Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

DE RIJKE JAGER

In een mooi groot huis, met een tuin die wel eens stadspark leek, woonde helemaal alleen een erg rijke man. 's Avonds liep hij vaak heen en weer tussen de bomen en struiken van zijn tuin. Dan dacht hij erover na waar en hoe hij de volgende dag zou gaan jagen. Ja, want de jacht was wel hetgeen deze rijkaard het belangrijkste vond. Wat hield hij daarvan!
Heel wat keren ging hij het bos in met een geweer. Hoeveel vogels werden er niet uit de bomen geschoten! Ook de nodige reeën, hazen en konijnen vielen getroffen neer.

In de winter mikte de jager eens op een prachtige reebok. Hij schoot - en trof maar half... De reebok kon nog net wegrennen, maar had wel een gewonde, bloedende borst.
Teleurgesteld volgde de jager al die bloeddruppels in de sneeuw. Maar het dier, waar hij op jaagde, was nergens te vinden. Mopperend ging de man naar huis terug.

Het werd lente. De jager kwam weer eens op de plek waar hij op die reebok had geschoten. Wonderlijk! Daar bloeiden nu witte en bleekroze bosanemoontjes, die allemaal rode stipjes hadden. Kwam dat van de ree, die hier bloed had verloren?
Bijna elke dag kwam de jager weer hier. Bij de roodbespikkelde anemoontjes speelden altijd reegeiten en halfvolwassen reetjes met elkaar. Toen deze bloemen uitgebloeid waren, huppelden er kleine reekalfjes rond.
"Vreemd," dacht de jager. "Het lijkt wel of alle reeën hier afspraken met elkaar hebben. Daarom heb ik de laatste tijd niet meer op hen geschoten; ik wil hier meer van weten."
Op zekere dag nam hij een bijl en spa mee. Bomen en struiken werden op die bewuste plaats omgehakt of uitgegraven. Daarna wilde de jager een diepe en vooral heel wijde kuil maken.
"Ja, ik zal weten wat dit voor een plek is," dacht de jager. "Misschien ligt hier wel iets van toverkunst verborgen."
Een paar dagen werkte hij heel hard, ging alleen nog voor het avondeten en om te slapen naar huis.
"Hier is misschien eens en toverstaf begraven," zei de opgewonden man tot zichzelf. Dan zal ik mezelf nog veel rijker kunnen toveren. Ik ga wereldreizen maken en verbazingwekkende jachtpartijen houden. Ik zal haaien en walvissen uit de zee halen. In de hoge bergen zal ik de nodige buffels en arenden schieten. Ja, ik word nog de grootste jager, die ooit heeft bestaan."
Op de avond van de derde hak- en graafdag stootte de schep van de jager op iets hards. Omdat het al behoorlijk donker was, betastte hij dat ding goed met zijn vingers.
"Dat zal vast een staf zijn!" riep hij uit, terwijl hij het omhoog hield.
"Ja, hoor. Het is een mooi stafje met groene toverlichtjes. Straks vliegen er sterretjes vanaf. Ik heb een toverstaf in mijn hand!"
Hij danste heel wild heen en weer. Wat voor gedachten gingen er niet door zijn dolle hersens!? Hij zou wel zo gauw mogelijk het ene of andere wonder gaan doen! Maar hij ging liggen en viel al heel snel in slaap. Zó hadden het zware werk en die opwindende gedachten de jager vermoeid.
Hij ontwaakte pas toen het allang weer dag was. De jager keek wel heel teleurgesteld. Zijn vermeende toverstaf was een gladde, rechte stok zonder sterretjes of lichtjes. De vorige avond waren er opeens allemaal glimwormen op dat hout komen zitten. Nu waren die diertjes er geen van allen meer...
Verdrietig krabbelde hij overeind _ en zag nu pas wat voor lelijke, kale opengegraven plek hij in het bos had gemaakt.
Hier liet zich geen ree, zelfs geen enkel dier meer zien...

De jager kreeg opeens een geweldige lust te verkopen!
Zijn huis kreeg een andere eigenaar. De grote tuin werd aan de stad verkocht. De jager liep het bos weer in met een grote geldbeurs onder zijn kleren. Ja, die man had geweldig veel geld bij zich! Wat zou hij wel ondernemen?
Hij werkte weer op de plek, die hij zo kaal en lelijk had gemaakt. Hij plantte er nieuwe boompjes en struikjes. Voor zichzelf bouwde hij een woonhutje van takken.

Vele jaren later bezochten de mensen dikwijls de oude man, die in het bos leefde. Hij woonde in een gezellig huisje van boomstammen. Mooie bloemen groeiden tegen de houten wanden en onder de raampjes.
Deze man was ooit een hartstochtelijke jager. Nu deelde hij zijn leven met een vrouw, die vroeger altijd eenzaam had geleefd, zoals hijzelf.
Die twee gelukkige mensen wisten iedereen te vertellen hoe je 's avonds, 's nachts en 's ochtends vroeg door het struikgewas onder de bomen moest sluipen. Hier leerde men de kunst van het dieren naderen, gadeslaan, zonder door hen opgemerkt te worden.

Schrijver: Han Messie, 5 februari 2011


Geplaatst in de categorie: natuur

3.0 met 1 stemmen 82



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)