Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Tussen twee vuren

(voor Charlotte Salomon (1917 - 1943))

Je bent geboren in Berlijn, waar je vader Albert als chirurg een uitstekend salaris verdiende, waardoor je welgesteld en welgemanierd bent opgevoed, terwijl je als kind al kunstzinnige lessen genoot. Je ingetogen moeder Franziska Grunwald had je vader in de verpleging ontmoet, maar ze droeg een zwaar lijden met zich mee, want vier jaar voor jouw geboorte had haar geliefde zus Charlotte, naar wie je genoemd bent, zichzelf verdronken. Haar verpleegwerk kon dat trauma niet wegpoetsen en op jouw negende kon ze er niet meer tegen, ze werd zelf een prooi van dat zwarte, vleesetende, wrede monster en ze gooide zichzelf van vier hoog naar beneden, waardoor ze overleed. Ze hebben zolang als ze konden de doodsoorzaak voor jou verzwegen. Op je dertiende trouwde Albert met je stiefmoeder Paula Lindberg, een beroemde en sympathieke opera-zangeres. Op je zestiende kwamen de nazi's aan de macht, waardoor de sfeer voor Joden alsmaar benauwder en angstaanjagender werd, je vertikte het nog langer om naar school te gaan en thuis bekwaamde je je in de tekenkunst. Op je negentiende ging je naar de Berlijnse Academie voor Schone Kunsten, een megaprestatie. Na twee jaar academisch onderwijs was je de best gegadigde voor een schilderprijs, maar het oprukkende antisemitisme vergalde reeds de academiesfeer en je werd van de academie verwijderd, gestigmatiseerd omwille van je joods-zijn, omdat ene Hitler zijn geobsedeerde, geesteszieke haat mateloos doordreef. Vele Hitler-klonen volgden hem robotachtig na. Via Paula kwam je in contact met de Duitse zangleraar Alfred Wolfsohn, die met liefde je stem wilde ontwikkelen, hij was wel eenentwintig jaar ouder dan jou, maar je viel als een blok voor zijn mannelijke schoonheid en zijn integere inborst. Ook hij bezweek voor je achttienjarige charme en als Paula het huis verliet, zoenden jullie aan één stuk door. Hij streelde je borsten door de stof heen, maar verder is hij niet gegaan, waardoor de onvervulbaarheid intact bleef en het liefdesverlangen vereeuwigd werd. Bijna veertig was hij terecht voorzichtig met jonge maagden, maar voor jou was hij de eerste liefde en dat vergeet niemand. In de binnenlandse, neerwaartse spiraal ontstond die waanzinnige Kristallnacht, waardoor Albert gevangen werd genomen en een tijd in het concentratiekamp Sachsenhausen terechtkwam. Eenmaal terug besloten jullie om Duitsland te verlaten. Jij werd naar je opa en oma in Zuid-Frankrijk gestuurd, vlakbij Nice, op een zonnig landgoed. Je grootouders deden wel hun best om het je naar je zin te maken, maar door de generatiekloof en de verschillen van opvattingen boterde het geenszins. 's Nachts droomde je van Alfred en soms zag je hem levensecht in het donker voor je staan, maar als je hem wilde omhelzen, bleek hij van lucht te zijn en kroop je snel en rillend onder de dekens. Je oma kampte met een zware depressie, waardoor ze bij doctor Moridis behandeld werd, maar op een kwade dag vond jij haar hangend in de lucht, ze ademde nog maar amper en ze overleed kort daarna. Toen vond je opa het nodig om je de ware toedracht van je moeders overlijden te vertellen en ineens begreep je hoe ook jij een prooi kon worden van je suïcidale genen. Jij en je opa werden door de Fransen naar het trieste interneringskamp Gurs gestuurd, maar door de zwakke gezondheid van je opa keerden jullie terug naar Nice, waar je zwaar verbitterd, worstelend met suïcidale plannen, bij monsieur Moridis aanklopte, die je adviseerde om je herinneringen te schilderen. Je begon aan je levenswerk 'Leven? of Theater?', wat dertienhonderdvijfentwintig gouaches opleverde, waarvan je uiteindelijk zevenhonderdnegenenzestig schilderijen goedkeurde. Je werkte keihard, alsof de nazi's je op de hielen zaten en dat zaten ze ook, de ongevoelige naarlingen, de wraakzuchtige botteriken, de destructieve goddelozen. Alfred zweefde met je mee, want als kunstziener had hij je gewezen op de totaalkunst, als een Singspiel, waarbij poëzie, muziek en beeldende kunst samenvloeien. Met jouw totale overgave en talentvolle genie maakte je er een uitzonderlijke, tragische, autobiografische uitspatting van, met humoristische naamgevingen, pakkende teksten en toepasselijke muziekstukken, overgoten met lyrische fantasieën en intrieste, uiterst verdrietige zelfportretten. Op foto's van je zuiver-knappe, intelligente gezicht lach je, maar je schilderkunst toont je ware gevoelens. Je voorvoelde je naderende, hemeltergende einde en zelfs dat wist je al schilderend te verwerken. Je was ze toch maar mooi voor. Ziedaar, je geniale, maar o zo sombere, triomf! Omdat de nazi's in 1943 nog harder op zoek gingen naar ondergedoken Joden, gaf je je voltooide levenswerk aan je vriend Moridis, die het zorgvuldig bewaarde. In september 1943 trouwde je met de Oostenrijkse vluchteling Alexander Nagler, met wie je voor het eerst de liefde had bedreven, wat je veel vreugde en dankbaarheid had bezorgd. Jullie werden verraden door buurtgenoten en de nazi's sleurden jullie naar de trein in Nice, die jullie naar het interneringskamp Drancy bracht, waar je gescheiden werd van je kersverse echtgenoot en als zwangere vrouw wegkwijnde in die naargeestige flats. De kampcommandant SS-officier Alois Brunner, een modelassistent van de Holocaust-uitvinder Adolf Eichmann, liep een keer met een verbeten, sadistische glimlach rondom zijn duivelse smoelwerk, langs jouw raam, terwijl jouw ogen zijn ogen als bliksemflitsen doorboorden. Plotsklaps wist hij wie de werkelijk mindere was, maar hij stak gauw een sigaret op. Na de oorlog vluchtte hij naar Syrië, waar bombrieven van de Mossad hem verminkten. Op zeven oktober 1943 zat je in een stinkende veewagon richting Polen en op tien oktober bereikte je Auschwitz, waar je kort na je aankomst naakt in een gaskamer werd geduwd, waar je ineenstortte, huilde om je ongeboren kind en om Alexander, om de medemensen om je heen, zelfs kinderen, om je moeder, je vader en stiefmoeder, je opa en oma en je tante, om alle slachtoffers van hen die het toch al moeilijke leven zozeer verzwaarden en onleefbaar en meedogenloos kapotmaakten. Twee jaar na de oorlog vonden je vader en stiefmoeder je onaangetaste nalatenschap op het landgoed te Nice en ze weenden diep bij iedere verfstreek.

Schrijver: Joanan Rutgers, 3 januari 2012


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.3 met 3 stemmen 100



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)