Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Popeye

Als kind heb ik veel gelezen over de stoere zeeman Popeye, die het aan de stok kreeg met sterke Brutus. Ze hadden allebei een oogje op Olijfje, maar bij een gevecht om haar moest Popeye steeds het onderspit delven. Nu ben ik 79 jaar en wilde wel eens proberen of je van spinazie sterk wordt. Mijn hobby is op drukke stations naar de aankomende en vertrekkende treinen te kijken. Dan ga ik op een perron op een bank zitten en steek een pijp op en dan maar genieten. Op een dag in november reed ik met mijn Daf naar Zwolle.

Gelukkig kon ik dichtbij het station een gratis parkeerplaats vinden. Toen ik uit de auto stapte vond ik het koud. De hemel was helemaal bedekt met een donkergrijs wolkendek en er stond een stevige wind uit het oosten, dus geen behaaglijk weer. Gelukkig lag op de achterbank van de auto nog een dikke zeemanstrui. Die trok ik dus aan en dat voelde heerlijk warm aan. Dus ik naar het station. Op het eerste perron was het druk en daar nam ik plaats op een bank naast een kiosk waar ze broodjes met warme worst en koffie verkochten. Ik had al trek gekregen want het was al één uur. Ik voelde in mijn achterzak van mijn broek om mijn portemonnee te pakken, maar wat schrok ik zeg. Vergeten mee te nemen. Maar niet getreurd, want in mijn plunjezak zat een blik spinazie en kon ik die ook verorberen om de honger te stillen.

Een intercity uit Groningen kwam het station binnen. Toen de trein met piepende remmen tot stilstand kwam gingen de deuren open en een groot aantal passagiers stapten uit en renden naar en ander perron om over te stappen in een andere trein. Plotseling rumoer tussen de reizigers. Een stevig gebouwde conducteur hield een grote man met een woest uiterlijk vast. Ik weet niet waarom, waarschijnlijk was het een zwartrijder. Er kwamen al twee jonge agentes aan, prachtige vrouwen zo te zien. De grote man ging rustig met deze politiemensen mee, dus verder niks aan de hand. Wel spannend zo’n relletje.


Ik werd een beetje boos, omdat ik mijn portemonnee had vergeten. De geur van de knakworstjes en de hete koffie uit de kiosk deed mij watertanden, maar ik kon dat heerlijks niet kopen. Dan maar in godsnaam de blik spinazie aanbreken. Met een blikopener opende ik het blik en zette de geopende blik aan mijn mond en liet het heerlijke groene spul door mijn keel glijden. Sommige reizigers bleven staan en zullen wel gedacht hebben, wat is dat voor een rare oude kerel. Toen ik alles op had voelde ik mij als herboren en stak een pijp op. De geur van de tabak maakte mij vrolijk. Opeens voelde ik mijn bovenarmen dik worden en hard worden als staal en begon ik woeste kreten te uiten. Ik wist niet wat er met mij zo opeens gebeurde. Zal het toch de spinazie wezen, dacht ik ineens.

Ik had mij niet meer onder controle en kwam van de bank af en trok vloekend een afvalbak uit het plaveisel van het perron. De bak gooide ik helemaal verbogen een eind weg. Ik moet er gevaarlijk uit gezien hebben, want de mensen die stil waren blijven staan om te kijken hoe ik dat flikte, namen het hazenpad, zelfs mannen die er uitzagen als boksers renden weg. Toch kwam er een magere stationschef van de spoorwegen naar me toe en wilde mijn naam weten, want ik moest opdraaien voor de schade van de afvalbak en het plaveisel. Gelukkig was ik weer rustig geworden ondanks de enorme kracht die ik nog in mijn body voelde en vertelde de chef, dat ik wel de schade wilde betalen, maar geen geld bij me had.

Tot mijn schrik belde hij via zijn mobilofoon de politie. Even later kwamen dezelfde twee vrouwelijke agenten aanlopen en spraken mij vriendelijk aan. Ze waren erg onder de indruk hoe ik zo sterk was geworden door de spinazie. Ik stelde hun dus voor hun chef te vragen alle agenten uit te rusten met een blik spinazie, tijdens hun surveillance. Dat vonden ze geen goed idee, want dan zouden de bandieten het dus ook gaan doen. Daar schieten we niks mee op, zeiden ze. Ik moest mijn naam opgeven en zou een proces verbaal krijgen voor vernieling en verstoring van de openbare orde. De stationschef wilde mij ter wille zijn en stelde voor, dat ik de schade morgen zou komen betalen en dan hoefde het proces-verbaal niet door te gaan. De politie vond dat een goed idee, dat scheelde hun weer veel werk.

De stationschef nam afscheid van me, maar de twee agentes bleven bij me staan en vroegen mij of ik nog meer spinazie bij me had. Ik had nog een klein blik bij me en liet de inhoud door mijn keel glijden. Ze keken gespannen naar me en toen ik weer vreselijk sterk werd, greep ik ze beiden vast en tilden ze boven mijn hoofd onder het uitroepen van het huilen van een wolf. De meute om ons heen begon te juichen en te klappen en wat waren de twee weer blij toen ik ze weer op de grond neerzette. Ze namen afscheid en beloofden mij ook spinazie te gaan eten, want dan kon de ME wel eens overbodig worden. Dat vond ik een goeie van ze.
Toen ik ze vroeg of ze nog een keer opgetild wilden worden namen ze lachend de benen. Terug bij mijn auto zag ik, dat hij ingeparkeerd stond, maar dat was geen probleem. Ik tilde hem over de andere auto heen en kon toen rustig naar huis rijden.
Een journalist zag het en maakte er een foto van. Sindsdien heet ik sterke Kees.
Het was maar een droom.

Schrijver: kees niesse, 28 mei 2011


Geplaatst in de categorie: woede

3.0 met 1 stemmen 137



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)