Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Shocktherapie

‘Wat is dat tegenwoordig op café - mag je er al niet meer roken?’ Chagrijnig duwt Rudy de sigaret terug in het pakje Pall Mall.
‘Tja, de tijd heeft niet stilgestaan,’ laat Peter zich ontvallen.
De tapper schuift twee fel schuimende pintjes in hun richting.
‘Proost!’ zegt Peter kordaat, zijn glas tegen dat van Peter klinkend.
‘Proost? Op wat? Er valt niets te proosten,’ zucht Rudy tegen de enige vriend die hij nog heeft.
‘Op je ontslag. De start van een nieuw leven! Toch?’ twijfelt Peter.
‘Weet je, ik heb vier jaar in de gevangenis gezeten, maar mijn knagend geweten: dat is levenslang.’ Het geeft een zenuwachtige én kwetsbare indruk, de aarzelende manier waarop Rudy over zijn schedel wrijft. Over het gemillimeterd haar, vroeger nog zo’n weelderige haardos.
‘Rudy, kijk: de maatschappij heeft je zwaar gestraft, maar dat is nu volbracht. Neem er toch eens vrede mee dat je opnieuw carte blanche krijgt. Ja, ok, dat levenslang rijverbod draag je met je mee, dat is wel zo, maar toch...’
‘Ik zie ze nog altijd voor me. Ik was een sigaret aan het opsteken en tegelijk een cd aan het verwisselen en dan ineens die ontzettend harde klap. Verschrikkelijk. Op zo’n moment slinger je een andere dimensie in, opgefokt door adrenaline heb je dan maar één ding voor ogen: je auto verbergen en een tijdje onvindbaar blijven voor de politie. Want ja, ik zat zwaar boven het alcoholpercentage. Een lafaard ja, dàt ben ik.’ Hij begint weer zwaar te zuchten. Zijn vriend nipt even aan zijn glas maar drinkt niet echt, zoekt naar woorden.
‘Ach Rudy, een paniekreactie van een dier dat in het nauw gedreven is - daar moet je het mee vergelijken, denk ik. Trek daar nu eens een streep onder. Heb je trouwens al zicht op werk?’
Hun aandacht wordt getrokken door de plots fel uitbundige sfeer, achter in de kroeg. Aan een tafeltje kan het plezier voor enkele jonge koppeltjes niet op. De jonge dames, tieners nog, in de fleur van hun leven.
‘Twee families wiens dochter ik ontnomen heb,’ begint Rudy weer zachtjes te praten, ‘twee andere meisjes levenslang in een rolstoel, eentje met een zwaar hersenletsel: daar sta ik mee op en daar ga ik mee slapen. Met zware medicatie, om dat gehamer in mijn hoofd stil te leggen. Je weet niet wat dat is.’
‘Rudy, maatje, zoek eens een psycholoog op, je hebt dat nodig. Ga in gesprekstherapie, het zal je goed doen, geloof me.’
Rudy kijkt in een stel doordringende ogen, verscholen achter een klein, rond brilletje. Mede ook door zijn lange donkerblonde lokken geeft dat zijn vriend een alternatieve uitstraling. De hippies, zo werden zij vroeger wel eens genoemd.
‘Och,’ antwoordt hij gelaten, ‘hoor ik de welzijnswerker in je de bovenhand nemen? Nee, écht, ik geloof er niet in. Dat geknauw hier,’ en hij tikt met het topje van zijn wijsvinger tegen zijn slaap, ‘en hier’, kloppend op zijn hartstreek, ‘dat krijgt een leger psychologen nooit weg. Er is maar één therapie die me soelaas kan brengen.’
‘En dat is?’
‘Als ik straks op mijn gammel fietsje met een stuk in mijn voeten de nacht inga, hoop ik op een shocktherapie die me op gelijke voet smakt met die meisjes.’
‘Versta ik dat nu goed, Rudy? Maar allez toch!’ De man was van zijn melk. ‘Om zo van die bestuurder weer een slachtoffer te maken,’ gruwt Peter, de wenkbrauwen diep gefronst.
‘Ik zorg er wel voor dat alle schuld bij mij ligt…’
‘Maar het knagende geweten dat jij die persoon dan bezorgt??’
‘Ach, misschien neem ik de trein wel… Kom, we drinken nog eentje, ik ga er ook een jenevertje bijnemen - jij ook? Ober!’

Schrijver: giel, 23 februari 2012


Geplaatst in de categorie: spijt

2.0 met 2 stemmen 201



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)