Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Gladiolen.

Toen Wouter vroeg in de morgen een grote boodschap op de wc deed ging zijn mobieltje.
''Met Jansen'', zei hij.
''Ja, hier met Krikke, je burgemeester, moet je horen beste Wouter, ik heb een probleem, ik leg in mijn nest met griep en zweet mij een ongeluk. Wil jij wat voor me doen, beste vriend?''

''Natuurlijk burgemeester, zegt u het maar.''
''Je bent een moord vent, Wouter. Het zit zo, ik ben weer alleen, want Elisabeth is er vandoor met de wethouder van seksuele zaken en nu heeft mijn secretaresse mij beloofd mij te verzorgen. Ik wil haar een bos gladiolen geven als ze straks komt, daarom vraag ik je of jij dat kan verzorgen.

''Dat komt helemaal goed, burgemeester. Straks ga ik toch met Mien naar de markt, dan neem ik ze meteen voor u mee. Mogen het ook andere bloemen zijn, als de bloemenman ze niet heeft?''
''Liever wel gladiolen, want ze houdt van gladiolen. Je kent Wendy toch wel?''
''Ja, vroeger zag ik haar wel eens langs fietsen toen ze naar het stadhuis ging.''

'' Mooie meid, hé? Ze heeft toch een hele tijd bij mij gewoond toen mijn vrouw weer eens de benen had genomen. Ze werkte toen halve dagen op het stadhuis en verder was ze bij mij thuis en verzorgde het huishouden, ze kon lekker koken en haar biefstuk was altijd lekker mals. Ze was veeleisend en voor mij niet meer vol te houden, zo'n jonge griet in huis. Vroeg naar bed ging ik meestal en las nog wat stukken door, die ik de volgende dag moest behandelen.

Weet je wat ze flikte, beste Wouter? Ze kwam elke avond naast mijn bed zitten en schonk een borreltje voor me in en zelf zat ze mijn dure cognac te drinken en zat ze maar aan mij te wriemelen. Met haar had ik nooit moeten beginnen. Verschrikkelijk was het, ik zat mij rot te ergeren, want ik kwam aan stukken lezen voor de volgende dag niet toe, omdat ze me steeds aanhaalde en op mijn aandringen naar haar kamer te gaan, gaf ze louloene. Ze kleedde zich vlak voor mijn neus spiernaakt uit en ging naast me liggen. Wilde nachten had ik met haar, je houdt het gewoon niet tegen, maar tijdens de vergaderingen de volgende dag was ik geen mens''.

''Nou, dan mag u wel oppassen, nu ze weer bij u komt.''
''Weet ik, maar ik heb nou griep en ben nergens toe in staat.''
''Tegen drie uur ben ik bij u, heeft u nog meer nodig?''
''Goed dat je dat zegt, beste Wouter. Neem een fles cognac en een doos eieren voor me mee. Lekker een eitje klutsen met cognac, goed tegen de griep.''
''Komt voor de bakker, burgemeester, Mien roept me al, we gaan naar de markt.''
''Doe de groeten aan je lieve vrouw, beste kerel.''
''Doe ik.'', en hij deed de telefoon in zijn zak en kwam van het toilet af.

''Wie belde zo vroeg, ouwe?''
''Krikke, de burgemeester.''
''Wat moet die kerel nou weer?'', zei Mien.
''Hij heeft griep en nou wil hij Wendy verrassen met een bos gladiolen. Ze komt hem verzorgen. Zijn vrouw heeft weer de benen genomen, ze schijnt een verhouding te hebben met de wethouder van seksuele zaken. Of ik die bloemen wil kopen en een fles cognac en eieren.''

''Er staat nog een volle doos eieren in de ijskast, ze zijn al over de tijd heen, geef die maar.''
''Neen darling, dat kan je niet maken. Wat moet ik dan rekenen? Hij zal wel een bonnetje willen zien.''
''Ja, zo'n gluiperd is hij wel, trouwens ik geloof helemaal niet dat hij griep heeft, hij wil natuurlijk weer vozen met die Wendy, zo'n smeerlap is hij wel.''
''Je moet niet altijd het slechtste denken, darling.''

Inmiddels was het echtpaar weer thuis met de benodigde boodschappen voor de burgemeester. Een fles echte cognac, eieren en een bos gladiolen.
''Ik ga het wel effen brengen'',zei Wouter.
''Hij moet meteen poen geven hoor, laat je niet besodemieteren door die hufter'', zei Mien.
Klokslag drie uur belde Wouter aan.
De deur werd open gedaan door een gezette vrouw van middelbare leeftijd.
Hij was verrast, want hij had gehoopt die mooie Wendy te zien.

''Dag mevrouw, de burgemeester had mij gevraagd dit te brengen.''
''Ja, ik weet ervan. De burgemeester is helemaal van de kaart, omdat zijn secretaresse niet mocht komen van de loco Burgemeester. Komt u even binnen, ik ben interieur verzorgster op het stadhuis en moet hem verzorgen. Zal ik u eens wat vertellen, hij is helemaal niet ziek hoor. Zijn temperatuur is 37 graden. Volgens mij wilde hij weer flink van bil met zijn secretaresse. Ik ken dat mokkel, gewoon een sloerie.

Ik zal de bloemen in een vaas doen. U mag wel even in de huiskamer gaan zitten, mijnheer? Wilt u een borreltje voor de moeite?''
''Mag ik niet afslaan, mevrouw.''
Ze pakte een fles jonge jenever uit de bar en schonk twee glazen vol.
''Hier mijnheer, drink maar lekker op. Proost.''
Opeens een geschreeuw van boven:
''Ik wil Wendy.''
''Hoort u dat, die vent is mesjogge. Toen hij mij zag kreeg hij zowaar een wegtrekker, op een dik wijf had hij natuurlijk niet gerekend.

Ergens had ik gehoopt, dat ie mij aantrekkelijk zou vinden, want ik voel wel wat voor een avontuurtje, maar het feest ging niet door.''
Wat een raar wijf, dacht Wouter. Wie kletst er nou zo.
Toen ze drie borrels op had werd ze handtastelijk en keek hem met een loense blik aan. Hij schrok zich kapot en vond het wijselijk naar huis te gaan en dat deed hij ras.

Schrijver: kees niesse, 26 juli 2011


Geplaatst in de categorie: ziekte

3.0 met 1 stemmen 155



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Han Messie
Datum:
26 juli 2011
Email:
hmessielive.nl
Grappig en er maar al te zeer getuigend hoe in het burgerleven fatsoenlijke en vooraanstaande mensen het achter de ellebogen kunnen hebben.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)