Plotseling zag ik een schim
Op een warme zomeravond ging ik een wandeling maken in het bos achter mijn huis. Toen ik daar een behoorlijk eind had gelopen hoorde ik gerommel in de verte en besloot terug te gaan. Pikdonker werd het en ik zag geen hand voor ogen en het begon hevig te onweren. Ik werd kletsnat. Ik werd kwaad tegen mijzelf, welke eikel gaat er nou wandelen in een donker bos, zonder telefoon en eten als je bejaard bent en suikerziekte heeft. Het kon me niet meer schelen, dood ga je toch een keer.
Ik sukkelde maar verder, doodmoe was ik geworden. Opeens zag ik een open ruimte voor me met hier en daar lichtjes en toen wist ik waar ik was. Het was de mij bekende begraafplaats. Daar was ik vorige week nog geweest om afscheid te nemen van een vriend. Het was nu echt donker geworden, maar tussen de snel voorbij drijvende wolken kwam de volle maan tevoorschijn. Een zee van licht zag ik af en toe over de begraafplaats. Bang was ik niet.
Opeens kreeg ik het wel benauwd, want toen ik bij de plek kwam waar Joop begraven was, zag ik hem als een schim uit het graf opstijgen en hoorde ik hem zeggen:
''Bedankt Kees, voor je mooie bloemen'', en hij daalde weer neder in zijn graf. Verbijsterd was ik, toch duidelijk gezien.
Zou ik gek zijn geworden, dacht ik.
Keihard riep ik nog:
''Beste Joop, je krijgt misschien het eeuwige leven van de Lieve Heer en hoop je straks te zien.''
Thuis gekomen heb ik gauw een warme douche genomen en een whisky gedronken en ik zat nog te bibberen in mijn fauteuil.
Geplaatst in de categorie: emoties