Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

HET VUURSPEL (tweede deel)

De brandende kastanjeboom toverde een groot kunstwerk. Zijn vlammen zorgden voor levendige verschijnselen in Marja's kamer. De wanden, behangen met crêpepapier, veranderden in roze en beige velden, waar een felrode rivier doorheen stroomde. Aan beide oevers stonden bomen vol mooie vruchten. In die prachtige boomgaard liepen allerlei dieren rond: olifanten, giraffen, paarden, beren en apen.
De apen en beren klommen tegen de stammen op, over de takken. Die behendige poten plukten vruchten en lieten deze vallen voor de dieren die niet konden klimmen.
"Een boomgaard, waarin dieren de baas zijn. Prachtig!" riep Marja.
"Straks wordt een van die apen of beren koning over de boomgaard," voorspelde Franka.
"Ssst, stil zijn. Wacht maar rustig af," fluisterde Rudolf... De vier grote mensen keken zwijgend toe. Maar geen van hen dacht meer aan het gevaar van de brandende boom daar buiten.
Mooie vogels streken neer, aan de rivier en in de fruitbomen. Reigers, valken en zwaluwen stonden vredig bij elkaar.
"Enig, roofdieren en zachtzinnige dieren zien we als goede kameraden met elkaar optrekken," prevelde Marja's moeder.
Tenslotte verschenen er ook menselijke wezens op de spelende wanden. Daar waren de dieren niet bang voor. Ja, in Marja's kamer scheen wel een paradijs te zijn gekomen.
De mensen zetten hun ladders tegen de bomen aan, gingen naar boven. Vanonder hun kleren haalden ze snoeimesjes. Voorzichtig kerfden ze ermee in het hout. Door vergrootglazen keken al die mensen in de sneetjes die ze pas gemaakt hadden.
"Heee, kijk eens," murmelden Marja en Franka verbaasd.
Er zweefden allemaal zwarte vraagtekens door de fruitbomen.
Franka's vader riep luid: "Die vraagtekens vertellen dat de snoeiende mensen al te veel willen weten!"
Alle mensen en dieren in de boomgaard drukten zich tegen de stammen aan, of gingen plat op de grond liggen. Ze waren angstig! Want al die zwevende vraagtekens veranderden in griezelige spookgedaanten! Die gedrochten hadden lange, wanstaltige grijparmen. Wat waren ze van plan? De dreigende geestverschijningen grijnsden gemeen tegen de mensen en dieren.
"We blijven rustig," zei de vader van Marja. "Zo lang het maar vertoning is, hoeven we nergens bang voor te zijn."
De spoken raakten de bomen, de mensen en de dieren aan... Maar het volgende ogenblik was heel de boomgaard gehuld in pikzwarte wolken. Voor het eerst klonken er ook geluiden vanuit het crêpepapier. Wanhopige kreten lieten zich horen; daarbij kwam ook onheilspellend gelach... Ook in de kamer werd het donker. Gelukkig brandden nog steeds de drie kaarsen bij het raam. Marja en Franka klappertandden van opwinding. Maar vaders en moeders handen op hun schouders werkten geruststellend.
Uit de duistere wand galmde -hoe was het mogelijk?- een heel krachtig en opgewekt: "Koekoek, koekoek!"
De spoken raakten de bomen, de mensen en de dieren aan...
Het huiveringwekkende duister maakte plaats voor zachte, blauwe schemer. Een heleboel koekoeken vlogen luid roepend op. Uit hun stemmen klonk strijdlust en vastberadenheid. De dappere vogels veranderden in rode uitroeptekens!
Stom van verbazing zagen de zeven toeschouwers dat al die uitroeptekens naar elkaar toe schoten en aan elkaar vastkleefden. Allemaal strepen en stippen krioelden dooreen. Tenslotte werd die hele wirwar één reusachtig groot snoeimes! En dat snoeimes was behalve buitengewoon groot ook heel bijzonder van aard. Vanaf het handvat tot aan de punt begon het te glimmen, ging dan blinken, tenslotte schitterde het!
Als een stralend hemellichaam bevond dat prachtige snoeimes zich boven alles. Door zijn geweldige stralen was de boomgaard er weer, nog mooier dan eerst. De bomen wuifden sierlijk. Onder het lover speelden de beren en herten met elkaar. De olifanten en giraffen konden makkelijk bij de vruchten komen en lieten deze vallen. De mensen raapten dat fruit op en deden er zich te goed aan. In de mooie rivier zwommen de apen heen en weer. De vogels rustten uit op de harige apenruggen.
De beide toekijkende gezinnen hadden wel zin om voortaan in die boomgaard te wonen. Ach. ze wisten best dat het maar voorbijgaande beelden waren...
Marja's moeder wist wel wat ze ervan moest denken:
"Dat schitterende snoeimes is een nieuwe zon. Deze zon vertelt de mensen dat ze nu eenmaal niet alles kunnen achterhalen en te weten komen. Eerst wilden ze alles onderzoeken met vergrootglazen. Maar het snoeimes vertelt dat het leven, dat ons omringt, toch ook zijn geheimen wil houden. Het kleine bestaan in bomen en planten, tussen aardkluiten, heeft iets wat wij nooit helemaal zullen kunnen weten. Ja, dat wereldje onder onze voeten heeft eigenlijk net zo veel wonderbaarlijks als het onmetelijke heelal."
"Mamma, je hebt gelijk," prees Marja.
De hele avond was die heerlijke boomgaard in Marja's kamer te zien. Een verrukkelijk oord om zich altijd te herinneren.

De volgende dag lag de oude kastanjeboom op de grond, helemaal verkoold.
Marja en Franka maakten mooie, zwarte stiften uit zijn takken. Daar deden ze heel wat mee. Uit hun handen kwamen prachtige zwart-wittekeningen. Wat gaven die weer? Grote boomgaarden, waarin mensen en dieren broederlijk naast elkaar zaten. Tussen de takken van de bomen waren, behalve vruchten, ook vraagtekens en uitroeptekens.
Marja's en Franka's tekeningen werden door veel mensen gezien, die er ook diep over nadachten. Maar waar die vraagtekens en uitroeptekens op duidden? Daar had ieder weer andere gedachten over.
Menselijke gedachten werden een leger van leestekens. Maar gelukkig voor hen verdwenen die strijdende gedachten weer snel genoeg.

Schrijver: Han Messie, 11 december 2011


Geplaatst in de categorie: kerstmis

5.0 met 1 stemmen 303



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)