Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Vermoorde liberaal

(voor Federico Garcia Lorca (1899 - 1936))

Je bent geboren in Fuente Vaqueros vlakbij Granada, waar de granaatappelen rijpen en de Spaanse vrouwen hun weemoedige liederen zingen tijdens de was. Als kind struinde je graag door de open velden en langs de knoestige wijngaarden, terwijl je je vader hielp met allerlei boerderijklussen, het liefst kamde je de manen van de paarden of gaf je hen wat haver. Je ouders bezaten een grote lap grond en daarnaast nog een luxe villa in het hart van Granada. Je hoorde vaak de melodieuze pianoklanken weergalmen door de huiskamers, want je moeder had veel talent voor de piano, zoals je vader de suikerindustrie bespeelde. Op je elfde verhuisden jullie naar de villa in Granada, min of meer permanent, daar jij moest studeren voor je toekomst, maar je hield je liever bezig met muziek en theater. Je kreeg pianolessen van een oude, maar stipte lerares met veel gevoel voor humor. Je ging met rasse schreden vooruit, daar je thuis gecorrigeerd en gestimuleerd werd door je muzikale moeder. In feite kreeg je dubbel les. Op je zestiende ging je naar de Sacred Heart University en je studeerde literatuur en compositieleer, waarbij je bevriend raakte met de eveneens muziek minnende leerling Manuel de Falla. Jullie raakten verslaafd aan de folklore-muziek en tijdens geheime opvoeringen vielen jullie vaak bezweet en hijgend in elkanders armen, zonder bijbedoelingen, maar na enkele mondkussen ging er toch een lichtje bij jullie branden. Het overlijden van je pianolerares heeft je veel verdriet gedaan en van de weeromstuit ben je prozawerk in muzikale vormen gaan schrijven, als een soort eerbetoon aan haar. Je dronk wel eens wat teveel in het kunstcafé 'Alameda', maar dat had verder niets om het lijf. Samen met een universiteitsprofessor reisde je door Noord-Spanje, jullie sliepen vaak in één bed en zo ontdekte je de ware aard van je gulle reisgenoot en hij leerde je om er soepel mee om te gaan. Hij had je al gauw herkend en hij streed tegen onwaardige vervormingen op dat gebied. Op je twintigste ging je naar de 'Residencia de Estudiantes' in het bruisende Madrid, waar je rechten en filosofie studeerde, althans voor de vorm, je besteedde veel meer aandacht aan je dicht- en toneelwerk. Je ontmoette Manuel weer, die je openlijk kuste, de latere cineast Luis Buñuel, Salvador Dali, die knotsgekke ideeën nog knotsgekker uitvoerde, en de erudiete dichter Juan Ramon Jimenez, achttien jaar ouder, maar gedreven als nooit tevoren en bovendien van dezelfde soort zeg maar. Door de nachtelijke festijnen kwam je tot een hilarisch toneelstuk en met hulp van je broer Francisco lanceerde je je dichtbundeldebuut, waardoor je al ras in literair aanzien steeg. Daarna wijdde je je aan de diepste wortels van de flamenco en de inheemse balladen, je zocht als een gek naar de essentie van de Andalusische ziel, je spitte als een boerenarbeider in ongerepte gronden, totdat je de archeologische vondsten op rijm zette en 'Romancero Gitano' verscheen, de zigeunerbundel, die je in één klap beroemd maakte, de sexy vrouwen krioelden rond je faam, maar je lachte ze allemaal van je lijf. Je belde 's nachts bij Salvador aan, je dronk met hem vele wijnflessen leeg, je wilde hem zoenen, omarmen, beminnen, maar hij stootte je van zich af en je viel met je gekwetste hoofd tegen een ezel, dwars door een vers werk van hem. Hij vervloekte je en smeet je op straat, toen je wakker werd, wist je dat hij niet echt van de partij was, zeker niet toen hij later met de galante Gala trouwde, al zegt dat niet alles. Wonder boven wonder kreeg je een gelukzalige relatie met de fraai geschapen beeldhouwer Emilio, die heel wat ellende goedmaakte. Toch had je grote moeite met je dubbelleven, als gevierde schrijver deed je je anders voor dan in je privéleven, waar je jezelf kon zijn, wat je ook zo graag in het openbaar wilde zijn, maar je kende de macho-afkeer van de meeste Spanjaarden. Je maakte een reis naar Amerika en je studeerde Engels in New York, voor de vorm dan, want in feite schreef je er je posthuum uitgegeven 'Poeta en Nueva York', waardoor Sting 'An Englishman in New York' maakte. Terug in je diepbeminde Spanje ging je met een reizend theater de uithoeken van Spanje verblijden met gratis theatervoorstellingen, geregisseerd en mede-geacteerd door jou. Als een ware socialist trakteerde je de weggestopte armen op hoogstaande acteerkunsten, zoals de theaterroots dat deden. Je had zoveel armoede gezien in Havana en New York, dat pikte je niet! Daarnaast schreef je taboedoorbrekende, vrouwen en homo's bevrijdende toneelstukken, want je wist dat de mannelijke ratio, die zoveel bestuurde, zeer beperkt was en veelal destructief. De laatste tien jaren van je goddelijke leven woonde je in een zomerhuis te Huerta de San Vicente, waar je nog veel geschreven hebt, in vrede en welzijn, genietend van de beste wijn en de beste mannen. Door je liberale opvattingen was je zeer verdacht bij de Franco-aanhangers en nadat de linkse burgemeester van Granada vermoord werd, werd jij gearresteerd en weggevoerd. Je omgevallen inktpot druppelde nog lange tijd na. Eenmaal voor de geweerlopen van de nationalistische roofdieren, scholden ze je uit voor vuile flikker en spuugden ze respectloos op de grond. De drie anderen naast je bibberden vanwege het vooruitzicht, maar jij hief trot je hoofd omhoog, je zwaaide nog een keer theatraal naar de verbaasde bruten en daarna waren er de snelle pijnscheuten van de ingeslagen kogels, een verbeten droefenis rondom je liefdesmond en nog sneller de akelige gewaarwording van de onvrijwillige dood. Toch moet je weten dat één van de schutters bewust naast heeft geschoten, omdat hij het onrecht aanvoelde en net als jou was en de scheldwoorden in zijn eigen ziel als dodelijke kogels ervoer.

Schrijver: Joanan Rutgers, 8 september 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 55



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)