Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De vrouw zonder naam

Ze staat op de kade. Haar lange, blonde haren wapperen wild in de wind. Omdat ze een dikke winterjas draagt heeft ze het niet koud. Toch rilt ze even. De boot met haar Cees aan boord is net vertrokken. Zal ze hem ooit weer zien? Nog steeds zwaait haar hand met een felgele baret, ook al weet ze dat de man voor wie het bedoeld is haar niet meer kan zien.
Heel alleen voelt ze zich tussen al die andere mensen; vaders, moeders, broers, zussen en geliefden van de soldaten op weg naar hun missie. Verscheidene paren ogen huilen, neuzen snotteren en armen worden om elkaar heen geslagen. Dag, da-ag.

Ze zet haar baret weer op en maakt hem vast met een speld - ze is bang dat hij anders weg waait. Wat hebben Cees en zij de afgelopen dagen een grapjes gemaakt over de kleur; dat er een gele brigade in het leger moest komen en dat zij dan kapitein zou worden.
In gedachten draait ze zich om en loopt dromerig richting auto. Ze kijkt niet waar ze gaat en botst bijna tegen iemand op. Met een schok herkent ze in hem een gezicht van de familiefoto, die Cees haar ooit eens heeft laten zien. Die man, met zijn grijze krullenkop, is zijn vader, daar is ze van overtuigd. Cees lijkt veel op hem. Ze kijkt rond en ontdekt ook het ronde gezicht van de moeder tussen de omstanders. Het is een kordate, nette vrouw. Ze staat, net als op de foto, schuin links achter de vader. Haar arm heeft ze hier om een donkerharige jonge vrouw geslagen. Dat moet Mieke zijn, dat kan haast niet anders. Ze is verbaasd over hoeveel Mieke op haarzelf lijkt, alleen is het een donkerder uitvoering. Wat zal ze doen? Haar hart klopt in haar keel, toch loopt ze moedig op de jonge vrouw af. Even legt ze de hand op de bovenarm van de verloofde van Cees, omdat ze troosten wil. Zij houden allebei van dezelfde man, dan moeten ze ook evenveel verdriet hebben, toch? Ze mompelt iets van ‘geen keus’. Eigenlijk weet ze zelf niet goed wat ze daar mee bedoelt. Dat Cees geen keus kan maken tussen hen? Dat de twee vrouwen geen keus hebben en hem moeten laten gaan? Of dat de mannen en vrouwen aan boord uitgezonden worden door hogerhand en daarin zelf geen keus hebben?

‘Is jouw vent ook aan boord?’ vraagt haar negatief met een plat Amsterdams accent. Even heeft ze de neiging alles te bekennen en uit te roepen: ‘Hij is van mij.’ Vervolgens zal ze de ogen uit krabben van haar concurrente. Al rollebollend over de kade zullen ze uitmaken wie hem mag hebben. Niets van dat alles gebeurt. In plaats daarvan vecht ze tegen haar tranen en brengt met moeite een paar woorden uit: ‘Mijn broer.’ Dan loopt ze hard weg. Tijdens het rennen, verliest ze een hak van haar schoen.

Schrijver: La Plume, 15 april 2010


Geplaatst in de categorie: liefde

3.8 met 5 stemmen 205



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)