Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

In de wolken (2)

De roze blauwe wolk drijft langzaam verder. Jazzy, bluesy en gedreven op droeve akkoorden van hemelse muziek die niet onopgemerkt blijft op moeder aarde. Vol overgave, poëtisch en tot op het bot doordrongen van passie en onvoorwaardelijke liefde. De roze blauwe wolk rokt en rolt. Maar niet voor lang. De wolk krijgt opnieuw bezoek.

“My, my, hey, hey, wat is hier op deze mooie wolk gaande? Begeef ik mij nu tussen arme beroemdheden? Mijn droom komt uit. Knijp eens even in mijn arm. Zijn jullie het echt, Janis, Johnny, James en Lewis, hoe lang zweven jullie hier al rond? Kicken man. De vier wolkgenoten kijken elkaar verbaast aan en schieten gezamenlijk in de lach. James neemt het woord. “Kurt, geweldig, je hebt ons gevonden. We zeiden al tegen elkaar, die laat vast nog van zich horen. Maar wat een toestand heb jij achter gelaten daar beneden. Weet je wel hoeveel volgers jij daar hebt, op moeder aarde? De roem achtervolgt je. Het doet ons bijna verbleken. Maakt niet uit. Gelukkig kun je hier weer tot jezelf komen. Sterallures krijgen is namelijk best lastig in de wolken.”

Daar is Kurt het helemaal mee eens. Kurt is super blij dat hij zijn muziekbroeders gevonden heeft. Hij heeft zich niet voor niets voor zijn kop geschoten. Compleet uitgedoofd neemt hij plaats tussen zijn vrienden. Ook voor hem is er nu een einde gekomen aan begeerte, aversie en verwarring. Hij verkeert in een ultieme staat van Nibbanna. Het ruikt nog lekker ook. Het ruikt een beetje naar de geest van een tiener. Wild en naïef. Voldaan legt Kurt zijn hoofd met blonde manen te ruste op een stukje roze blauwe wolk en geeft zich over aan een zoete droom vol liefde. De liefde die in zijn droom aan hem verschijnt lijkt op een vrouw. Als Kurt zijn armen naar haar uitstrekt wordt hij wakker. Naast hem zit een vreemde vrouw. Zij strijkt met haar handen door een dik bos zwart lang haar.

“Wat doe ik hier, wie zijn jullie?”, mompelt de vrouw voor zich uit. Ze ziet lijkbleek. De tranen staan op haar wangen. Ze herkent niemand van het gezelschap. “Nou lieverd, je bevindt je op een grote roze blauwe wolk, zwevend tussen hemel en hel. Je herkent ons misschien niet onmiddellijk, maar wij zijn een soort vakbroeders, ook wel muziekdieren genoemd. Beneden op aarde werd het ons te broeierig. Wij hebben elkaar hier gevonden en zijn nu op zoek naar de hemel. Net als jij zijn we trouw aan onze ziel gebleven. Ook al schiepen wij één voor één onze eigen demonen, we zijn nu in een fase beland om daar afstand van te nemen. We zijn op aarde nooit begrepen en ergens tussen hemel en hel verdwaald. We zweven hier wat rond en maken er het beste van. Sommigen van ons zijn hier op eigen kracht naartoe gekomen en anderen zijn opgepikt. Dat laatste geldt ook voor jou.”

Terwijl James dit vertelt aan de vreemde vrouw, rollen bij Kurt de tranen over de wangen. Hij beseft pas nu, dat tussen hemel, aarde én hel, de tijd voor altijd stil is blijven staan. Met een schuin oog kijkt hij omhoog naar de magere vrouw die naast hem zit. Haar lijf bibbert en spreekt boekdelen. “Hoe heet je, lieverd?” “Ik ben Amy”, fluistert de magere vrouw, “ik ben blij jullie hier te ontmoeten, ik heb een rottige tijd achter de rug. Mag ik jullie helpen zoeken naar de hemel, jullie zijn zo aardig?” “Geen probleem”, roept de hele club in koor. “We trekken gewoon nog een flesje open, we spuiten wat en slikken en alles komt goed.” Zo leven Janis, Johnny, James, Lewis en Amy nog immer vrolijk verder op een grote roze blauwe wolk. Wie liggend met zijn rug in het gras, starend naar de wolken, heel goed luistert, kan nog steeds genieten van de mooie liederen die het hele clubje dagelijks ten gehore brengt. Rokkend en rollend tot in de eeuwigheid, op zoek naar de zevende hemel.

Schrijver: Mien
Inzender: Rob Mientjes, 3 augustus 2011


Geplaatst in de categorie: heelal

3.0 met 1 stemmen 159



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)