Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Koning van binnen

(voor Diego Rodriguez de Silva y Velázquez (1599 - 1660))

Je bent geboren in Sevilla als eerste kind van vader Juan en moeder Jerónima en je opa en oma van vaders zijde kwamen uit Portugal. Je ouders waren twee jaar voor jouw geboorte getrouwd in een roomse kerk en ze waren van adel, waardoor je een gedegen opvoeding kreeg met studie van talen en filosofie. Omdat je talent voor tekenen had, stuurde je deftige vader je op je elfde naar de kunstschilder Francisco de Herrera, de stichter van een kunstschool in Sevilla, waar je een jaar basistechnieken leerde. Daarna kreeg je schilderlessen van de wat saaie Francisco Pacheco, bij wie je tot je achttiende verbleef. Hij was een harde leermeester, die geen genoegen nam met de minste slordigheden, maar die je als een vader bij de hand nam, want hij wilde je niet afschrikken. Op je zeventiende begonnen de hormonen op te spelen en zeker door het zien van de drie jaar jongere Juana, de vroegrijpe dochter van je schildermeester, wanneer haar flinke borsten op en neer deinden, kon je nauwelijks je handen thuishouden en bij het aanschouwen van haar tepelerecties dreigde je krankzinnige acties te ondernemen. Je leerde perspectieven en afmetingen te schilderen, terwijl je bezeten was van Juana's gekmakende, supererotische lichaam. Francisco zag wel hoe benauwd je het kreeg, wanneer Juana je een frisdrankje gaf en hoe je nerveus met je penseel begon te trillen. Wanneer ze je een verleidelijke glimlach toewierp, kreeg je niets meer door je keel en verstijfde je compleet. Je maakte wandelingen met haar en de eerste zoenen kwamen tot stand, waarna het alsmaar makkelijker werd en de wederzijdse liefde werd op je negentiende bezegeld met een huwelijk. Juana was ook bezeten van jouw lichaam en er ontstonden liefdesuitingen, die niet te beschilderen zijn. Op je twintigste kreeg je samen met Juana je dochter Francisca en twee jaar later werd Ignacia geboren, die in de kindertijd is overleden. Je schilderde 'De aanbidding der Wijzen', met een indrukwekkende lichtval en een serene Maria met terneergeslagen ogen. Niet te geloven dat je dat toen al kon en neem die 'Oude vrouw die eieren kookt', zo levensecht en ontroerend, wat de kapelaan van de koning ook vond en hij nodigde je uit om Filips de Vierde te bezoeken, ook omdat zijn lievelingshofschilder was gestorven, dus het ijzer was heet. Onderweg naar Madrid maakte je nog een portret van de dichter Luis de Góngora, een tip van je schoonvader, want deze dichter was één van de grootsten. Op je vierentwintigste maakte je een portretschilderij van koning Filips, waar je maar één dag voor nodig had, maar Filips was dermate onder de indruk, dat hij je meteen als belangrijkste hofschilder wilde en dus verhuisde je met je gezin naar Madrid. Je eerste portret van Filips is verloren gegaan, maar je maakte daarna nog tientallen. Je was beïnvloed door Titiaan en Caravaggio, maar ook door de Nederlandse Antonius Mor, die voor Filips de Tweede had gewerkt en de Spaanse portretkunst sterk beïnvloed heeft. Je schilderde Charles de Eerste en je kreeg Paul Rubens op visite, met wie je het koninklijk paleis El Escorial bewonderde, terwijl hij je verleidde om naar Italië te gaan. Op 'De drinkers' staan dronken boeren, die een belachelijk gemaakte Bacchus eren of is het juist andersom? Je ging voor anderhalf jaar naar Italië, bekostigd door Filips, waardoor je de Italiaanse meesters kon bestuderen. Terug in Spanje schilderde je prins Balthasar Carlos op een steigerend paard, hij werd slechts zeventien en Filips en zijn vrouw Elisabeth van Bourbon rouwden diep. Elisabeth was een zeer aantrekkelijke vrouw met gitzwarte haren en een edele, intelligente uitstraling, ze duldde de vele minnaressen van Filips, al begreep ze die noodzaak niet altijd, daar ze immers bloedmooi was en seksueel niet bepaald frigide. Jij schilderde hun dochter Maria Theresa, maar je vernam ook dat de seksueel verwaarloosde Elisabeth een buitenechtelijke relatie had met de dichter Peralto, een man van stand, die op een dag vermoord werd door handlangers van Filips. Mannen wel, vrouwen niet, hóe hypocriet! Minister Olivares was je beschermheer, maar hij speelde ook onder één hoedje met Filips tijdens die brute moord. Elisabeth was gebroken en zat volkomen klem, waardoor ze op haar eenenveertigste stierf. Je hebt oprecht gehuild tijdens haar begrafenisdienst. Filips veerde weer op en trouwde met zijn veertienjarige nichtje Mariana van Oostenrijk en jou stuurde hij naar Italië om er kunstwerken in te slaan. Samen met je assistent Juan de Pareja, een opgedofte struikrover, kocht je schilderijen van Titiaan, Tintoretto en Veronese, evenals driehonderd beeldhouwwerken. Je reisde naar het Vaticaan in Rome, waar je paus Innocentius de Tiende voor het nageslacht vastlegde en deze brave kerel gaf je een gouden ketting en een medaille, niet onaardig en goed voor je imago. Je schilderde Mariana terecht als een ingesnoerde speelpop, Filips kreeg vijf kinderen met haar, waarvan maar twee volwassen werden, ook Margaretha Theresia, die je schilderde op 'De eervolle jongedames', in het midden van de compositie, op betoverende wijze, Rembrandtachtig. Filips wilde geportretteerd worden als veroveraar en leider, wat pure fictie was, al net zo hilarisch als zijn zelfverzonnen kraaglijn, waar hij apetrots op was, terwijl hij nog steeds bij vele adellijke minnaressen het bed indook, zijn positie misbruikend. Je schilderde een derde dichter van formaat, Francisco de Quevedo, die een neusbril en een sabel droeg. Twee jaar voor jouw dood stierf Francisca op negenendertigjarige leeftijd, pal na de geboorte van haar zevende kind. Je was woedend en ontroostbaar. Margaretha Theresia ging trouwen met haar oom, Lodewijk de Veertiende, ze kregen vier kinderen en vele miskramen, en ze stierf op haar eenentwintigste. Omdat jij hard gewerkt had aan haar huwelijksfeest, kreeg je een heftige koorts, die je fataal werd en je bent onder grote belangstelling in de San Juan Bautista-kerk begraven, waar een week later je muze en levensgezellin Juana naast je kwam liggen, uit verdriet en verlangen, terwijl de Fransen veel later jullie laatste rustplaats onherkenbaar verwoest hebben.

Schrijver: Joanan Rutgers, 29 december 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

4.0 met 1 stemmen 85



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)