Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Goudeerlijke vrouwenversierder

(voor Gustav Klimt (1862 - 1918))

Je bent geboren in het plaatsje Baumgarten dichtbij Wenen, waar je vader Ernst de kost verdiende als ploeterende goudgraveerder, waar hij werkte met goud, was zijn salaris geen vetpot en de armoede zorgde ervoor dat jullie steeds gingen verkassen naar goedkopere woningen. Je had nog zes broers en zussen en je moeder Anna droomde ervan om een musicalster te worden, wat bij dromen bleef. Er waren zelfs barre tijden, dat je vader zonder inkomen zat, wat je diep gekrenkt heeft, waardoor je later met bladgoud hebt gewerkt op je peperdure schilderijen, om zijn schande en gouden hart alsnog recht te zetten. Je ouders ontdekten dat je artistieke gaven bezat en daarom stuurden ze je als veertienjarige naar de Weense kunstschool, twee andere broers van je ook, een gewaagd plan, maar ze geloofden in jou. Je werd danig beïnvloed door een populaire, historische kunstschilder, Hans Makart, en tijdens je schilderlesjaren was nog niet te ontdekken, dat je vernieuwend was, dat hield je lange tijd verborgen en je voerde de spanning op. Op je achttiende was je klaar met de kunstschool en je begon aan kleine opdrachten te werken, zo maakte je fijnzinnige muurschilderingen en zat je net als Michelangelo de plafonds te versieren. 's Nachts zat je eerst in kunstenaarskroegen en daarna tussen de benen van een Weense prostitué. Voor je schilderwerken in het Burgtheater ontving je zomaar de Gouden Orde van Verdienste, wat je een push-up gaf en je richtte de Wiener Secession op, een Jugendstil-stroming, waar je tot 1908 aan meewerkte. Op je dertigste stierven je vader en je broer Ernst, wat je zwaar versomberde, maar ook je schilderdrang versterkte, je voelde een woede in je om grofeerlijk te schilderen wat jij voor waar hield en dus ontstonden de meest prachtige naaktschilderijen ooit geschilderd, soms in obscene houdingen, waardoor de preutse meute je van lelijke pornografie betichtte, waardoor jij er een schepje bovenop deed en je persoonlijke veldtocht tegen de hypocriete bourgeoisie was begonnen. Vrouwen zou je schilderen, van vlees en bloed en taboedoorbrekend, je hield van hun erotische waanzinnigheden en de indrukwekkende uitstraling van de femme fatale, je speelde met vuur om het vuur te temmen. Je had de geleerde, aantrekkelijke Emilie Flöge ontmoet, die een modehuis runde en je het sierlijke van vrouwelijke kledij toonde, wat in je werk terugkwam. Ze was de vrouw van je leven, ook al ben je nooit met haar getrouwd, haar intuïtieve invloed stimuleerde een groot deel van je kunstenaarsziel. Ze was in feite de vleesgeworden vrouw van jouw geschilderde fantasievrouwen. Zoals zij van haar wijn nipte, dat overtrof al jouw schildertalenten. Je ging met haar de zomervakanties vieren, je genoot van de golfbewegingen van de Attersee, waar je op het strand nieuwe schilderijen schilderde, terwijl je door een telescoop tuurde, kroelend door je zwarte baard, terwijl Emilie naakt door de branding rende, haar borsten sappig heen en weer bewegend. Omdat je libido licht ontvlambaar was, moest je noodgedwongen je hoofd afwenden om niet met een tent betrapt te worden. Ze was te heilig voor je, liever neukte je met je lichtzinnige modellen en betaalde hoeren, dan haar met je dierlijke geslachtsdriften te bezoedelen. Je maakte van al je modellen schoonheidskoninginnen, opgesierd met bladgoud, zoals de Russische iconenschilders dat ook deden. Je schilderde zuipschuit Schubert op de piano pingelend, de rillingen veroorzakende supersexy Adele Bloch-Bauer (God, wat heeft zij je naar de erotische Mont Blanc gevoerd!) en natuurlijk 'De Kus', die qua compositie volmaakt is. Samen met anderen werkte je in het Brusselse Palais Stoclet, waar een steenrijke Belg veel voor je verdiensten betaalde, waardoor je de beste verfsoorten kon kopen en je seksuele rooftochten kon voortzetten. Je ontdekte de Freudiaanse waarheden en je wist hoe je je knettergekmakende geilheid omzette in het scheppen van uiterst aantrekkelijke vrouwen, bijna als een masochistische slaaf. Het schilderproces deed je het liefste in een lang gewaad, daaronder piemelnaakt, en met lederen sandalen, want je wilde zo min mogelijk gehinderd worden door lastige, stroeve kleding. Ging je vroeger graag uit stappen en naar de roodverlichte bordelen, nu wilde je voornamelijk ijzige stilte en waren je vrijgevige modellen tevens steevast je minnaressen. Je zag het werk van Munch, Bonnard, Matisse en Toulouse-Lautrec. Je roem ging opwaarts en je werd eredocent aan de universiteiten van München en Wenen, waardoor je opeens geconfronteerd werd met veertien mensen, die claimden jouw kinderen te zijn. Je herkende slechts drie van hen, o.a. van Maria, een wasvrouw uit Praag, en Mizzy, voormalige modellen. Je won de eerste prijs met 'Dood en leven' bij de wereldtentoonstelling in Rome. In 1915 stierf je stokoude moeder en je begon aan allerlei schilderijen te werken, die helaas onaf bleven, daar je drie jaar na je moeder ging hemelen, vanwege een beroerte, waardoor je deels verlamd raakte. Als gevolg van een griepepidemie kreeg je een fatale longontsteking. De laatste mondkus, die Emilie je op je sterfbed gaf, had je graag bewust meegemaakt, want daarin lag meer liefde dan van alle minnaressen tezamen. Je grootste muze bedankte je dan ook voor al die unieke kunstwerken, waarin je de vrouw zo diep doorleefd en waarlijk geniaal hebt geëerd en zieldiep bemind.

Schrijver: Joanan Rutgers, 8 oktober 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.0 met 1 stemmen 66



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)