Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Opgedoken brieven van Arthur Rimbaud (4)

Ik geniet volop van mijn contact met u, maar mijn moeder heeft zo'n grote macht over mij, als dit zo door gaat, dan loop ik nog eens weg van huis. U als dichter, u zult mij begrijpen, zo kan ik ook beter met u van gedachten wisselen, dan met mijn leeftijdsgenoten, op Delahaye na dan, maar zelfs voor hem ga ik wel eens te ver. O Rabelais, wat een schrijver, wat een fenomenaal schrijver! en dan de Parnassiens, stuk voor stuk grootheden, die veel in hun mars hebben! Ik ben u toch zo ongelofelijk dankbaar dat ik in uw privé-bibliotheek mag snuffelen, ik vind er precies de geesten die qua levensvisie bij mij aansluiten. Vindt u niet dat ik ten positieve verander sinds ik met u omga? ik wel, ook uiterlijk, er komt al een wilde gloed in mijn anders zo maagdelijke, blauwe ogen, mijn nette haren kam ik niet meer en mijn kleren wil ik niet meer zo netjes houden en belangrijk maken, alsof kleren belangrijker zijn dan het lichaam, belachelijk! Het liefste loop ik in een dierevacht. Ik ben zelfs enkele centimeters gegroeid, is het u opgevallen? Het is beter om uw boeken niet meer mee te nemen naar mijn huis, want als ze ook maar één boek van u vindt, dan slaat ze me in puin, ach, ik ben haar getreiter toch zo zat, maar vooralsnog moet het maar zo, wat u? Wij laten ons als dichters in de knop toch zeker niet ringeloren door dwaze regels van een dwaas mens! Ik schreef een serie gedichten, ik laat ze u binnenkort wel lezen, onlangs stuurde ik het gedicht 'Credo in Unam' naar, u zult het wel niet geloven, naar Banville hemzelf! Ik heb gelogen over mijn leeftijd, maar wat doet dat ertoe, vlaggen van leugens dekken de lading, in de kunst heiligt het doel de middelen en daarin kunnen wij, als het moet, onbegrensd zijn. Ik heb er een overtuigende slijmbrief bij gedaan, met hier en daar voorzeker krachtige waarheden, zoals bijvoorbeeld het feit dat ik een echte romanticus ben, want daar heb jij me nog op gewezen. De kenmerken van de romantici zijn nu eenmaal op mij van toepassing, vooral het me niet thuisvoelen in deze eeuw, terugverlangen naar tijden als de avontuurlijke middeleeuwen of zelfs de barbaarse oertijden. Ook barst ik van de drang om te willen vluchten, reizen of dromen. En ik voel me vaak zo verliefd, dan weer op de een en dan weer op de ander, ook wel op dieren, bomen, water. O al die beelden in mijn hoofd, ik moet orde vinden in de chaos, bakens in de storm, herbergen in de kou, kortom, gedichten voor mijn innerlijke leefwerelden. Nee, geen afgodsbeelden! Er gebeurt zoveel in mij, ik kan het nauwelijks bijbenen. Is het bij u ook zo gegaan, zo ongrijpbaar, zo overweldigend? soms huil ik stilletjes op mijn kamer, omdat de pijn ervan ondragelijk lijkt, dan vervloek ik mijn gaven, omdat ik erin gevangen zit, als een gekooide aap op de kermis. Dan voel ik me zo verlaten door iedereen en alles, dat ik het liefste dood zou willen zijn, weg van deze hel op aarde en als mijn moeder dan ook nog zo achter me aanjaagt, dan is de ellende compleet, nee, het is verdomd eenzaam om een dichter te zijn, wanneer ik verdrietig ben, dan twijfel ik nogal aan mijn roeping, maar goed, dat overleef ik wel. Wie veel wil zien, moet vaak eerst diep dalen, zo paradoxaal ligt dat, dat bewezen onze voorgangers, zij schroomden niet om zich in de meest vreemdsoortige bochten te wringen en zij gingen altijd hun eigen weg, al bleek die weg nog zo dor en smerig. Het waren sterke individuen, die zich niets aantrokken van de makke massa, die nooit een compromis sloten met de wetten van de brave burgers en de geselende autoriteiten. Donder! dat zou mijn moeder moeten lezen, ik denk dat ze me dan het huis uittrapt. Daar zou ik misschien niet eens zo rouwig over zijn. Wat heeft ze toch tegen jou? Ze zegt dat u een slechte invloed op mij heeft, ze lijkt wel blind, ze is dus bang voor u, terwijl u voor mij bevrijding en stimulatie betekent. Lijkt u soms op mijn vader? nee, uiterlijk niet, maar innerlijk wellicht, ze is waarschijnlijk bang voor zedeloosheid en bewegingsvrijheid, voor alles wat de saaie priesters haar verbieden, tja, mijn vader moet antimoralistisch geweest zijn, misschien toch wel een rokkenjager, er lopen in Afrika ook mooie vrouwen rond en voor een Franse officier gingen ze vast gewillig en rap uit de kleren. De 'duistere' kant van mijn vader moet haar niet gezind hebben, de schaduwzijde die toch eigen is aan ieder mens, tenzij je die zogenaamd lagere lusten verdringt, verdrinkt of verdrukt. Ik heb Delahaye wel eens verteld van een vreselijke ruzie tussen hen, toen smeten ze keihard een zilveren dienblad op de grond, steeds opnieuw, als twee gefrustreerde kinderen, en een hels kabaal wat dat maakte! mijn keel leek te worden verstikt door doodsangst. Waarover hadden zij precies ruzie? waren zij tezeer verschillend van aard? Er was iets waar ik ze nooit over hoorde en dat was het nu juist, het bedrijven van de liefde, dat deden ze of nooit of te weinig of niet goed genoeg. Dat blad konden ze al net zo weinig kapotgooien als hun scheefgegroeide relatie, ze zaten te verstrengeld in elkaar, wat hen beiden verstikte en ons erbij. Ze waren allebei zo verknipt als het Origami-werk van een Parkinson-patiënt! Ze bleken uiteindelijk giftige planten voor elkaar. En nu mijn moeder alleen is, zou je denken dat het gif zijn werking verliest, maar nee hoor, het is haar hobby geworden, gifmengen tot ze er zelf bij neervalt. Maar ik wens haar vrijwillige slachtoffer niet meer te zijn, noch haar gedwongen slachtoffer, ze stikt maar in haar deugdzame boeken en haar godsdienstwaanzin.

Schrijver: Joanan Rutgers, 4 juni 2010


Geplaatst in de categorie: literatuur

4.0 met 1 stemmen 1.907



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)