Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Gestolde lichtmagie

(voor Rembrandt Harmenszoon van Rijn (1606 - 1669))

Je bent geboren aan de Weddesteeg in Leiden, waar je vader Harmen Gerritszoon van Rijn molenaar was van de molen 'De Rijn' en je moeder Neeltgen Willemsdochter van Zuytbrouck als dochter van een bakker de heerlijkste taarten en koekjes bakte. Je was hun negende kind en je doorliep de Latijnse school, al zwierf je liever door de straten, terwijl je voor een antiekzaak ademloos wegdroomde bij een schilderij, waar het zonlicht een gedeelte van verlichtte en langzaam zag je het licht opschuiven, terwijl je driftig 'Stop nou!' schreeuwde, toen je het verlichte gedeelte ineens perfect vond, maar het heldere hemellichaam is niet te dirigeren. 'Wacht jij maar eens af!', zei je. Je ontdekte later om het duistere te transformeren en met Christuslicht en engelenlicht andere mensen en je kunstwerken te verheffen. Op je veertiende werd je ingeschreven voor de Leidse Universiteit, maar omdat je hart niet bij de rationele studie lag, werd je een vlijtige leerling van de gedreven geschiedenisschilder Jacob van Swanenburgh, wiens werk je met enige afgunst vervulde, maar vooral met groot ontzag en de jeugdige wil om ook zo te leren schilderen of wie weet wel beter. Na Jacob ging je een half jaar in de leer bij Pieter Lastman te Amsterdam, waardoor je eigen meesterschap groeide en je zo hier en daar een pintje pakte en naar de appetijtelijke jonge deernen floot. Op je zestiende had je samen met je vriend Jan Lievens een atelier in Leiden, wat je twee jaar volhield, want je werkte liever in je eentje en rond je eenentwintigste had je al leerlingen als Gerrit Dou en Isaac de Jouderville, die respect voor je hadden. Je werd gespot door de staatsman Huygens en prins Frederik Hendrik, die beiden veel van je werk wilden kopen en omdat er in Amsterdam meer te halen viel, ging je daar wonen. Je focuste op de portretkunst, wat veel opdrachten opleverde en terechte waardering, je roem verspreidde zich als een lopend vuur en jij perfectioneerde je schilderstijl. Het geld stroomde met bakken uit de hemel en je liep naast je schoenen van eigendunk en een goed gevulde portefeuille. Je deed goede zaken met de kunsthandelaar Hendrick van Uylenburg en op je achtentwintigste kreeg je een hartstochtelijke liefdesrelatie met zijn goed gevulde nicht Saskia van Uylenburg, een dochter van de burgemeester van Leeuwarden, die sinds ze wees geworden was met haar zus Tietje in Sint-Annaparochie woonde. Haar nicht Hendrickje was weer getrouwd met de Friese kunstschilder Wybrand de Geest. Je bent met haar getrouwd in de Van Harenskerk te Sint-Annaparochie, zonder enig familielid van jouw kant. Op je schilderwerk 'Artemis' staat een mollige, lelijke vrouw en het kind, die een wijnschelp aanbiedt, is vele malen knapper. Een gemiste kans om de godin Artemis te eren. Je werd lid van het Amsterdamse Schildersgilde en je portretteerde je teer begeerde Saskia als de lentegodin Flora in een zeer laag decolleté met melkwitte borsten. Op 'Danaë' zien we een naakte vrouw, die een onzichtbaar iemand in haar bed uitnodigt, schichtig geholpen door haar aftandse dienstbode. Je woonde in bij de goedzak Willem Boreel, die een aardig pand aan de Nieuwe Doelenstraat bezat, waar jullie zoon Rumbartus na twee maanden overleed. Drie jaar later overleed jullie dochter Cornelia, die maar drie weken leefde. Zwaar versomberd en innerlijk gebroken verhuisden jullie naar een riant huis aan de Jodenbreestraat, met een hoge huurprijs, maar de zaken gingen aardig, al hield je niets over, daar je een gat in je handen had en op grote voet leefde. Voor enkele bijbeltaferelen liet je je joodse buren poseren, want dat vond je waarheidsgetrouw. Door de invloed van de Utrechtse Caravaggisten ijverde je om dé specialist van de lichtvallen te worden, wat je blijkbaar is gelukt, al hebben de critici verblind door het felle zonlicht en beneveld door de schitteringen grotendeels overdreven, want ze zagen niet je opzettelijke effectbejag en de monsterlijke saaiheid van 'De Nachtwacht', je onderwerpen misten fantasie. Je bent in euforiestemmingen vergoddelijkt, terwijl je in wezen een gewiekste technicus was, die inspeelde op het volkse, vroomgelovige, naïeve sentiment. Jullie tweede dochter Cornelia stierf na een maand en op je vijfendertigste werd jullie zoon Titus geboren, maar kort daarna stierf je diepbeminde Saskia aan tuberculose. Haar verpleegster, de weduwe Geertje Dircx, had je verleid met haar sexappeal, waardoor je voor de bijl ging en je rouw fysiek afreageerde op haar, daarbij bleef je haar niet trouw en rommelde je maar wat aan, wat zij niet pikte, waardoor je haar naar een armoedig spinhuis in Gouda stuurde, met sieraden van wijlen Saskia, die ze verkocht, en je gaf haar jaarlijks tweehonderd gulden alimentatie, als ze zich maar koest hield. Een echte, nieuwe geliefde kwam in de oogverblindende gedaante van Hendrickje Stoffels en met haar kreeg je een dochter Cornelia, terwijl de protestantse kerk haar verbande, omdat ze ongetrouwd met jou van bil ging, waardoor ze volgens hen een hoer was. Fraaie heerschappen, die gelovigen in kromme, luciferische gedachten! In je dromen keelde je die dwaze, aangepaste slampampers een voor een. Hendrickje stond model voor 'Bathsheba bij haar bad', waardoor we haar fijne, harde borsten kunnen bewonderen, met daarboven een bewonderenswaardig gelaat en in haar kruis een raar stukje dwarrelstof om haar donkere schaamharen te bedekken, wat je op 'Badende vrouw' gelukkig minder preuts hebt gedaan en dat is dan ook ondanks de bedekkingen van het nachthemd veel erotischer. Omdat je ver in het rood kwam te staan, besloot je je verzameling oude schilderijen, beelden, Japanse kledij, Aziatische snuisterijen en blinkende mineralen te verkopen, maar desondanks moest je toch verhuizen naar de Rozengracht honderdvierentachtig en je schilderij voor het nieuwe stadhuis werd tot je grote woede afgewezen. In 1663 stierf je liefdevolle levenstroosteres Hendrickje en vijf jaar later je zoon Titus, die nog maar pas getrouwd was met zijn zielsdiepzinnige nicht. Niet lang daarna hebben ze je voor vijftien gulden in de Westerkerk laten begraven, niet beseffend dat je schilderwerk later tot de hoogste betalingscategorieën is gaan behoren.

Schrijver: Joanan Rutgers, 4 december 2011


Geplaatst in de categorie: schilderkunst

4.0 met 2 stemmen 101



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)