Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Er waren ook geschikten bij

In de oorlog heb ik als opgeschoten jongen de Duitse bezetting meegemaakt. In 1939 was mijn vader opgeroepen weer in militaire dienst te treden. Hij werd als soldaat bij de luchtdoelartillerie geplaatst in de kop van Noord-Holland bij de Afsluitdijk. Zijn gezin woonde aan de kust in de buurt van Callantsoog. Toen de Duitsers op tien mei 1940 in de nacht ons land binnenvielen was het mooi weer. Ik hoorde knallen in de verte, dus onweer kon het niet zijn.

Ik bleef maar voor het raam naar buiten kijken en ineens hoorde ik vliegtuigen. Ze gingen vlak langs de kust en ik zag op de staart een hakenkruis. Weer hoorde ik donderslagen. Moeder en ik mochten bij de buurvrouw het nieuws volgen bij de radio. Van militairen hadden we gehoord, dat vader was gelegerd bij het afweergeschut aan de Afsluitdijk. Op de vierde dag van de oorlog hoorde ik, dat Rotterdam zwaar was gebombardeerd en Hitler had gedreigd ook andere steden plat te gooien. Toen heeft de Nederlandse generaal Winkelman zich overgegeven.

Vader was krijgsgevangen gemaakt. Na een paar maanden mocht hij weer naar huis. Ons huisje stond vlak naast de duinen en de Duitsers hadden ons bevolen daar weg te gaan. Toen zijn we verhuisd naar Amsterdam, waar vader een baan kon vinden. Ik wist niet dat hij zich aangesloten had bij het verzet. Hij was betrokken bij een overval om bonkaarten te bemachtigen voor de ondergedoken joden. Ook hij moest nu onderduiken. Op een regenachtige avond waagde hij het een keer thuis te komen en dat is zijn noodlot geworden. De huisbel rinkelde en vader is naar de veranda gevlucht en overgeklommen naar de veranda van de buren.

Moeder opende de deur en twee mannen in zwarte leren jassen kwamen de trap op en legitimeerden zich als politieagenten. Ze moesten mijn vader hebben. Moeder zei, dat hij niet thuis is. Een agent zei:
''Dat lieg je, want we hebben hem thuis zien komen. Waar is hij, anders ga jij mee naar het bureau.''
Toen gingen ze het hele huis doorzoeken, ze keken zelfs in de kolenkist. Toen moeder beet werd gepakt en mee moest begon ze keihard te gillen. Vader hoorde dat en is toen tevoorschijn gekomen en werd geboeid meegenomen.

Een paar weken later kreeg moeder bericht, dat hij was veroordeeld tot dwangarbeid en overgebracht zou worden naar het concentratiekamp Sachsenhausen bij Berlijn. We hoorden niets meer van hem. Toen kwam de hongerwinter. Ik kreeg één snee brood per dag en eten uit de gaarkeuken, meestal stamppot van suikerbieten en kool. Broodmager werd ik. Het was vreselijk koud in de hongerwinter. De ramen zaten dicht van de ijsbloemen. Ik heb lijken zien vervoeren op een handkar.

De temperatuur begon te stijgen door de naderende lente. De Duitsers gaven toestemming aan de geallieerden, dat ze met vliegtuigen voedsel mochten neerwerpen voor de hongerende bevolking. Ook mocht Zweden met schepen naar Delfzijl varen om meel te brengen. Ze waren bang, dat er besmettelijke ziekten zouden uitbreken. Iedereen kreeg dat lekkere wittebrood met margarine. Het smaakte heerlijk. Gelukkig kwam snel de bevrijding in mei 1945. Groot feest op straat. Er werd gedanst bij draaiorgelmuziek. Ook kwam er meer voedsel van de Amerikanen, blikken bonen met vlees, eipoeder en biscuits. Voorlopig bleef alles nog op de bon, maar de honger was over.

Wij dachten aan vader. Moeder was erg bezorgd, wat wij hoorden nare berichten van de concentratiekampen. We hadden al geïnformeerd bij verschillende instanties, zoals het rode kruis, maar Niesse stond niet op de lijst. Inmiddels was het al juli en lekker warm weer. Ik speelde buiten met vriendjes. De bevrijdingsfeesten waren al lang geluwd. Ik zag een legerauto de straat inrijden en die stopte voor ons huis. Uit de achterbak zag ik een man springen in een Engels uniform. Ik was stom verbaasd. Een andere man gaf hem twee grote koffers. De man in uniform zwaaide gedag en de auto reed verder.

De man in uniform riep ineens:
''Kees, help me even met de koffers.''
Ik liep naar hem toe en toen zag ik pas, dat het vader was in een Engels uniform met een baret op zijn hoofd. Hij zag er goed uit, een vol gezicht. Hoe kan dat nou, dacht ik. Vader omhelsde me en inmiddels was moeder ook buiten gekomen. Ze hadden elkaar wel vijf minuten vastgehouden. Ze huilde van blijdschap. Ik was benieuwd wat er in de koffers zat. Dat kwam ik gauw te weet, sigaretten, eipoeder, blikken soldatenvoedsel, chocolade en koeken. Hoe kwam hij daaraan?

Vader vertelde, dat het concentratiekamp bevrijd werd door het Russische leger. De gevangenen werden goed verzorgd en werden naar de Amerikaanse zone in Duitsland gebracht, waar vader in de keuken moest werken. Daar heeft hij een en ander versierd in koffers om mee te nemen naar huis. Hij had immers al vernomen, dat in Nederland vooral in het westen veel mensen waren omgekomen door de honger. Na een poosje kreeg hij een baan bij het Rijk en ik moest vlak na de bevrijding de zesde klas van de lagere school overdoen. De school was in de hongerwinter gesloten.

Toen ik mijn vader vroeg over het leven in het kamp zei hij, dat er bewakers waren die je sloegen en schopten waar ze je konden raken. Hij had ergens geluk, dat hij overdag uitgezonden werd naar een boerderij om daar te werken. De bewakers die meegingen waren over het algemeen wel geschikt en gaven je een sigaret tijdens de pauze en de boerin gaf vaak soep en brood. Vader kon die baan krijgen, omdat hij verstand had van het boerenwerk en veel Duitse mannen niet beschikbaar waren, omdat ze in militaire dienst waren of aan het front.

Schrijver: kees niesse, 10 november 2013


Geplaatst in de categorie: oorlog

5.0 met 3 stemmen 108



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Günter Schulz
Datum:
10 november 2013
Een meeslepend verhaal over droevige omstandigheden en ellende, Kees. Ademloos en met respect gelezen; het riep toch ook weer even een gevoel van collectieve schaamte in mij op.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)