Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Briljante doorzetter

(voor Henri de Toulouse-Lautrec-Monfa (1864 - 1901))

Je bent geboren in een droomkasteel van je adellijke ouders, waar je excentrieke vader graaf Alphonse-Charles leefde alsof hij deel uitmaakte van een voornaam stel ridders, die geheime codes hanteerden en met name zijn uitgestrekte landgoed tegen roofzuchtige invallers beschermde. Zijn veelal denkbeeldige mederidders reden als trotse strijders door de nachtelijke wouden, maar niemand heeft ze ooit gezien, behalve je vader. Je moeder Adèle-Marquette was een volle nicht van je vader, om het erfgoed te behouden trouwde de adel vaak binnen de familie, met de nare gevolgen van inteelt vandien, waardoor jij een fragiel beendergestel had en met fysieke mismaaktheid kampte. Een broertje van jou werd maar één jaar, wat levenslang een groot gemis voor je bleef, al heb je veel compensatie gevonden in trouwe geestverwanten. Dat je vader zich voor jou schaamde, heeft je zieldiep gekrenkt, maar je zette het om in een vurige bewijsdrang, wat op zich tragisch was, maar wat je wel beroemd heeft gemaakt. Hij had zich beter voor zichzelf kunnen schamen, de hautaine bruut, die ook nog eens op je vierde van je moeder ging scheiden, die er toen alleen voorstond, maar niet bij de pakken neer ging zitten en op je achtste nam ze je mee naar het grote Parijs, waar je ging studeren aan het Lycée Fontanes. Je was er een van de besten, maar op je tiende moest je vanwege gezondheidsklachten van school en deed je aan huisstudies in Albi, maar je miste je schoolvrienden, je vereenzaamde, je versomberde. Op je veertiende brak je beide dijbenen, wat de groei van je benen deed stoppen. Je moeder wist dat je het jezelf had aangedaan, ze wist hoe ongelukkig je was, maar ze zweeg uit mededogen, al begreep je de solidariteit van haar tranen. Dwerggroei door inteelt leek erop je verdere leven voorgoed klein te houden, maar je groeide uit tot een van de grootste kunstenaars aller tijden, je verweerde je met hand en tand, ook al kwijlde je als een Sint-Bernard, sprak je als een vlinder en was je zo bijziend als een orka in een goudviskom. Bruisend van goddelijke energie, behept met magische doorzettingskrachten, overtuigde je je ouders van je schildertalent en op je zeventiende kreeg je les van de paardenkunstschilder Princeteau, een vriend van je vader, die eveneens dol op paarden was. De keren dat je bij je vader op bezoek was, kreeg je de heerlijkste wildgerechten met uitmuntende wijnen en zijn vroegere schaamte leek verdwenen. Er viel eer met jou te behalen, dat zag hij wel met zijn stomdronken tronie. Je kreeg les van de academisch onderlegde kunstschilder Bonnat, die je tekeningen maar zozo vond. Bernard liet je kennismaken met de impressionisten en je herkende veel, zo niet alles, in hun beweegredenen en aarde schuddende uitvoeringen. Je beleefde de meest heerlijke seksmomenten met je maîtresse Marie, die alles deed om je te verwennen. Op je twintigste kreeg je je eigen atelier in Montmartre, toch handig rijke ouders, en je leerde het boeiende nachtleven kennen. Je bezocht 'Le Chat Noir', een cabaretgebeuren, waar je gesprekken voerde met Hugo, Zola en Daudet, tóe maar! en je nipte van je cognac uit de flacon in je wandelstok om geld te besparen. Omdat je het nachtleven schilderde, werd je veracht door de zonne-aanbidders en ook omdat je rijke heren te kak zette, die arme hoeren uitbuitten. Je werd dik bevriend met de Hollandse kunstschilder Van Gogh, die net zo in het leven stond als jij, ook tegen de bierkaai vocht, tegen alle misdadige onrechten, je portretteerde hem, drie jaar later vernam je dat hij zichzelf had doodgeschoten, alsof het jezelf betrof, zo verdrietig was je erom, want hij was als een broer voor jou. In de Moulin Rouge kreeg je vriendschappen met allerlei circusartiesten, die net als jij uiterlijk merkwaardig waren, maar innerlijk de massa verre overstegen. Je woonde vier jaar naast de arrogante Degas, die neerkeek op de emoties, die je gaf aan de geschilderde danseressen. Je maakte gekleurde posters, die alom geëerd werden. Het werd duidelijk dat je een voorloper van het expressionisme was, een ziener dus, je tijd ver vooruit, terwijl je soms perioden in de bordelen inwoonde en als alcoholverslaafde in de directe omgang weinig zinnigs had te melden. Toen je seks-maatje Suzanne een zelfdodingspoging deed, maakte je het uit met haar, bang dat je haar negatief beïnvloedde. Overigens modellen genoeg voor jou, vaak overgaande in bedpartners, maar veelal van korte duur, vooruitlopend op de snackcultuur en de gebruiksconsumptie. Je slapeloosheid dreef je vaak in de armen van emotioneel gestoorde hoeren en de syfilis beet als een koningscobra in je opgezette nek. Je dikke kop verried je alcoholische overdaad en door je bevende handen stokte het schilderen, een delirium tremens bracht je in een afkickkliniek, maar daarna hervatte je de slemppartijen, de seks met jonge vrouwen, maar je voorvoelde de totale ineenstorting. Terug in Parijs kreeg je een zware beroerte en je moeder nam je, voorgoed gebroken, mee terug naar het familiekasteel Malromé, waar je voortdurend getergd werd door flitsen van je erotische belevenissen en je schildergeploeter, maar vooral door je intense eenzaamheid, die je bij al die dierbaarste momenten bent blijven voelen. Je moeder huilde onafgebroken op je zo diep en wreed alleen gelaten hart.

Schrijver: Joanan Rutgers, 16 oktober 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

4.0 met 1 stemmen 67



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)