Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De telefoon ging

De telefoon rinkelde en Mien nam de hoorn, en zei:
''Met mevrouw Jansen.''
''Goedemorgen mevrouw, ik ben Rutger, een student, en probeer al de hele morgen mijzelf uit te nodigen bij iemand te eten, maar overal louloene, ze vinden het maar brutaal.''
''Nou, gewoon vind ik het niet, meestal word je gevraagd bij iemand te eten en dan is het altijd bij familie of bij buren, maar u treft het, want wij wonen in een gehucht in Drenthe en de familie die we nog hebben zien we nooit, zitten vaak in de nor.''

De beller moest onbedaarlijk lachen, en zei:
''Uw reactie doet mij deugd mevrouw, want ik ben ook een verschoppeling, mijn vader is een inbreker en zit al een jaar vast en mijn moeder houdt het met de melkboer. Toen ik nog thuis woonde en een keer vroeg opstond hoorde ik haar kreunen. Laat ik nou denken, dat ze misschien ziek was, maar mooi niet, want toen ik voorzichtig de deur open deed zag ik de mij bekende melkboer naakt op haar liggen. Ik dacht laat maar gaan, mijn moeder is net in de veertig en de melkboer zeker al in de zestig en lijkt op Dracula, maar ze heeft bij mijn vader een rot leven gehad, vaak was hij agressief en dronken. Ze is altijd heel blij, dat hij in de gevangenis zit, want dan komt ze aan haar trekken bij de melkboer.''

Mien was even stil en wist niet zo gauw wat te zeggen.
''Bent u er nog, mevrouw?''
''Ja, ik moest even nadenken of ik u kan uitnodigen bij ons te eten, want ik weet niet of mijn man bezwaar heeft, maar uiteindelijk maak ik de dienst uit en dat zal u wel begrijpen als u mij ziet. Hij ligt nog in zijn nest, maar ik ga effen naar boven, blijf maar aan de lijn.''
Mien liep de trap op en zag, dat Wouter zich al aan het scheren was in de badcel.

''Zeg ouwe, moet je horen, de telefoon ging net, een jongeman vroeg of hij bij ons vanavond mag eten, het is een student en heeft al een paar bij anderen mis gekleund, niemand wil het.''
''Is dat wel te vertrouwen, darling, je hoort de laatste tijd, dat ze oude mensen overvallen, het kan wel een list zijn''
''Nou bij ons valt niet veel te halen, en als ik merk, dat hij wat wilt flikken, ram ik hem het huis uit.''
''Ja, dat zeg je wel, maar hij kan een pistool hebben en daar doe jij ook niks tegen, maar laten we het maar proberen, je kunt niet altijd argwanend zijn. We moeten ons vertrouwen in de medemens niet opgeven Mien, want dan zullen we rijk beloond worden door de Lieve Heer.''

Mien dacht, moet je die halve zool nou eens horen en ging weer naar beneden.
''Ben je er nog, Rutger?''
''Ja mevrouw.''
''Ik heb effen overleg gepleegd, je bent vanavond welkom, we eten boerenkool met worst en gortepap toe, vind je dat lekker?''
''Heerlijk, ik verheug mij erop, U bent een geschenk uit de hemel, mevrouw, om half zes ben ik bij u, doei.''

Om vijf uur stopte er een grote Mercedes voor de deur en stapte er acht jonge mensen uit en ze kwamen naar het huis van Wouter en Mien toe gelopen. Mien was in de keuken om de maaltijd voor te bereiden, maar Wouter zat te pitten en werd wakker van de bel, kwam slaapdronken uit zijn stoel en waggelde naar de deur. Toen hij open deed schrok hij geweldig, want vier mannen en vier vrouwen stonden daar en de man die getelefoneerd had stelde zich voor als Rutger, en bood zijn excuus aan, omdat hij niet alleen was. Toen hij zijn vrienden verteld had, dat hij succes had en uitgenodigd was, gingen ze ook mee.

Mien kwam ook op het lawaai af, en zei tegen mijnheer Rutger:
''Dat is toch niet de afspraak, u zou toch alleen komen?''
Wouter zei toen, dat Rutger zijn excuus al had aangeboden, maar dat zijn vrienden met hem mee zijn gegaan, omdat het eindelijk gelukt was, dat ze bij iemand uitgenodigd waren om mee te eten.

''Komen jullie dan maar binnen, dan bestel ik wel Chinees of Pizza's. Een luid gejuich volgde en de stoet zetelden zich in de kleine huiskamer, op allerlei bijeen gezochte tuinstoelen en tafeltjes. Er was nog bier en wijn in huis en de Pizza's gingen er grif in. Toen ze afscheid namen kreeg Mien van iedereen zoentjes en Wouter van de vrouwen ook. Toen ze eindelijk weg reden en nagewuifd werden, namen de oudjes nog een afzakkertje en zeiden niet veel meer, zo moe waren ze.

Schrijver: kees niesse, 5 maart 2012


Geplaatst in de categorie: bedankt

3.0 met 1 stemmen 182



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)