DE RODE BESENTAART
Dit lekkernij werd uit de kartonnen doos gehaald en midden op de grote tafel gezet. Om de taart stonden mooie drinkglazen in een wijde kring. Daarachter blonk het raam van de huiskamer. Op dat venster parelden traag glijdende druppeltjes. Want nu was de zon aan het doorbreken, nadat het flink geregend had.
Die taart had geen slagroom, maar was wel helemaal bedekt met rode bessen. De muggen in de kamer zoemden tegen hem:
"Bewonder jezelf maar eens in het raam."
De taart voelde zich gevleid.
"Ik heb al heel wat ervaringen opgedaan," antwoordde hij. "In de bakkersoven, op de toonbank valt best veel te beleven. Ook als je wordt meegenomen in een kartonnen doos. Maar laat ik nu voor het eerst mezelf goed zien."
Het natgeregende raam vol fris zonlicht had ook nog een zachtrode gloed in zich.
"Ben ik te vergelijken met een mooie zonsondergang aan een heldere hemel?" dacht de taart vol trots. "O, kijk! Mijn beeld wordt nu langzaam groter! Word ik zelf ook meer?"
De nieuwe zonnestralen kwamen steeds verder in de kamer.
"De drinkglazen hebben je ook iets te vertellen," gniffelden de muggen.
Ja, die kelken begonnen te schitteren. Ze kregen fonkelend rode stippen.
De taart sprak zelfbewust:
"Ik verander zeker in een wijde, open gordel van robijnen. Wat is mijn toekomst?"
Een breed mes sneed door de taart. De zon deed het staal spiegelend blinken. Een mug, die op de arm van het meisje zat, fluisterde:
"Je ziet jezelf in het grote mes, dat jou helpt om aan je lange en geheimzinnige reis te beginnen. Je zult in allerlei gedaantes verder bestaan. Misschien word je ooit weer een taart of zul je verborgen leven in de diepzee."
Geplaatst in de categorie: filosofie