Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Subtiele Karthuizer

(voor Giorgio Morandi (1890 - 1964))

Je bent geboren in de mooie stad Bologna bij je vader Andrea en je moeder Maria, die goed voor jou zorgden. Dat deden ze ook voor je broer Giuseppe en je zussen Anna, Dina en Maria Teresa. Aan de via Lame bakte je gezette moeder de heerlijkste, zelfgemaakte pizza's, waarbij jij je verbaasde over de stenen kommen en kannen, de mooi gevormde schalen en de lichtvallen in de geopende wijnflessen, waarbij de geur je deed sidderen van levensgenot. Je kon uren gluren naar de handgemaakte kruiken en de eenvoudige, maar zo blijmoedig organische vazen, waar je moeder zelf geplukte boeketten in toverde, terwijl de pizzageuren uit de houtoven walmden. Je zingende moeder, gedreven in de kookkunst, graaide naar allerlei potjes en flesjes, die ze achteloos op de keukentafel zette, omdat ze snel verder moest, waardoor jij verdoofd door die zalige momenten, wat intuïtief met de potjes, kannen en flesjes in de weer ging, je schikte ze als broeders en zusters liefdevol bij elkaar, dat ene kannetje nog iets naar rechts en die hoge olijfoliefles iets naar achteren, zodat het kannetje met suiker beter tot zijn recht kwam. Door de milde lichtval van buiten verbleekten de zachte kleuren tot bijna een geheel. 'Wat ben jij nou aan het doen?', vroeg je moeder verbaasd. 'O, niets!', zei je dromerig, maar je kon zelf nog niet weten dat de kunstschilder in je moeders keuken geboren werd. 'Wil je alles weer netjes terugzetten voor mij?', vroeg je moeder. Dat deed je maar al te graag en met uiterste voorzichtigheid, want je had een diep respect voor haar culinaire heiligdom. Op je dertiende stierf je broer Giuseppe, waar je heel veel verdriet om hebt gehad en waardoor je meer en meer een introvert leven bent gaan leiden, want de weg naar binnen boeide je het meeste. Je leerde jezelf de kneepjes van de schilderkunst, waarbij je koos voor enkele zachte kleuren; wazig geel, oker, grijs blauw en rose. Bijna schemerig op je doeken smerend. Je behaalde uitstekende resultaten op de Accademia di Belle Arti, waar je traditionele schilderlessen kreeg, geworteld in de 14-de eeuwse schilderkunst. Via boekwerken over de etstechnieken van de Hollandse grootmeester Rembrandt leerde je jezelf de etskunst. Je was een autodidact in hart en nieren. Op je negentiende stierf je geliefde vader en ineens werd je het hoofd van het gezin, terwijl jullie naar een schameler huis aan de via Fondazza gingen wonen. Daar kreeg je een eigen ruimte, waar je sliep en schilderde, het zou voor altijd jouw atelier blijven, waar je de Italiaanse schilderkunst verbijsterde met je onafhankelijk verworven stijlelementen. De laatste twee jaar van je opleiding rebelleerde je volop tegen de conservatieve professoren en in 1914 werd je instructeur van de tekening voor basisscholen, waar je een goed inkomen aan overhield, zodat je voldoende doeken en verf kon aanschaffen. Daarna werd je professor in de etskunst aan de Accademia di Bella Arti tot 1954. Je bestaanszekerheid zat in kannen en kruiken, na je werk zonderde je jezelf af in je atelier en verschoof je eindeloos je verzamelde aardewerk en glaswerk om tot de volmaaktste composities te komen, die je dan uiterst subtiel weergaf, alsof je er zo uit zou kunnen eten en drinken. Je zag huizen verrijzen, geliefde dorpen uit de omgeving en beelden van je zomervakanties in het dorpje Grizzana, waar je een beeldschone naaister hebt ontmoet, de enige erotische affaire uit je hele kluizenaarsbestaan, maar wat een zielsverbrijzelende impact! Ze papte met zoveel loslopende honden aan als ze aankon, ontdekte je pas later, maar tijdens je ongekende, rauwe seks met haar geloofde je behekst in een toekomst met haar, maar zij spiegelde je maar wat voor, de trouweloze nymfomane, ze had je grof gezegd gewetenloos genaaid voor haar eigen gewin. Ze liet je dan ook vallen als een misbruikte baksteen, jou in ontgoochelde verwarring achterlatend. Je zwaar gekwetste wezen trok zich defensief terug binnen de warmte van je vertrouwde gezinsleven, waar je moeder en je zussen je aangenaam vertroetelden met echte gezelligheid en zelfgebakken lekkernijen. Je zou die bekende veiligheid nooit meer loslaten. Je zag de werken van Cézanne, Picasso, Derain, Rousseau, Giotto, Masaccio en Uccello. Het gevolg was dat je nog zuiverder ging werken met nog meer verbeten inzet. Je steunde een tijd de fascistische partij en kunstenaarsgroep, maar tijdens de tweede wereldoorlog had je veel anti-fascistische vrienden, wat je zelfs een arrestatie opleverde. Mensen roddelden dat je aan straatvrees leed, de simpele zielen konden zich niet voorstellen dat je gebukt was over je vers geurende schilderijen, dat je geen betere minnaressen erkende, dat er bij hen geen hartverscheurende afwijzingen te vrezen vielen. Weer anderen kletsten wartaal over het samenwonen met je zussen, ze spraken over een incestueus broeinest, de kwaadaardige onbenullen en zwartmakers. Wanneer je met je zielsvriend Giacomo Manzu zes flessen wijn had opgedronken, vertaalden de miezerige buren de dronkemansgeluiden als verafschuwde herenliefde en keken ze vaak geschokt van je weg, wanneer je hen overdag passeerde. In 1948 won je een eerste prijs in Venetië, later in Rome en in het buitenland. Je mysterieuze vrolijkheid kon men maar niet vatten, ze snapten niet hoe een mens zo gelukkig kon worden van urenlang ploeteren op een schilderdoek, maar jij wel, want jij had daarmee de kern van je ziel volstrekt blootgelegd en dat was een intens blijmoedige verademing. Je zorgzame zus Maria Teresa hielp je met eten, verschonen en naar het toilet gaan, toen je lange tijd bedlegerig was vanwege ouderdomskwalen, je lachte zielsdiep wanneer ze een wijnkruikje naast je zette, op de avond van je overlijden heb je de geleegde wijnkruik in je handen geklemd, als een dierbare betast, hem teruggezet en er een bloem in gezet. Je zus huilde eindeloos door, ook vanwege die bloem, want het bleef een raadsel hoe je die bemachtigd had, maar iedereen begreep de symboliek, je had de echte liefde van anderen zo ontroerend diep liefgehad, dat je in al je zwijgzaamheid het meeste had gezegd.

Schrijver: Joanan Rutgers, 11 oktober 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.0 met 3 stemmen 90



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)