Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

HET WONDERBEEKJE (tweede deel)

Ze zagen wel dat dit kleine kamertje overging in een lange gang. Die konijntjes waren dan wel een beetje angstig, maar meer nieuwsgierig.
"We gaan eens in die gang kijken," besloten ze.
Verderop werd die gang wijder en hoger. Tenslotte kwamen de konijntjes in een geweldige, donkere zaal. Het was daar griezelig. Grote spinnen en vette wormen kropen over de grond. Je zou door zo 'n spin gebeten worden... Daar voelden de konijntjes een worm langs hun poten kruipen. Ai! Wat vies en glibberig!
Achter in de ruimte werd een blauwe gloed zichtbaar. Het ene konijntje wou al naar dat vreemde licht rennen, maar het andere hield hem tegen.
"Dat blauwe licht kan wel iets gevaarlijks zijn! Blijf liever hier."
Maar die kleine durfal liet zich niet kennen.
"Dan maar heel voorzichtig ernaartoe. We lopen tegen elkaar aangedrukt."
Zo schuifelden ze langzaam verder. De blauwe glans werd steeds groter en duidelijker. Wat zou het zijn? Ze kwamen bij een grote lantaarn. Ja, die verspreidde dat wonderlijke licht.
Maar nu de konijntjes eens goed keken... Ja, alles in de reusachtige zaal was wonderlijk. Aan de wanden brandden duizenden kaarsjes: allemaal rode, paarse en blauwe vlammetjes. Grote feestslingers hingen aan het hoge plafond. De konijntjes keken hun ogen uit. Tegelijk spitsten ze hun oren. Hoorden ze geen zacht gesnurk? Lag daar misschien een gevaarlijk beest te slapen!? Ze durfden niet verder te gaan en bleven stokstijf staan. Ach, konden ze zich maar ergens verbergen!
"Stil zijn," fluisterden ze tegen elkaar.
Ze keken nog eens héél goed. Daar stond een groot bed. Een heel mooie vrouw lag erop te slapen. Het was hun vriendin, de fee!
Blij verrast en opgewonden sprongen de konijntjes op het bed en wreven over het gezicht van de fee. Meteen was ze klaarwakker.
"Zeg!" riep ze verbaasd uit. "Hoe komen jullie hier?"
De konijntjes vertelden wat ze gedaan hadden.
De fee had ook een heel ander verhaal:
"Ik ben voor die erge regen gevlucht. Anders zou ik smelten in de druppels. Ik vluchtte heel diep onder de grond. Daar heb ik voor mezelf deze grote wonderzaal getoverd om in te slapen. Ik had dan ook zin om heel lang te blijven slapen."
De konijntjes stelden haar gerust. "Maar u kunt gerust weer naar boven. Het regent niet meer."
De fee stapte uit haar bed, nam de beide diertjes in haar armen. Ze murmelde een toverspreuk: de grote zaal verdween; ons drietal was weer bovenop de heuvel.
De fee hield haar toverstafje een hele tijd in het water van de beek. De goede, oude krachten kwamen erin terug. De konijntjes aten weer heerlijke planten.
De volgende dag woonden alle konijntjes die verhuisd waren, ook weer op de heuvel. Die twee moedige kleintjes waren overal naartoe gerend. En overal hadden ze verteld dat de fee teruggekeerd was.

Schrijver: Han Messie, 19 december 2013


Geplaatst in de categorie: dieren

3.3 met 3 stemmen 1.636



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Petra Hermans
Datum:
21 december 2013
Email:
worldpoet546live.nl
Ik houd van feeën!
Zij bestaan niet zomaar in de fantasie van mensen
en van jou, Han.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)