Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Kasteelheer

( voor Bertus Aafjes )

Ooit heb ik als jongeling het kasteel van Hoensbroek bezocht, vooral de kromming ernaar toe vond ik mooi en de lange stenen brug, ook het brede water erom heen. Je moest eerst twee hoge poorten door, om bij het kasteel te komen, het was echt een besloten vesting van hoge allure. Rondom weilanden met grazend vee. In de grote, ronde toren had de beroemde dichter Bertus Aafjes gewoond en gewerkt, nou, dat maakte een diepe indruk op mij, die had dus hier daadwerkelijk rondgelopen met zijn hoogdravende gedachten en zijn lyrische strofen. Wat een idyllisch oord om als dichter te mogen vertoeven, wat een rijkdom, wat een eer. Hij verbleef voornamelijk in de grote, ronde toren, die strategische gezien dan ook het meest beschermd ligt. 's Avonds daalde hij dan met een kaars af naar de goedgevulde wijnkelder, om aldaar een keus te maken voor die avond, de ronde, grijze trap weer op naar boven. In zijn ronde kasteelkamer schreef hij dan zijn talloze gedichten bij flakkerend kaarslicht, terwijl hij steeds even zijn mond tegen het antieke wijnglas hield, scheut na scheut de gerijpte wijn naar binnen werkend. Het was er dan pikdonker en doodstil in dat immense kasteel, waar hij 's nachts als enige bewoner de koning van was. De enige geluiden die hij opving, waren van krijsende of zingende vogels en soms wat geloei in de verte. Als de middeleeuwse minstrelen had hij het rijk voor zich alleen, wat zelfs die minstrelen niet gebeurde, de dampen van de heerlijkste gerechten streelden zijn geurzin, lange wandelingen in de strelende natuur om zijn lichaam te compenseren na die bijna witte nachten vol geïnspireerd schrijven. Hij hoefde niet zoals zijn collega's uit de middeleeuwen van kasteel naar kasteel te trekken, om steeds weer kunsten voor voedsel en onderdak te vertonen, hij had de luxe van stabiliteit en onbezorgdheid. Vrienden die hem bezochten vroeg hij altijd steevast om enkele flessen wijn mee te nemen, want de wijnkelder moest wel in vorm blijven, hij bedoelde zichzelf. Dat deden ze graag, een bevriende baron nam zelfs een keer tweehonderd flessen mee, volgens hem van een uitmuntend jaar. Hij kon gaan en staan waar hij wilde, zo was er ook wel eens vrouwenbezoek, altijd vanuit de hogere kringen, dan werden de gedichten een nacht uitgesteld, want met een prachtige vrouw naast je in een romantisch kasteel, allez zeg, dan ga je niet als de eerste de beste droogstoppel zitten schrijven. Nee, dan werd er zeer galant wijn geserveerd, twee van die antieke glazen op een zilveren plaat, blokjes kaas van de ambachtelijke kaasboerderij erbij en rosbief om de lust extra kracht te geven. Zo heeft Bertus daar in die ronde torenkamer ook heel wat vrouwelijke, ronde vormen aanschouwd, gekneed, gelikt en bevredigd. Dat gaf hem dan steeds weer nieuwe energie om extra hard en beeldrijk te schrijven, dan zinderde hij van erotische liederlijkheid, driedubbele dronkenschap. Die adellijke vrouwen hadden er natuurlijk ook een grote lol in, want die deden verder niet veel op een dag, dus op zo'n gepassioneerde nacht bij Bertus teerden zij weer jaren van liefdesgenot. Het kwam wel voor dat er meerdere vrouwen aan zijn poort stonden, soms gingen ze dan toch allemaal naar binnen, hoewel ze van nature niet voor de vrouwenliefde gingen, gooiden ze bij Bertus alle remmen los, hij had die geestverruimende uitwerking op hun, hij was wel de spil waarom het draaide, maar als een Indiase goeroe betoverde hij hun, veranderde hij desgewenst hun trillingsgetallen, klikte met zijn vingers en hun blokkades verdwenen, gooide met gemak een grote deken van erotische saamhorigheid over hen heen. Natuurlijk na de nodige wijn en lekkere hapjes, de poëzievoordrachten en de nachtwandeling door de geheimzinnige zalen, die decorumverlies opleverden, wat hun zijn frivole sprookjesopvatting binnenloodste. Een naaste boer heeft wel eens naakte vrouwen in de vijver waargenomen, hij geloofde eerst zijn ogen niet, dacht dat hij hallucineerde, maar na enkele oogwrijvingen zag hij ze het groen opklimmen, waar ze handdoeken kregen van een eveneens naakte man, die ook nog eens hoog begon te zingen, de koeien schrokken ervan en de poedelnaakte dames gilden als aangeschoten wild. 'Hé, wat moet dat daar!', had hij nog geschreeuwd. 'O, dag meneer de koeienherder', had die man met een verwijfde tongval geroepen, 'u kunt gerust zijn, hoor, uw dierbare melkkoetjes zullen geen overlast van ons hebben!'. Toen had de boer zich nors en hoofdschuddend omgedraaid. Vaker sliep hij dus alleen en wanneer er sombere gevoelens kwamen, zweetnachten vol eenzame mokerslagen, vermengde hij zich met zandstormen in innerlijke woestijnen, mysterieuze wijzen brachten hem dan gouden bekers gevuld met vrolijk ochtendgloren, nieuwe inspiratie, nieuwe beelden, boeken met heldere tekens, meer, ongekende toverformules, godenbloed. Hogepriesters uit Thebe wezen hem de weg, gaven hem de sleutels tot het Alweten. Hij zag er soms net uit als een volgzame hond van de hogere geestenwerelden, plof! daar ging zijn hondepoot in de inktpot, plof! daar schreef zijn hondepoot op het maagdelijke papier. Hoensbroek, dé sjamanistische plek van de literaire grootheid heer Aafjes, heer Aafjes klinkt beter dan heer Bertus, heer Lambertus zou nog kunnen, maar bij Bertus denk je toch al gauw aan boer Bertus of vishandelaar Bertus met zijn viswijf Tinie, met die grote je-weet-wel, waarbij ze de gordijnen altijd plagerig half-open zet, net niet de tepelhoven tonend, wat mannen gierendgeil maakt, maar dat terzijde. Terwijl hij met zijn doortastende ogen boven zijn professorbril speurend deze wereld opneemt alsof het een anonieme planeet betreft, bleef hij zijn bacchanalen in het kasteel herhalen, heftig met zijn mysterieuze muzen converseren, had hij zijn rendez-vous met blindgeworden, straalbezopen magiërs uit met name Egyptische oerlagen. Heel alleen vertoefde hij in zijn sprookjesachtige toverlanden, hij had er heel wat ongedeelde eenzaamheid voor over om het Nederlandse taalgebied te verrijken met zijn inderdaad eerbiedwaardige werk vol spitsvondige wijsheden als de spitse toren op zijn woonverblijf.

Schrijver: Joanan Rutgers, 29 juli 2010


Geplaatst in de categorie: woonoord

4.0 met 2 stemmen 158



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)