Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Ze houwde de nare beelden stuk

(voor Louise Josephine Bourgeois (1911-2010))

Je bent geboren in Parijs en je was het middelste kind van drie kinderen van vader Louis Bourgeois en moeder Josephine Fauriaux.
Na enkele maanden verhuisde je naar Choisy-le-Roi binnen Parijs, waar je ouders hun winkel van en voor wandtapijten hebben voortgezet, zij het dat ze daar voornamelijk versleten wandtapijten repareerden.
Er bestaan leuke kiekjes van jou als jong meisje, waarop je vrolijk lacht, mooi gekleed bent en een parasol vasthoudt.
Je vader was de baas in huis en onder zijn militaire wapensnor bromde hij de lelijkste dingen naar je onbegrepen moeder, terwijl ze hem de heerlijkste maaltijden voorschotelde en hem met bibberende hand een glas wijn inschonk. Josephine wilde haar kinderen beschermen tegen zijn barbaarse uitlatingen en de grofheid van zijn handelen, want vooral als hij te veel gedronken had, dan sloegen de stoppen bij hem door en werd hij één grote klaagmachine, die alles en iedereen vervloekte, die maar een beetje voor zijn dominante voeten liep. Je moeder wist hem toch tot bedaren te krijgen, want psychologisch was ze zijn meerdere, al gaf hij dat natuurlijk nooit toe en hij hanteerde zijn onredelijke wreedheid dan ook in een vergrotende trap, zodat hij zijn schijn van overwicht kon bewaren.
Zijn wandtapijtenbusiness leverde hem heel wat kapitaal op en ondanks dat je moeder er even hard in meewerkte, beheerde hij als enige de kas. Hij bepaalde hoeveel er aan van alles werd uitgegeven, zodat hij daarmee ook nog jullie slaafse dankbaarheid claimde.

Op je tiende kreeg je een gouvernante, miss Sadie, tevens je lerares Engels, die een frisse vrouwelijkheid uitstraalde. Je vader stond al bekend om zijn rokkenjagerij, die hij meestal op wrede wijze uitvoerde, gezien zijn heerserige sadisme, dus in zekere zin was het het spek op de kat binden wat die schone gouvernante betrof.
Op je elfde moest je ook meewerken in de tapijtenreparatiewerkzaamheden, wat je met veel aandacht en vlijt hebt gedaan. De kwaadaardige, gefrustreerde aard van je bullebakvader explodeerde herhaaldelijk en je liep bij hem op een mijnenveld, terwijl hij jou en je gezinsleden continu tiranniseerde. Hij was zelfs zo onbeschoft dat hij je in het bijzijn van andere mensen zeer vernederend plaagde, waarbij hij satanisch lachte. In wezen was hij rijp voor een gekkenhuis, maar ja, hij wist zichzelf staande te houden en hij had zijn maatschappelijke positie, waarmee hij zijn stoornissen maskeerde. Hij had de macht en niemand zou jou geloven.
De hansworst volgde zijn lagere begeerte en zodoende belandde hij bij jouw gouvernante in bed, terwijl je moeder alleen gelaten werd. Je moeder was ervan op de hoogte, maar om conflictsituaties te vermijden, liet ze het toe, met pijn in haar opofferende hart.
De seksrelatie tussen je vader en je gouvernante duurde meerdere jaren en vaak kon je hun irritant lang horen stoeien, terwijl je huilde om je veel te lieve moeder en je kwaadheid naar je vader en vooral die vuile heks moest inslikken. Je kinderziel torste ondraaglijke pijnen, maar je kon niets tegen je overspelige vader beginnen, noch tegen die van energie blakende tuthola, die je op deftige wijze het Engels eigen maakte. Je had wel een riek door haar hart willen steken. En twee door het hart van je botte vader.

Op je negentiende ging je naar de Sorbonne om er geometrie en wiskunde te studeren, vakken die je getergde gemoed kalmeerden als een harddrug.
Twee jaar later stierf je diepgeliefde moeder en daarna wist je het zeker, je ging kunst studeren, lekker tot ergernis van je vader, die kunstenaars overbodige uitvreters vond en je dan ook niet financierde, waardoor je als Engelse tolk geld verdiende en je op de Grote Academie Chaumière schilderlessen nam. De dertig jaar oudere Fernand Leger, die daar les gaf en die naast kunstschilder ook beeldhouwer was, zag meteen dat je voor de beeldhouwkunst veel meer geschikt was. Je nam kunstlessen op twee andere kunstscholen en een ommekeer was het feit dat je ontdekte, dat je kunstwerken kon maken van je traumatische kindertijd, dat je de opgeslagen spanningen via therapeutische kunstuitwerkingen kon opheffen, dat je je vaders tirannie alsnog kon verslaan.
Je maakte een atelier pal naast zijn tapijtenhandel, wat hij fronsend duldde, daar je immers handel bedreef. Zo bokste je letterlijk tegen hem op, maar het duurde niet lang, want je trouwde met de kunsthistoricus Robert Goldwater en je ging met hem naar New York, waar hij geboren was en als kunstprofessor werkte, terwijl jij naar de Arts Students League ging, om nog meer kunstkennis te vergaren.
In drie opeenvolgende jaren werden er drie zonen geboren: Michel, Jean-Louis en Alain. Je moederschap vergde natuurlijk de nodige aandacht, maar je bleef stug doorwerken aan je sculpturen. Je maakte beelden van hout, staal, glas, marmer, gips en latex. Je gekwelde kinderjaren inspireerden je en soms leek je volkomen buiten zinnen te geraken, omdat je via die kunstmatige herbeleving alle traumata weer herbeleefde, met name dat verraderlijke gedoe van je trouweloze vader met die krengerige, egoïstische, schijnheilige gouvernante. Wat haatte je hen! De psychologische onbenullen! De gluiperige ratten, die het geluk van je moedige moeder hadden weggeknaagd. Jou hadden opgescheept met een bedreigende onveiligheid.
Door de nare beelden af te beelden kon je het loslaten.
In de jaren vijftig raakte je bevriend met Mark Rothko, Willem de Kooning en Jackson Pollock, die door teveel alcoholgebruik een auto-ongeluk kreeg; hij werd maar vierenveertig, maar hij heeft je wel beïnvloed.
Je verhuisde naar Chelsea, Manhattan, waar je tot je einde bleef werken en wonen. Je was kunstlerares op diverse scholen en begin jaren zeventig stierven je man en je vader, maar je zakte niet in elkaar, integendeel, je brak daarna pas echt door, je had exposities in het Museum of Modern Art, Tate Modern, het Centre Pompidou en het Hermitage Museum.

In je laatste levensjaar streed je voor gelijke rechten voor lesbiennes, homofielen, biseksuelen en transgenders.
Iedere liefde heeft recht om te bloeien.
Je stierf door een hartaanval in een hospitaal te New York.

Schrijver: Joanan Rutgers, 18 januari 2012


Geplaatst in de categorie: kunst

3.7 met 6 stemmen 180



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)