Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De kater.

Dan opeens schijnt de zon fel in mijn ogen en ik moet knipperen en met een arm mijn ogen beschermen om te kunnen zien.
Waar is ons dak? denk ik. Ik kijk opzij en Stef vraagt mij: "Waar is ons dak?"
Ik trek mijn schouders op en zeg: "Blijf doodstil liggen want je ligt helemaal in het glas."
"Ja jij ook," zegt hij tegen mij.
"En waar zijn de ramen de kozijnen, de deur?" “Het hele dak man, hoe kan dat nou?!”
"Is er nou gewoon een bom gepleurd en zijn wij daar dwars doorheen geslapen?"
“Niet te geloven!” "Kan niet anders, toch dat moet wel."

Ik kwam langzaam overeind terwijl ik het glas van mijn armen en benen afwrijf om daarna Stef langzaam uit zijn 'kristallen spijkerbed' omhoog te trekken en ook hem van het glas te ontdoen. Als wij eenmaal rechtop staan. Rechtop? Meer een beetje krom hangend nog steeds de zon afwerend en graaiend naar de muren die er nog wel stonden. Stef waggelt vervolgens als een dronken eend naar buiten door de deurpost daar de deur zelf schuin aan een scharnierschroefje hing klaar om na een scheet van iemand op de grond te vallen. Zelf stap ik door een niet bestaand raam naar buiten om daarna door een niet te harden aanval van hoofdpijn in het gras te vallen en alles wat ik zie zijn alleen nog maar felle witte lichtflitsen. Ik lig te kermen van de pijn en vertel mijn maat wat er aan de hand is.
“Shellshock wellicht?” antwoordt hij.

We staan nu samen voor het eens zo mooie huisje in de eens net zo mooie tuin de schade op te nemen. Onze lantarenpalen waren letterlijk dubbel gevouwen en stonden met hun kop in de grond, heel apart gezicht. Het kon zo Boymans van Beuningen in; de kunstafdeling wel te verstaan. De tuinmeubelen lagen als gehakt brandhout in spaanders verspreid door het gras even als de dakpannen en de rest van het stutwerk. Van ons huis was niets over dan onze twee geverfde muren. Een paar huizen verder op het pad zien we een huis nasmeulen na waarschijnlijk een gebluste brand. Dat is me nogal een bom geweest zeg, dacht ik.

Daar kwam Amichay onze volunteerleader aanlopen gekleed als 'Holy Jesus himself' in een smetteloos witte lendendoek en met zijn grote specifiek Joodse haardos. Compleet met sandalen stapt hij met grote woedende stappen op ons af.
Ik weet niet waarom maar ik voelde dat ik dit moest doen; ik dook het gras in en maakte een koprol richting Amichay de lichtflitsen en scheuten in mijn kop op de koop toenemend en tijdens die koprol plukte ik een grote paardenbloem. Sprong vervolgens overeind en liep zigzaggend zo netjes als mogelijk was op hem af en zei: "I really don't know what the hell has happened here last night, but I'm sure, You got something to do with it!"

"Am I right?" vroeg ik glimlachend?
Hij gooit de bloem op de grond en vertrapt hem en zegt: "You've got ten minutes."
Hij slikte zichtbaar zijn woede in, nam nog een teug adem en vervolgde: "I've allready alarmed the Police the Military Police and the Army and if you're not gone in ten minutes, you'll really get shot!"
Wij kijken elkaar even aan van; is hij nou serieus?
Dan tegelijk een flashback van wat er werkelijk gebeurd was..

Helemaal geen bom! Niks P.L.O.! God, God, Godverdomme.. Was dit alles werkelijk gebeurd? Allerlei beelden en gedachten komen terug maar niets daarvan kon dit nog rechtzetten na wat wij gedaan hadden.

Binnen twee tellen sprinten wij naar onze rugzakken, lieten de opblaasbedden liggen voor wat zij waren want die waren toch lek, propten er snel wat rotzooi in zoals de cassetterecorder, wat tapes, batterijen, sigaretten, ondergoed en T-shirts en renden keihard zover dat mogelijk was met die zwabberende wodkabenen onder ons en die rugzakken tegelijkertijd proberen om te doen, de kibboetspoort uit.

Heel slim doken we een klein eindje verder in een greppel langs de weg en bedekten ons een beetje met gras en hooi in plaats van naar een dorp te lopen of bij een bushalte te gaan staan. Wat er voor cavalerie aankwam voor ons en door ons dat wilt u niet weten maar daar kunt u zich vast wel wat bij voorstellen. We waren echt bang maar waar wij lagen, zochten ze gelukkig niet. Dat was het frappante. Ze dachten waarschijnlijk dat we al met de bus mee waren.

Wat een nacht.

"Dag Nir David" zegt Stef fluisterend.
"Dag Neon Tetra's" zeg ik zachtjes.
"Dag Black Molly's" zegt Stef.
"KutChrissy!" zeggen wij samen nerveus grinnikend.

Schrijver: Franciscus Borst, 5 januari 2014


Geplaatst in de categorie: reizen

4.6 met 7 stemmen 219



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Ivan
Datum:
23 januari 2014
Email:
grud-ivanhotmail.ph
sterk en boeiend geschreven,
Naam:
Flora Rietdijk
Datum:
7 januari 2014
Heel goed weer. Ik kan niet wachten op het vervolg.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)