Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Parkwandeling op een zwoele avond

Het was een prachtige zomeravond en nog zwoel. Wouter had zin nog een ommetje te maken in het park.
Mien:
''Het al tien uur man en het wordt al donker.''
''Nou en, dat is juist romantisch, darling.''
Ze liepen richting park aan het einde van hun straat.
''Kijk uit Mien, niet langs het huis van die rooie lopen. Die staat natuurlijk weer klaar een volle pispot op ons te gooien als ze ons ziet.
Dus staken ze de straat over en waren gauw bij de ingang van het park. De gemeente had onlangs lantaarnpalen langs de paden aangebracht om de veiligheid te vergroten. Na de zware regenbui met onweer gisteren lag het park er weer fris en schoon bij, wel hier en daar nog een plas, maar daar kon je omheen lopen.

''Zeg ouwe, zullen we weer terug gaan, ik vind het maar eng zo laat op de avond. Pas is hier nog een meisje aangerand.''
''Dat zal bij jou niet gebeuren, de sterkste man krijg jou niet plat, gezien je lengte en dikte. Trouwens daar mag je wel wat aan gaan doen, je eet veel te veel. Vanmorgen bij de koffie twee tompoezen en half één bij het brood twee gebakken schollen en een kop erwtensoep. Ik had aan die soep al genoeg.''
''Zeur niet zo man, een groot lijf heeft nou eenmaal meer eten nodig. Jij moet meer gaan eten, je bent veel te mager. Toen ik verleden week mij in bed omdraaide en ik per ongeluk met mijn kont jou raakte, zwiepte je het nest uit. Wat moest ik lachen, zeg.''
''Nou ik niet, want ik heb nog pijn in mijn benen.''

Een paar keer kwamen ze al verliefde paartjes tegen.
Zij:
''Die kerels zijn allemaal hetzelfde, ouwe.''
''Wat dan?''
''Zie je dat dan niet, ze knijpen de konten blauw van die vrouwen. Bij mij heb je dat vroeger nooit geflikt.''

''Wel waar, maar je sloeg mijn hand weg, ik mocht niks en nou nog niet.''
Hij dacht, gelukkig was de jonge gescheiden Carla, die naast hun woonde, wel bereid met hem te vrijen, ze was gek op hem. Mien had haar man toen betrapt en hem een blauw oog geslagen en haar koffer gepakt en naar haar zuster gegaan in Purmerend en toen ze een week later terug kwam lag Carla bij hem in bed. Scheiden wilde ze toen van hem, maar ze kwam er op terug, omdat ze tijdens het verblijf in Purmerend ook vreemd was geweest met haar vroegere vrijer, malle Japie.

Toen ze bij de grote plas kwamen was daar tegenover een heuvel met bosschages en een bank. Daar gingen ze op zitten, maar Mien wilde weer weggaan, ze hoorde achter haar geritsel en dacht bespied te worden door een of andere gek.
''Dat is de wind, wees toch niet zo bang, ik bescherm je toch.''
Nu moest ze echt lachen, en zei:
''Jij mij beschermen, weet je nog toen je een vreemde vent in de kleerkast zag staan. Je rende hard weg, boterletter.''
Hij zei maar niets meer, want ze had gelijk, hij vindt zich geen held.

Opeens zagen ze een politieagent op de fiets voorbij rijden.
Hij:
''Die neemt natuurlijk de kortste weg naar huis.''
Een kwartier later hoorden ze stemmen achter zich. Een barse stem zei:
''Beiden krijgen jullie een boete wegens openbare schennis der eerbaarheid. U mijnheer tien euro, omdat uw geslacht zichtbaar is en mevrouw vijftig euro, omdat u van onderen tot boven de navel helemaal bloot bent.''

Toen de stem van een jongeman:
''Wees toch redelijk agent, het is laat en niemand komt hier langs en waarom ik minder boete van mijn vriendin?''
''Het is hier volop verlicht en het is niet de bedoeling, dat voorbijgangers jullie zien vrijen met ontblote lichaamsdelen en zij krijgt een hogere boete, omdat ik haar deze week al drie keer bijna bloot heb zien vrijen. Toen heb ik haar nog gewaarschuwd.''

Wouter was erg nieuwsgierig en kroop in de tijgersluipgang de helling op en zag vanachter de struiken de agent bij zijn fiets staan en de jongeman maakte ruzie met het meisje.
Hij:
''Je mag in dit land helemaal niks meer, een klote land hier. Overal word je gecontroleerd en Den Haag besteelt je bij het leven en de ziekenhuizen sturen hoge rekeningen naar de ziekenfondsen, logisch dat wij veel te veel premie moeten betalen. Als ik jong was ging ik nog emigreren.''
Zij:
''Houd je grote smoel man, kom we gaan naar huis, ik ben aan een borrel toe.''
''Ik ook'', en ze liepen het park uit en of het zo moest wezen, die rooie gooide een pispot leeg, maar precies achter hun. Mien schold haar voor rot.

Schrijver: kees niesse, 19 mei 2013


Geplaatst in de categorie: humor

4.0 met 1 stemmen 656



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)