Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Bles wil een kind

Leuk vind ik het om Indonesisch eten te bereiden. Natuurlijk heb ik eerst een boek met recepten aangeschaft. Altijd heb je kruiden nodig, zoals laos, sereh, Indisch suiker en nog veel meer. Die koop ik bij een toko bij mij in de buurt.
De lekkerste gerechten maak ik met rundvlees, varkensvlees of kip, maar er zijn nog meer mogelijkheden, zoals met eieren. Ui en knoflook en rijst mag ook niet ontbreken. Niet elke dag kook ik Indonesisch, meestal twee keer in de week. Vanmorgen heb ik kipfilet en sperzieboontjes gekocht. De kip snij ik in stukje en braad die in een paar eetlepels olie. Ondertussen heb ik een ui en een teentje knoflook gesnipperd en kruiden toegevoegd en samen gemengd bij de gebakken kip gedaan, maar daar wil ik verder niet op ingaan.

Wat belangrijk is, dat ik altijd rijst over houd en wat doe ik daarmee? De overgebleven rijst doe ik op een schoteltje en de volgende morgen strooi ik die in de tuin op een plekje bestemd voor de vogels. De mussen en eksters kennen mij. De mussen zitten ochtenden op de schutting en in de seringenboom te wachten. Meestal geef ik ze stukjes brood of koek, maar rijst schijnt voor deze diertjes een speciale lekkernij te zijn. Vanmorgen bracht ik ze weer rijst en ze kwamen meteen aangevlogen en pikken op de grond van de korrels rijst. Meestal zijn het ongeveer vijftien mussen. Ik zie ze dan heerlijk eten, maar ondanks dat ze je kennen, zijn ze op hun hoede. Maak je een plotselinge beweging, weg zijn ze dan, maar spoedig komen ze weer terug om lekker verder te smikkelen.

Maar dan verschijnt plotseling een ekster en wil ook een korreltje meepikken. De mussen hadden de ekster al lang gezien en vlogen weg en verscholen zich in de seringenboom. De ekster had het rijk alleen en geen mus waagde het in de buurt van hem te komen. Ik was weer naar binnen gegaan en zag de ekster zich volproppen. Ik dacht straks hebben de mussen geen rijst meer te eten. Wat deed ik? Ik opende de tuindeur en weg was de ekster en de mussen daalden gelijk neer om verder te smullen. Toen kwam de ekster weer en wat ik toen hoorde heb ik nog nooit meegemaakt. Duidelijk hoorde ik de ekster in het Nederlands roepen:
''Rot op mussen en, u mijnheer ook.''

Ik was verbijsterd. Vaak heb ik met dieren gesproken in het bos achter mijn huis en ook met kabouters, maar van vogels heb ik nog nooit woorden gehoord, alleen maar getjilp. Als ik naar het bos loop en een merrie mij ziet, dan komt ze in galop naar me toe en hoor ik haar zeggen:
''Hallo Kees, hoe gaat ie?''

Gisteren ook weer, maar toen had Bles een heel verhaal. Ik aaide haar over het hoofd, en zei, je bent een lief paard, ik hoop dat je hier een gelukkig leven mag hebben. Zij keek mij met haar trouwe ogen aan, en plotseling zag ik een traan naar beneden glijden. Ik schrok en vroeg waarom ze huilde.

"Zal ik je vertellen, ouwe Kees. Ik wil een kind. Bij de mensen willen de vrouwen ook een kindje, dan zijn de vrouwen gelukkig en krijgt het kindje meer aandacht dan hun man. Maar hoe kom ik aan een kindje, Kees?"

Vreselijke medelijden kreeg ik met Bles en ik zei:
''Ik weet een oplossing, Bles. Zie je daar achter de sloot een soortgenoot van je?''
''Ja Kees, vaak staat hij aan de overkant te hinniken en lijkt het of hij bij me wil komen, maar de sloot is te breed.''
''Ik weet een oplossing Bles. Dat paard is een hengst, een mannetje dus, en die kan voor een nakomeling zorgen, in jouw geval voor een klein paardje, een veulen.''

''Is dat echt waar, Kees? Wat zal ik dat fijn vinden. Krijg ik dan meteen een kind?''
''Neen, eerst moet je nog heel wat meemaken, de hengst zal met beide voorpoten op je rug komen en wat er verder gebeurt zal je wel voelen, maar het is zo gebeurd. Je moet niet schrikken Bles, want de hengst zal wel tekeer gaan, maar als hij tevreden weer terug gaat naar zijn plek, ben jij in verwachting en krijg je over zeven maanden een kindje en kan je lekker met hem draven over het weiland. Moet ik de hengst naar je toe laten komen?''

''Doe maar, lieve Kees.''
''Niet schrikken hoor, want hij komt in galop en luid hinnikend naar je toe, maar laat het maar gebeuren en na een poosje zal je gelukkig zijn met je kindje.''
Toen ik het hek opende kwam de hengst al naar me toe, ook hij kent me en praat wel eens met me. Hij zei:
''Zeg Kees, ik zag je smoezen met Bles. Mag ik naar haar toe, want ik weet, dat ze een kind wil en van nature weet ik, dat ik daar voor kan zorgen. Kan je op mijn rug komen, Kees?''
''Neen, ik ben zo stijf als een plank en heb last van mijn rug. Ik loop wel terug naar het bos om een praatje te maken met de kabouters. Ga jij maar naar Bles toe en doe je best. Ze wacht op je.''
"Oké Kees, bedankt hè" en hij rende luid hinnikend naar Bles.

Schrijver: kees niesse, 18 juni 2013


Geplaatst in de categorie: dieren

4.0 met 1 stemmen 82



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)