Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Houten Oog

Het is alom bekend en grotendeels aanvaard, dat ouder wordende mensen veel over vroeger verhalen, er regelmatig mee bezig zijn en, als het zo uitkomt, de tegenwoordige tijd toetsen aan het verleden. Voor de meeste onderwerpen of denkwijzen is dit gedragspatroon moeilijk door jongeren te duiden, omdat o.a. betere inzichten, nieuwe uitvindingen en andere toepassingen in de huidige tijd nu eenmaal het meest efficiënt blijken te zijn. Alleen al tot deze conclusie komend voel ik me best weer een stukje dichter bij de realiteit, hoewel in de brei van herinneringen in mijn brein soms gebeurtenissen als luchtbellen aan de oppervlakte borrelen. Als deze niet meteen uiteenspatten en iets langer blijven hangen om te kunnen worden vergeleken met een situatie op datzelfde moment, dan kan het zo maar gebeuren, dat er weer een vertelling wordt geboren.

Afgelopen zaterdagavond zat ik met mijn echtgenote in de recreatiezaal van onze seniorenflat, toen bewoner Berend op ons tafeltje afliep en, mij aankijkend riep: “zo, ben jij er ook weer eens?”
“Wat had je anders verwacht?” zei ik lachend.
Berend keek mij verbaasd aan en zei: “Jou bedoel ik niet, joh – ik heb het tegen Willem, schuin achter jou”.

Ik zweeg overdonderd maar toch ook weer niet zo pijnlijk verrast als men zou denken. Berend heeft namelijk een oogafwijking, waarbij hij met één oog tamelijk ver naar de zijkant kijkt. Het was mij al jaren bekend maar ik heb er nooit expliciet op gelet.
“Al goed en ook goedenavond” antwoordde ik hem een beetje van mijn stuk gebracht, want deze situatie was voor mij toch wel gênant. Het deed me meteen aan een nogal afgezaagd grapje denken, dat wij vroeger op school vertelden. Een rechter, die behoorlijk loenste, had eens drie verdachten voor zich in de beklaagdenbank. Hij vroeg aan verdachte nummer één: “Hoe heet U?” – “Jansen, Edelachtbare” antwoordde verdachte nummer twee. Zich tot deze persoon wendend snauwde de rechter: “Ik heb U niets gevraagd”, waarop verdachte nummer drie verschrikt zei: “Ik heb ook niets gezegd, Edelachtbare”.

Goed, goed, ik weet het: het kan haast niet flauwer, spotten met andermans gebreken… of toch wel? Nou en of! Het gebeurde in de strenge winter 1946/1947, waar Peter, een schoolvriendje van mij uit dezelfde klas, binnen een fractie van een seconde aan zijn rechteroog blind werd. Ik was er met anderen getuige van en het meest schrijnend was, dat de oorzaak niet op een toeval berustte of uit een samenloop van omstandigheden voortvloeide maar opzettelijk door één van de aanwezige snotapen (zoals ook ik er een was van elf jaar oud) werd veroorzaakt. Wij waren massaal aan het sleeën op een schuin aflopend driehoekig grasveldje ter grootte van een half voetbalveld. Aan de buitenrand liep de bodem als een talud enige meters schuin af zodat het op een gekantelde grote trog leek. Rondom was het veldje afgezet met een hek van palen, draad en prikkeldraad, dat nu opeens geen enkel doel diende omdat er geen schapen op het veldje graasden. Het hek stond nu letterlijk in de weg, omdat de naar beneden suizende sleeën, tijdig afgeremd, toch nog met een flinke vaart het talud omhoog klommen en men tot stilstand kwam door op tijd zijn voeten in het gewone draad onderaan het hek te zetten.

Peter scheen kort voor het ongeluk ruzie met de dader hebben gehad. Ook hij kwam, voorop zittend op een slee met drie kinderen de helling afgeraasd. Ook hij remde tijdig met zijn voeten en maakte zich gereed om de laatste stop met zijn voeten in het hek te volbrengen. Daar stond echter opeens die snotaap achter het hek, het bovenste prikkeldraad, naar het scheen hulpvaardig, schuin omhoog naar zich toe getrokken. Een fractie van een seconde voordat de slee tegen het hek botste liet hij echter het gespannen prikkeldraad los, dat als de pees van een boog zonder pijl vol in het gezicht van Peter striemde…

Een korte schreeuw van schrik, ontzetting en van pijn galmde over het veldje. Peter lag op hetzelfde moment bloedend in de sneeuw. De rest is gauw verteld: paniek alom, ziekenauto, politie en afsluiting van het veldje. Het knulletje dat dit op zijn geweten had, was verdwenen en blijkbaar te bezoek bij iemand in de buurt, want niemand van ons kende dit manneke.
Kortom: Peter moest naar de oogkliniek en het rechteroog werd operatief verwijderd. Na een wekenlange herstelperiode en voorzien van een glazen oog, werd hij bij terugkomst op school vrijwel meteen door iemand “Holz Auge” oftewel houten oog genoemd. Binnen de kortste tijd was de naam Peter door dit scheldwoord vervangen. Het beschaamt mij nu nog steeds, dat ik er ook aan mee deed. Aangezien hij een ijverige leerling bleek te zijn, verliet hij met goede cijfers onze school. Hij bezocht daarna een handelsschool, werd buitenlands vertaler voor Engels, Frans en Spaans. Hoe het hem verder is vergaan is mij niet bekend. Het moeten leven als ‘houten oog’ in onze klas moet mogelijk zijn innerlijk met bitterheid hebben vervuld; hij liet dit nooit blijken!

Kinderen kunnen soms bikkelhard zijn en pesten soms zonder erbij stil te staan hoe traumatisch het voor het slachtoffer kan zijn. Een hart van steen, zo constateer ik nu boterzacht en schuldbewust. Daar heeft Peter nu niets meer aan, maar anderen misschien wel…

Tot een volgende keer.

Schrijver: Günter Schulz, 23 januari 2012


Geplaatst in de categorie: pesten

3.5 met 4 stemmen 283



Er zijn 4 reacties op deze inzending:

Naam:
Lodewijk
Datum:
25 januari 2012
Toch niet zo vreemd wat Fred stelt: een gemis kan stimuleren (prikkelen). Afgezien daarvan: een van de beste verhalen van Günter.
Naam:
Mees
Datum:
24 januari 2012
Wie zoiets flikt, heeft acuut bewustzijn met voorbedachte rade, is dus geen kind meer. En wat Fred beweert, is thee met kletskoek voor oudere kinderen. Prikkelend verhaal.
Naam:
Hendrik Klaassens
Datum:
24 januari 2012
Blijkbaar heeft deze gebeurtenis veel indruk op je gemaakt, Günter, want je beschrijft alles heel levendig, zelfs met een zekere ontroering, zodat je het als lezer duidelijk voor je kunt zien. Hopelijk lucht het je op om dit te schrijven en te publiceren, en kan het sommigen ervan weerhouden om anderen te pesten.
Naam:
Fred
Datum:
23 januari 2012
Misschien moet je even stilstaan bij de gedachte aan wat Peter bereikt zou hebben zonder voornoemd voorval.....

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)