Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Schieten

Iemand heeft eens gezegd: Eenzaamheid is een mooie zaak, maar je hebt iemand nodig die je dat vertelt. Gelukkig is er iemand die dat mij steeds laat weten en dat is wulpse Alie, mijn buurvrouw een halve kilometer verderop woonachtig. Mijn huisje staat langs een smalle weg waar nauwelijks verkeer langs komt. In de zomer soms een paar fietsers, maar in de rest van het jaar niemand. Achter mijn huis ligt een smal pad naar het bos. Wanneer ik in de huiskamer naar buiten kijk zie ik weilanden en een boerderij met rode daken heel ver weg.

Toch was ik afgelopen nacht wakker geworden door het geluid van een motor. Dat vond ik vreemd en dat maakte mij nerveus. Ik stapte mijn bed uit en liep naar het raam. Het licht deed ik niet aan. De lucht was helder en het was volle maan, dus ik kon de omgeving van mijn huis goed overzien. Bij de auto zag ik twee mannen staan, waarvan er één naar het huis wees. Dat is niet pluis, dacht ik. Ik ben oud en niet meer goed weerbaar, dus ik pakte mijn luchtbuks met 4.5 mm kogeltjes. Jammer, dat ze weinig lawaai maken. Liever had ik een gaspistool, dat geeft herrie, maar het bezit daarvan is verboden, omdat ze lijken op een echt pistool.

Wat moet ik doen, dacht ik. Wulpse Alie wilde ik niet bellen, ze zou in gevaar kunnen komen als ze mijn huis nadert. Ik zou ook de politie kunnen bellen, maar effen wachten, kan altijd nog. Ik probeerde het kenteken van de auto te zien, maar dat lukte niet. Om de haverklap moest ik mij naar de andere kant van het huis begeven om te zien waar die mannen zouden zijn. Ik kreeg echt de indruk, dat ze om het huis heen liepen. Tot mijn grote verwondering zag ik, dat de mannen weer in de auto stapten en wegreden. Ik kon het kenteken niet goed zien, maar ik zag wel op de zijkant van de auto het woord milieu staan.

De luchtbuks legde ik onder mijn bed. Ik slaap toch al beroerd, dus kleedde ik mij aan en ging in de huiskamer een biertje drinken. Inmiddels was het al bijna zes uur in de vroege ochtend en kreeg ik het koud. Plotseling kreeg ik zin om te gaan schieten, bij wijze van oefening. Ik pakte weer de luchtbuks, deed er patronen in en zette een oude legerhelm op, die ik nog had achterover gedrukt toen ik mijn legerspullen in moest leveren. Ging op een stoel zitten en schoof het raam aan de achterzijde open en richtte mijn buks op een metalen ton aan de rand van de tuin en begon te schieten.

Prachtig vond ik dat, toch nog flinke herrie op die ton. Ik voelde mij weer soldaat bij het korps luchtafweer Kornwerderzand in het jaar 1951 toen ik in militaire dienst was. Na een kwartier schieten stopte ik ermee, want op het pad naar het bos naderden twee mannen, het leken wel jagers, want ze droegen een geweer over hun schouder. Ik zag één van de man een verrekijker uit zijn tas pakken en hij keek in mijn richting. Hij had zeker het schieten op die ton gehoord en riep:
''Hé boerenlul, laat je dat.''

Ik schrok mij een hoedje en deed gauw het raam dicht en borg de buks op in een donkere diepe kast. Laat er nou gebeld worden en ik kreeg zowaar een wegtrekker.
''Wie is daar'', riep ik luidkeels.
''Doe open Kees, wij zijn de boswachters, weet je.''
Ik opende de deur en liet ze binnen.
''Willen jullie koffie?''
Ze gingen aan de keukentafel zitten en ik zette koffie. Toevallig had ik zelf een brood gisteravond gebakken. Dat rook nog heerlijk vers en de heren gaf ik ieder twee boterhammen met kaas en een beker koffie.

''Je bent een goede vent, Kees. We waren uitgehongerd, maar waarom was je aan het schieten?''
Ik vertelde hen dus over die twee mannen, die vannacht om mijn huis liepen en dat is dat verdacht vond. Daarom heb ik mijn luchtbuks gereed gemaakt om ze af te schrikken. De oudste van de twee zei:
''Kees, hebben ze jou dan niet ingelicht. Ze willen op deze plek naar schaliegas gaan boren en het zit erin, dat jouw huis hier moet verdwijnen. Wij moesten ook paraat zijn om nieuwsgierigen te verwijderen.''

''Zijn ze nou helemaal besodemieterd, ik ga hier niet weg, over mijn lijk.''
''Als ze genoeg gas vinden, zal je toch weg moeten, tegen een schadevergoeding en de overheid zorgt voor een andere woning. In je tuin komt volgende week een boortoren te staan om te kijken of er genoeg gas in de grond zit.''
''Ze kunnen m'n rug op, ik blaas die toren op.''
''Zo Kees, we gaan op huis aan, lekker maffen en bedankt voor je brood en koffie, was erg lekker. Met de kerst schiet ik een konijn voor je. De mazzel hé.''

Ze namen afscheid en het was inmiddels half negen geworden. Ik belde wulpse Alie en vertelde haar wat ik meegemaakt had. Ze zei:
''Hé ouwe, waarom heb je me vannacht niet gebeld, dan had ik je kunnen redden van je angsten.''
''Zeg Alie, ze willen in mijn tuin een boortoren plaatsen om te kijken of er schaliegas in de grond zit. Als dat zo is, moet ik hier weg en wordt mijn huis afgebroken. Ik ben nu helemaal van de kaart, red me.''
''Ik kom zo en gaan we eerst samen douchen, dan mag je mijn kont kussen.''
Mijn dag kwam weer goed.

Schrijver: kees niesse, 19 oktober 2014


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

3.0 met 1 stemmen 76



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
19 oktober 2014
Wat een gemene boswachters om jou zo te stangen zeg, met hun bangmakerij over schaliegas, het zijn zelf twee boerenpummels. Schiet ze de volgende keer maar wat hagel in hun kont! Maar die andere twee kerels waren wel verdacht, dus slaap de komende week maar bij Alie in haar bedstede!...

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)