Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Kleumerige aapjes

We brachten onze vakantie door in Maleisië, het noordelijke gedeelte van het eiland Borneo. Mijn vader wilde met zijn broer een tocht maken door het regenwoud. Ik mocht als jongen van veertien mee. Diep in het woud wonen nog de oorspronkelijke bewoners, maar die hebben we helaas niet ontmoet of ze hebben zich schuil gehouden. De tocht door het woud was zwaar en met kapmessen moesten we ons een weg banen. Plotseling hoorden we in de verte gedonder.
''Laten we teruggaan'', zei vader. Maar laat in de middag werden we overvallen door een zeer zwaar onweer met veel regen.

We konden onze bestemming niet meer bereiken, want op de plek waar we waren steeg het water snel tot ruim één meter. Dat was even schrikken, maar gelukkig zagen we een hoger gelegen plek. Gelukkig steeg het water niet meer en het was angstig te zien, dat rondom ons alleen water was te zien. We moesten daar blijven en de nacht op de heuvel doorbrengen. Om ons heen stonden hoge bomen waarin we de Orang-oetans zagen klimmen en we hoorden ze brullen. Vader zei, dat deze apen niet kunnen zwemmen, dus we hoefden niet bang te zijn, dat ze naar ons toe komen. Ze hadden ons natuurlijk wel gezien en leuk was het dat ze vijgen naar ons toe gooiden.

Het bleef onweren met onophoudelijke weerlichten en donder, vooral beangstigend wanneer het vlak boven ons was. Gelukkig hadden we een tent bij ons en die was gauw geïnstalleerd. Het bleef de hele avond regenen, maar het onweer was overgetrokken. Klammig warm was het nog, maar tegen middernacht was het behoorlijk afgekoeld. Ongeveer twee meter beneden ons zag je overal water. We zagen zelfs slangen zwemmen. Mijn vader en zijn broer gingen slapen, maar ik bleef maar naar buiten kijken. Zou het water nog hoger stijgen en dan die slangen?

De regen hield gelukkig op en ik zag de volle maan tevoorschijn komen. Nu kon ik alles goed zien en zag ik drie aapjes met hun kleine zwarte snoetjes dicht bij elkaar zitten boven in een boom. Medelijden kreeg ik met ze, want ze zaten te bibberen van de kou. Hun moeder was dichtbij hun en drukten haar kindjes dicht tegen haar aan. Toen kwam papa aap naar hun toe en die hoorde ik zeggen:
''Morgen moeten jullie me helpen boven in deze boom een huisje te bouwen, dan kunnen we lekker droog en warm de nacht doorbrengen. Vinden jullie dat een goed idee?''
''Ja papa, dat zou heel fijn zijn, elke avond regent het hier en dan zitten we maar te kleumen'', riepen de aapjes.

''Nou moeten jullie eens goed naar mij luisteren, kinderen. Gisteren heb ik dat ook aan jullie gevraagd en vanmorgen ook. De zon was lekker warm en jullie sprongen vrolijk van boom naar boom, maar de één zei, dat hij eerst nog wat wilde eten en de ander was aan het spelen met zijn vriendjes. Jullie bleven de hele dag maar eten en spelen en nu is het avond en het regent weer en het is koud en zitten jullie weer te bibberen en mama huilt. Ze kan het gewoon niet aanzien, dat jullie het zo koud hebben. Nou hebben we nog geen huis.''

''Papa, morgen helpen we u een huis te bouwen.''
''Dat zeggen jullie steeds'', hoorde ik papa aap zeggen en ik dacht, het zijn net luie mensen, die zeggen ook vaak:
''Morgen, morgen, niet vandaag.''
Ik ben toen in slaap gevallen en werd laat in de ochtend wakker gemaakt door mijn vader. Ik kreeg een banaan als ontbijt en melk uit een kokosnoot. De zon scheen weer volop en het begon al heet te worden. Het water was grotendeels verdampt en we konden onze tocht voortzetten. Niet verder het oerwoud in, maar naar ons vakantieadres.

Schrijver: kees niesse, 18 oktober 2012


Geplaatst in de categorie: dieren

4.0 met 2 stemmen 97



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)