Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

RUSTENDE BOERENKNECHT (tweede deel)

De ondergaande zon gaf weer een prachtige gloed aan akkers en weiden.
De boerenknecht zat knus achter zijn raam, het kromme pijpje tussen zijn lippen. Wat liet de rook hem nu zien?
Hij zweefde over de zee, over het eiland van de vorige avond. Achter de palmen viel nu heel wat te ontdekken! Op de heuvels waren grote akkers met allerlei graangewassen en suikerriet. De vlaktes waren vol mooie boomgaarden en bessenstruiken. Sterke, gezonde mensen werkten bij boerderijen. Uit de bossen van het eiland klonk prachtige vogelzang en blij geroep van kinderen.
"Al mijn werk van gisteren!" ging het door de verwonderde grijsaard heen.
Hij zag weer de zee onder zich, zweefde een heel eind. Tenslotte kwam hij boven land. Daar was het winter. Witte bergen blonken in een nacht vol sterren en maneschijn.
De boerenknecht zeilde door een dal vol zuivere sneeuw. Daar brandden honderden lichtjes. Die waren van een stad, die in het dal lag.
De boerenknecht draaide in een grote kring rond, boven de huizen en gebouwen. Hij keek enkele ogenblikken naar één en hetzelfde lichtje; en daarom scheen dat vragend te sidderen. De boerenknecht gleed langzaam door de lucht naar dat lichtje toe... Het ging blij en tevreden glanzen! Het was of een heleboel van die helgele vlekken wat aan de boerenknecht wilden vragen. Wat?
Zijn pijp brandde niet meer. Hij zat in zijn gezellige kamer.

De kinderen van het dorp speelden buiten in de heerlijk warme zonneschijn. Ook luisterden ze met grote aandacht naar de boerenknecht. Deze vertelde van wat hij had ervaren tijdens het roken.
De kinderen waren het met elkaar eens dat die man heel mooie verhalen kon laten horen. Maar wat hadden die te betekenen? Ze zouden toch even aan vader en moeder vragen of die leuke opa hen niet te veel in de maling nam.
De oude boerenknecht rookte voortaan zijn pijpje zonder merkwaardige belevenissen. Hij verlangde daar ook niet meer naar, maar genoot altijd van de avondlucht, hoe deze er ook uitzag.

Twee van de kinderen, die naar hem geluisterd hadden, onthielden zijn woorden heel goed.
Vijfentwintig jaar later leefde de ene op een mooi eiland in de Grote Oceaan. Hij hielp de bewoners met het bouwen van grote boerderijen en het aanleggen van wijde graanvelden.
De andere verbleef intussen in een heel verre stad, ergens tussen hoge, rotsachtige hellingen. Dankzij hém kwamen er goede lantaarns in de stadsstraten en langs eenzame bergwegen.
Hoe ver deze mensen ook van elkaar woonden, ze hadden dikwijls dezelfde gedachte:
Hun geboortedorp was heel gezellig. De oude boerenknecht, die ze daar gekend hadden, was een wonderlijke man. Zou hij hun toekomst aangevoeld hebben?

Schrijver: Han Messie, 27 april 2014


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 64



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)