Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Dappere solist

(voor Emile Henri Bernard (1868 - 1941))

Je bent geboren in Lille, waar je vader werkte als textielindustrieel en je moeder grotendeels haar aandacht gaf aan je zus Madeleine, die vaak ziek was, waardoor je voor je behoefte aan aandacht naar je oma ging, die in de stad een grote wasserette bestierde. Je oma was dan ook de grootste fan van je tekenkunst, terwijl je botte vader walgde van je tekenambitie, omdat je daar geen rooie cent mee verdiende, begrip voor kunstzinnige details was hem vreemd, daar hij dacht in grote, directe transacties. Op je tiende verhuisde je naar Parijs, je zat op de school Saint-Barbe, de School voor Decoratieve Kunst ('Dan moet je het zelf maar ondervinden!', capituleerde je vader) en op je zestiende ging je naar de School voor Schone Kunsten, in het Atelier Cormon, waar ook je vrienden Toulouse-Lautrec en Anquetin hun opleiding genoten. Je was een eigengereide, wilde jongeman, die nauwelijks te handhaven was, maar je wilde toch de basistechnieken meester worden, wat je snel onder de knie had, alleen baalde je enorm van de achterhaalde schoolsystemen en je verzette je openlijk tegen zinloze opdringerigheden, waardoor je van school werd verwijderd, ook omdat je tijdens je driftbuien de leraren voor rotte vis uitschold en hun blinde slaafsheid verweet. Je kende inmiddels de impressionistische en pointillistische stijlen. Samen met Madeleine maakte je een lange wandelreis door Bretagne, waarbij je in Concarneau door Schuffenecker op de kunstkolonie Pont-Aven werd gewezen, waar Gauguin de scepter zwaaide. Je schilderde de zeventienjarige Madeleine op 'Madeleine in het Bois d'Amour', een meesterwerk op je twintigste! Gauguin was blij je te ontmoeten, want je gerijpte stijl beïnvloedde zijn zoekende kunstenaarsziel, dus keek hij handig af en hij had ook nog het lef om met de eer te strijken, omdat hij superarrogant was en graag alleen de grote vernieuwer wilde zijn. Jij keek tegen hem op, maar dat was nergens voor nodig, want hij stal je stijl en dat wist je, daarbij zat hij ook nog te flikvlooien met je naïeve zuster. Terug in Parijs ontmoette je de beschonken Van Gogh, die lyrisch was over je schilderwerk, maar dat kon ook met de Groene Fee te maken hebben, het was sowieso een van kunst bezeten malloot, zodanig, dat het zorgwekkend werd en schrik aanjaagde, die mafkees werd zijn schilderijen, hij kon geen afstand bewaren. Je schilderde je diep vereerde oma, die je trakteerde op zelfgebakken taart en samen met Van Gogh, Toulouse-Lautrec en Anquetin exposeerde je in een restaurant, waarbij Vincent jullie vieren doopte tot de School van Petit-Boulevard, een overdrijving die hij als enigste serieus nam. Je ging te voet terug naar Pont-Aven, waarbij je twee maanden halt hield in de herberg van madame Lemasson, je deelde enkele nachten het kraakbed met haar en tijdens die geestverruimende zaligheden ontdekte je de werking van donkere contouren. Gauguin was onaangenaam, omdat hij zich betrapt voelde, maar het werd toch een artistiek feest tussen jullie, als hij maar voldoende dronk en hij zichzelf de meerdere kon voelen, ondanks dat hij je paaide met loftuitingen over je kunstideeën, wat maar een afleidingsfacet was. Jij streefde naar de volstrekte eenvoud, zodat iedereen je werk kon begrijpen, ook gevoelloze botteriken zoals je vader. Op je twintigste schilderde je een zelfportret met een portret van Gauguin, wat Gauguin gelijk afpikte, met niet jou, maar Vincent op de achtergrond. Als jaloerse honden imiteerden jullie elkaar, zo aapte Vincent jouw 'Pardon in Pont-Aven' na, zij het dat hij zachtere kleuren gebruikte. Toch maakte Vincent daar een knieval voor jou. Je wist heel goed dat die twee dronken schooiers zich door jou lieten inspireren, maar zo gaan die zaken, ook op hoog niveau. Jij was weer jaloers op hun samenzijn in Arles, omdat je ondanks hun onhebbelijkheden van beide heren hield. Ook de religieuze en spirituele symboliek hadden ze van jou overgenomen, als uitgeholde bloedzuigers, door zwarte schimmen bezeten vampieren. Je maakte 'Bordeelscène' voor Vincent, omdat je wist dat hij zijn heil vond in de meest gore plekken van verloedering. Pas dan is het tegendeel op unieke wijze voelbaar. Jullie aapten allemaal de Japanse prentkunstenaars na en je werd officieel ingelijfd bij de impressionisten. Op je vijfentwintigste keerde het tij voor jou, toen de graaf Antoine de La Rochefoucauld je geld gaf, zodat je kon gaan reizen door Spanje, Italië en Egypte. 'Het zal je kijk op de kleurenwereld doen veranderen, mijn waarde!', stelde hij, welnu, dat deed het zeker en ten nadele van je vurige, gedurfde vernieuwingsdrang, want je zakte in en je viel terug op een matte, klassieke onbeduidendheid. Je vond in Egypte je bruid, een adembenemende Cleopatra met benevelende erotiekkennis, in 1904 keerde je met haar terug naar Parijs, een matte schim van wie je was geweest, gedrogeerd door warme oorden en liefdesvervulling, drankverslaving en teren op de oude roem. Je stierf in je rommelige atelier op het erudiete Île Saint-Louis, met de verfkwast omgekeerd in je mond, de ware verfpassie lang geleden verloren.

Schrijver: Joanan Rutgers, 7 november 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.0 met 1 stemmen 55



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)