds een mogelijkheid om zijn schrijversrol te spelen, als een onuitputtelijke acteur, die niet van wijken weet, zelfs al staat het uitgeleefde toneel in brand en zijn alle medespelers op de vlucht geslagen. Hij hield op een wonderlijke wijze voet bij stuk, zoals engelen wel vaker bescherming boden in de vlammen, zij het met zijn superieure neus in de glazen wijn en andere vormen van prettige verdoving om niet uit elkaar te barsten van het krijsend tegen de vijandige muren oplopen. Dit was het nu eenmaal, in deze benarde akte zat hij en hij laveerde erin als een soepele café-bediende. Het stekende leed zat diep verscholen in zijn hoogstgespannen, geniale hersens, gierende achtbaanschuitjes, snel zwenkende vleermuizen. Hij haperde bij iedere stap, iedere beweging. Hij kon bij iedere overtreding uit de bocht vliegen, te ver, te laat om te remmen. Zijn angsten groeiden met de dagen, er was geen houden aan. Er was flirt alom, maar in hem was het vuur gedoofd, zelfs de vonken, moeizaam geposeerd, doofden. De levensenergie was eruit geschreven, eruit gefeest, eruit geleden. Niemand kon hem nog naderen, wat voor slimme trucs ze ook uithaalden, hoe ze ook in de meest geraffineerde verleidingen schoten. De kluizenaar uit de Tarot had zich in zijn kundalinibaan genesteld, hij had het niet gemerkt, het was heel sluipend gegaan, de oude grijsaard nam vervroegd bezit van zijn wezen, nu was hij verdoemd tot een genadeloze eenzaamheid. Hij droomde weliswaar van de volmaakte man, dat waren dromen, dat wist hij maar al te goed, grote dromen van fatsoen en vervulling. Hij was zo open geworden door zijn teveel aan trauma's en de vele uitputtende drankgelagen, iedereen drong door zijn onbeschermde auraveld heen, het barstte er van onverlaten, de laffe aasgieren. Hij werd leeggezogen, totaal leeggezogen. 'Daar valt wat te halen!', dachten de roofgeesten, 'daar kunnen we in ademhalen!'. Zij die ooit in de verlichting geraken, zij horen stevige benen te hebben, zij moeten weten hoe zij geworteld blijven, want er zijn vele krachten die graag passief meesmullen met de hevige energie die sommigen ten deel valt. Toch is er een onschendbare, kosmische wet die hen minzaam verslindt, want er is een hemelse opening, die de gelukzaligen vult en alsmaar vult en die de vraatzuchtige vijanden op een grote afstand houdt, zelfs laat vervallen tot een wanhopige onmacht waar geen mens op zit te wachten. Er zijn hellen, die zijn gruwelijker dan de uiteindelijke hel van Oscar. Dat staat buiten kijf, Oscar vond dat zelf ook, er was teveel theater aan zijn lijden vastgesmolten, het hinderde hem in zijn zoektocht naar de ware motieven om voort te gaan met zijn erbarmelijke staat van gekelderde voetveeg, matig de dans ontsprongen clochard. Waarom kon Jezus hem nu niet verlossing schenken? Had hij dan niet genoeg van zichzelf geofferd, moest hij het te zware kruis tot zijn einde met zich meedragen, bestond er geen correcte genade meer in de geestelijke bovenwereld? Hij voelde zich volop bedreigd, al was er nooit een zichtbare reden, in zijn gedachten waren de meeste omringende mensen uit op zijn ongeluk, ineenstorting, vergaan. Soms zag hij zwarte schimmen, die hem wurgden. Zou hij deze dag overleven? Hij vroeg het zich meer en meer af en hij verwonderde zich erover, daar hij vroeger zo onbezorgd en liederlijk kon zijn. Hij hield zijn warme pik iedere avond in een erektiestand en tovenarij o tovenarij, er verzamelden zich ontelbare pikken rondom zijn stijve lul, pikken met harde, volle ballen die hem steunden, die hem in leven lieten, die hem moed gaven, die hem deden voortbewegen in een wereld vol ongeil en achterklap, waanwijsheid en gemene dierlijkheid. Het geil ging duistere, oneerlijke wegen. De toon was gezet, de melancholieke bastonen, het sombere geram op de piano's. Ach, het verdriet, het spleet zijn hele hebben en houden, de mensen hadden hem gekneveld en gemarteld en gekruisigd. Was er nog een troost in dit vage, zinloze getob, dan was het Christus, dan was het overal en altijd Christus, Christus die weet wat een mens moet lijden, Christus die het Zelf had doorstaan, die het had overwonnen in buitensporige glorie, allen kunnen delen in Zijn overwinning op de zonde en de dood. Christus was zijn enige, ware troost in zijn diepste ellende, het dronken ter aarde storten, schokkend en kotsend, op de meest gore plekken, terwijl de wereld slaapt, terwijl de wereld zijn roes uitslaapt, oneindig zijn zinloosheid uitslaapt. Oscar werd verliefd op Jezus, zuiver en bovennatuurlijk. Oscar voelde dat er niemand meer was om op te steunen, zijn warrige leven leidde onherroepelijk naar de vaste armen van Jezus, naar de oeroude liefde die ons allen geschapen heeft, die liefde, die niet vergaat, die ons riep vanaf het allereerste begin, de originele, diepste wortels van God de Moeder/Vader en God de Heilige Geest, het Od, het astrale Licht. Er is echt niemand op aarde die macht heeft over het ware levenslicht, de adem van Jahweh, de kern van al het leven, het grote doel van alle mensen in alle eeuwen, dat is: Versmelten met de God die eeuwig is, de Machtigste! Het is goed met Oscar, hij zal zijn tijd wel uitduren, hij zal net als Christus innerlijk vol opperste passie en spiritualiteit zijn geest overgeven voor het heil van allen, dat is wat goeroes verlichting noemen, wat goeroes een uiterste daad van zelfgave en initiatie noemen, het OM! Hij had de hunkeringen niet meer in de hand, het zadel ontglipte hem en zonder zadel viel hij al gauw, moest hij te voet, barrevoets, verder, wat hem wel lukte, maar waar hij zichtbaar aan onderdoor ging, al werd hij veelal versleten voor een geoefende langeafstandsloper, wat hij zo ongeveer ook wel begon te geloven en te zijn. Er zat een overweldigende, onuitblusbare kracht in hem, als van een dier, zo taai en vechtend. Ik wou dat ik Oscar niet was, maar gewoon een boerenlul.

Schrijver: Joanan Rutgers, 12 februari 2010


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

5.0 met 1 stemmen 348



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Gabriëla Mommers
Datum:
25 juni 2016
Voorgelezen door de schrijver:
www.youtube.com/watch?v=Jm-QOnmnKyg

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)