Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Nieuwe maan

De burgermeester bij Wouter en Mien:
''Zeg Wouter, je weet, dat het morgen nieuwe maan is, dus komen de ingezetenen weer naar het stadhuis toe om het Wilhelmus te zingen, maar er is wat tussen gekomen.Vanmorgen vroeg ging de telefoon op mijn bureau en kreeg ik de secretaris van het Kabinet aan de lijn. Ik schrok mij kapot, want morgen komt ook de minister president en een vrouwelijke minister hier naar toe, weet ik veel waarvoor. Het wordt dus een drukke dag voor mij, daarom wil ik jullie assistentie vragen. Ik weet, dat jij vaak als butler gewerkt heeft bij de barones in dit dorp, je hebt dus ervaring met bediening van de hoge gasten. Ze schijnen nogal flink te drinken, ik heb dus een extra voorraad jajem in huis gehaald. Wil jij ook helpen Mien, want de ministers hebben te kennen gegeven, dat ze graag stamppot van andijvie met spekkies en een bal gehakt lusten, en ik weet, dat jij daar een kei in bent om het te bereiden.''

De burgemeester verliet de woning.
''Zeg ouwe, wat stonk hij naar de drank, hé?''
''Ik mag dat wel, hij lust ze graag, net als ik.''
De volgende morgen stonden ze al vroeg op.
''Kom we gaan, het is al bijna half tien'',zei hij.
De burgemeester begroette het echtpaar allerhartelijkst en gaf Mien een handkus.
Ze werd er verlegen van.
''Je ziet er leuk uit en dat zwarte fluwelen dames tasje past er mooi bij.''
Ze voelde zich opgelucht, gelukkig wist hij niet, dat ze dat tasje van de buurvrouw had geleend.

''Je weet waar de keuken is, hé. Chantal zal je helpen, ze is een beetje kwaad op mij, omdat ze niet meer bij mijn thuis mag werken. Sinds mijn scheiding deed zij het huishouden, maar het werd te gek met haar. Ik lag nog niet in bed of ze kwam al naar me toe, dat ze het zo koud had. In plaats dat ze nog een deken uit de kast haalde, ging ze naast mij liggen.''
''Dat is toch fijn burgemeester, ik zou het wel weten'', zei Wouter.
''Heb je hem weer'', zei zijn vrouw.
''Ik was er niet blij mee beste mensen, want ze trok haar pyjama uit toen ze het warm kreeg en haalde mij aan. Ik sliep geen nacht meer, dat kon ik niet volhouden. Tijdens de vergaderingen op het stadhuis viel ik steeds in slaap met het gevolg, dat de raadsleden naar de kroeg gingen. Ik heb haar dus ontslagen van haar taak als huishoudster, ze mag nu weer op het stadhuis werken.''

Mien ging naar de keuken om de maaltijden voor te bereiden en de ballen gehakt te braden, de kroketten komen later wel, dacht ze.
Opeens kwam de burgemeester hijgend de keuken in rennen en riep:
''Stop maar met het eten voorbereiden, ze komen niet, er is een kabinetscrisis in Den Haag.
'' Gaat het vanavond wel door?'', vroeg Mien.
''Gelukkig wel, en ik ben blij, dat die gasten niet komen, hoef ik ook niet een welkomstwoord te houden.''
''Waar is Wouter eigenlijk, burgervader? Ik zie hem nergens'',vroeg Mien.
''Die heb ik terug gestuurd naar de tussenhandel van de drank, vragen of ze een deel van de voorraad terug willen nemen. Dat doen ze wel, wij zijn een goede klant van ze.

Zeg Mien, heeft je man het Wilhelmus nog goed in zijn kop, want de dirigent is ziek, nu zal hij het moeten doen.''
''Attenoje, daar vraagt u mij wat, ik denk het wel, want iedere morgen als hij uit bed komt begint hij daar mee, maar alleen het eerste couplet.''
''Dat is niet genoeg, hij moet er drie uit zijn hoofd kennen, dat heb ik hem gezegd, zal mij benieuwen.''
''Kent u het volledige Wilhelmus dan niet? Als burgemeester moet U het zeker kennen, want u moest toch examen doen bij de Commissaris van de Koningin?.''
''Ja, dat is zo, maar dat ben ik al weer vergeten, mijn lijflied is, ''Daar moet op gedronken worden'', dat weet je toch wel.''
Ze moest lachen, wat een idioot, dacht ze.
Chantal kwam de keuken binnen.
''Hallo Krelisie, gaat niet door hé, die hoge gasten, wat een mazzel en meteen kneep ze hem in zijn kont. Mien zag dat en dacht, wat een sloerie is die griet.

Opeens een hoop geroezemoes, daar werd Wouter ondersteund door twee mannen het stadhuis binnen gebracht, stom lazarus. Ze legden hem neer op een bank, in de gang. Een bode bracht gauw een emmer, want hij gaf te kennen, dat hij moest kotsen, en dat deed hij ook.
Mien werd gewaarschuwd en ging naar hem toe.
''Hé schuinsmarcheerder wat heb je nou geflikt, je bent stomdronken, je moet vanavond de dirigent vervangen, want die is ziek. Verdorie nog aan toe, wat een toestand.''
''Krijg allemaal de klere , breng me naar huis, ik wil pitten.''
Krikke kwam ook aangelopen en zag, dat Wouter niet meer op zijn benen kon staan.
''Ook dat nog, wie moet nou het Wilhelmus dirigeren, kan jij het, Mien?''
''Ik help u wel uit de brand burgemeester, komt wel goed.''
Ze ging gauw naar de veldwachter, waarvan ze wist, dat hij het Wilhelmus uit zijn hoofd kon, en legde hem de situatie uit.

''Wilt u het doen veldwachter, dan zal ik zorgen voor een extra portie kroketten voor uw vrouw en kinderen, en voor u een fles jonge klare, er is toch genoeg.''
De veldwachter reageerde verheugd.
''Natuurlijk doe ik dat, komt best goed.''
Wouter werd op een handkar naar huis gebracht om zijn roes uit te slapen. Zijn vrouw bakte de honderden kroketten en de veldwachter dirigeerde het Wilhelmus. Het werd een gezellige avond en de burgemeester was zeer tevreden, en bedankte Mien en gaf haar 150 euro en twee flessen jenever.
''Laat je man morgen bij me komen, dan zal ik hem een uitbrander geven, de natnek.''
''Doe ik burgemeester, geef hem maar flink op zijn donder.''

Schrijver: kees niesse, 2 juli 2011


Geplaatst in de categorie: koningshuis

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 205



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)