Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

DE VERTE ZIEN

Hoog aan de mast van het grote zeeschip wapperde een feloranje wimpel. Hij wapperde erg trots, ook al was er maar en heel zwakke wind. Het schip voer door een warme zee, ergens onder de tropenzon. Kleine golven gleden loom voort.
"Ik ga maar zo'n beetje heen en weer," dacht de wimpel. "Maar nu is het voor mij ook het ogenblik van rustig afwachten. Ik mag dan wel tevreden zijn, maar hoop op beter. Ik kijk in de verte. Overal een blauwe, zonnige hemel. Het schip schuift langzaam verder. Ik mag nog tenminste een beetje dansen."
De volgende ochtend was de wimpel in een blijdere stemming.
"Ik hang wat te bengelen," dacht hij. "Maar kijk, in de verte komen zware wolken. Dat belooft wat voor mij!"
Spoedig deed een harde storm het schip steigeren. Telkens verdween de boeg in een bruisende schuimmassa om er druipend weer uit tevoorschijn te komen.
"Eindelijk spring ik weer eens naar hartenlust!"juichte de wimpel verrukt. "Net als de boombladeren, die ik af en toe bij de haven heb gezien. Waren de mensen van het schip ook maar zo blij als ik. Maar die zitten allemaal binnen, erg bang... Een enkele durfal kruipt langzaam over het dek... Wat is er op het ogenblik in de verte te zien? Dichte grauwe lucht, maar ergens toch een beetje blauw. Duurde die storm maar erg lang. Ach, straks zal ik wel weer luitjes moeten zwaaien..."

Het zeeschip werd steeds ouder. Tenslotte was het te oud om nog te varen. Daarom verkocht men het om te worden afgebroken.
De wimpel kwam in een pakhuis terecht. Zijn verblijf was een platte, donkere doos.
"Wat een ellendige woning," jammerde hij. "Hier kan ik helemaal niet in de verte kijken. Zelfs wapperen is niet meer mogelijk. Ik lig maar stil in zwarte duisternis. Maar ja, op zee en in de haven heb ik vaak ergens op moeten wachten. Dat zal ik hier ook maar doen. Er kan misschien wel iets beters voor mij komen.
Het deksel van de doos antwoordde:
"Je ligt onder mij en kunt voorlopig nog nergens heen. Gedurende mijn hele bestaan heb ik al heel wat dingen bedekt."
"Kregen die dingen het beter of slechter?" vroeg de wimpel.
Het deksel zuchtte:
"Jammer genoeg heb ik nooit iets anders gedaan dan bewaren en wachten."

Sterke mannen haalden heel wat uit het pakhuis weg. Ze namen onze wimpel uit de doos. Deze ging reizen met een lange goederentrein.
De locomotief trok vele wagens met zich mee. Weg van de kust, steeds verder het binnenland in. De wimpel lag bovenop een grote stapel kleden en lakens.
"Ach, hier zie ik ook geen verte," mompelde hij. "Maar ik kan tenminste een beetje om me heen kijken."
Het tafellaken dat onder hem lag, liet zich horen:
"Natuurlijk zie je hier bijna niets. Maar we gaan heel snel naar de verte toe."
"Ik weet echt niet wat ik van jouw woorden moet denken," zei de wimpel.
"Je ziet maar wat er komt," bromde een grote poetsdoek, die aan een spijker in de wand hing. "Ik reis altijd heen en weer met deze trein. Het is mijn werk de wagon schoon te houden."
De poetsdoek wachtte even met spreken, ging dan verder:
"Je zult zien dat de trein heel vaak stopt. Dan gaan er spullen uit hem weg en komen er weer andere spullen in hem."
"Weet je wat er met al die spullen gebeurt?" vroeg de wimpel bezorgd.
Alle lakens en kleden die onder de wimpel lagen, zwegen vol angstige spanning, en - bleven toch moedig hopen.
Maar daarna klonken allerlei verwarde verhalen uit die hoge stapel. De wimpel ving heel wat onbegrijpelijke woorden op.
"Worden we straks in stukjes geknipt? Tot poeder vermalen? Gaan we onze ondergang tegemoet? Of misschien een nieuw bestaan...?"
"Wat zal ik straks zijn?" dacht de wimpel. "Een mooie zakdoek? Een hoopje as?"

De trein bereikte zijn bestemming, werd met veel drukte uitgeladen.
De wimpel lag in een grote werkkamer.
"Ai, ze knippen mijn randen af," jammerde hij. "Is er voor mij niets beter dan versnipperd te worden?"
Enige dagen later dacht hij:
"Ze hebben me wat kleiner gemaakt. Nu ben ik de wimpel van een zeilboot. Ik maak geen grote reizen meer. Voortaan is een mooi Alpenmeer mijn gebied. Ik dans heerlijk in frisse én warme bergwinden.
Ik ben omgeven door berghellingen vol verrassend leven. Daarboven zijn sneeuwtoppen, die vaak streng en statig aandoen als de pool. Soms zien ze echter ijl en wazig, als verre nevels van het heelal.
Ik geniet van een eindeloze, maar nabije verte, welke altijd blijft, telkens anders is."

Schrijver: Han Messie, 24 juli 2010


Geplaatst in de categorie: reizen

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 252



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
jorrit
Datum:
26 juli 2010
Email:
jorrit3hotmail.com
Zonder water geen leven he, en zonder wind..waarom niet ons eigen Ijsselmeer? wappert ook mooi hoor!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)