Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De Sneeuwwitte Stad

Het was de laatste novemberdag van een veelbewogen jaar. Met moeite had de vrouw zich een weg uit een dal geklauterd in de melancholische lente die achter haar lag. De warme zomer die volgde, bracht gevoelig verlies en intens verdriet. Ze had de verkoelende herfst omarmd, die haar door wind en regen liet voelen dat ze zelf wel nog leefde. De bladeren in aardekleuren van tinten rood, oranje, geel en bruin, vielen meedogenloos van de bomen, en wezen haar de weg. Onder haar voeten vergingen ze tot de humus die Moeder Aarde voeden zou voor een nieuwe lente in een nieuw jaar. Maar zover was het nog niet. Een donkere winter kwam eraan, waarin kristallen van ijs al wat verloren was gegaan, transformeren zouden tot nieuwe vormen van licht en leven. Het was een seizoen van verwerking, contemplatie, bezinning. Ze besloot dat het tijd was om voorgoed af te rekenen met alle schaduwen uit het verleden.

De vrouw opende haar tuinhuisje, en pakte haar bezem. Menigeen zou zweren haar erop te hebben zien vliegen. Maar dat was een andere tijd, waarin dat niet was toegestaan. Dus kon ze nu met een gerust gemoed haar gang gaan. Ze stak haar bezem met een gestrekte beweging van haar arm hoog in de lucht, en riep een spreuk in een oeroude taal. De bezem tilde haar op en vloog hoog met haar naar de wolken, waar de vrouw met een soepele beweging zijdelings op haar voertuig ging zitten. Ze knipte met haar vingers en naast haar verscheen een gevleugelde eenhoorn die een grote lichte ruimte als een hemelse kar achter zich aantrok. De ruimte leek van glas te zijn, maar het materiaal was vluchtiger en onbreekbaar, sterker dan diamant. Samen met haar gevleugelde vriend begon ze aan een tocht door haar verleden.

Huizen werden bezocht in de stad en de nabije of zo nodig verre omgeving. De hemelse kooi van glazen diamant vulde zich met mannen en vrouwen die verbaasd met hun ogen knipperden. De vrouw hoefde bij ieder huis maar vanuit de lucht met haar vingers te knippen, en ieder die haar ooit een blauwe plek op haar ziel bezorgd had, zat gevangen in de diamanten cel van de eenhoorn. Ze waren allen overgeleverd aan haar genade. En van sommigen was niet zeker of zij haar genade wel verdienden. Er was één huis dat speciale aandacht vroeg. Hier woonde de duistere heks, de liefdeloze stiefmoeder, die verantwoordelijk was voor een lijden dat lange levens geleden een aanvang had genomen. De vrouw cirkelde er driemaal rond en sprak een bijzondere spreuk terwijl ze drie keer met haar vingers knipte. Ook vloog zij drie keer rond een graf waar al een aantal decennia een bedrieglijke tovenaar lag. Ze knipte drie keren met haar vingers met een duizend jaar oude spreuk, om ook zijn schaduw te kooien en zijn daden te kunnen vergelden.

Toen allen waren verzameld, de boze koningin met al haar hofdames, en de bedrieglijke tovenaar met al zijn trawanten, zetten zij koers richting het centrum van de stad. Aangekomen op het grote marktplein, werden de gevangenen bevrijd uit de diamanten kooi en aan schandpalen geslagen van eenzelfde materiaal als de glazen cel van hun vlucht. De boze koningin en de bedrieglijke tovenaar stonden in het midden naast elkaar, alle hofdames links van de slechte heks, alle trawanten rechts van de verfoeilijke bedrieger. De vrouw stond voor hen en keek hen allen aan. Achter hen een groot gebouw dat ze goed kende. Waar de adel van de stad hun bijeenkomsten hield, en stad en ommeland met hun zwarte kunsten bedierf.

De vrouw haalde een witte lange stok uit de mouw van haar sneeuwwitte jurk, en wees hen allen één voor één aan, waarop hun kleren als hoopjes as op de grond vielen. Bibberend van de kou stonden zij naakt voor een gerecht van Drie Godinnen, die zich om de vrouw heen verzameld hadden. Godinnen van Gerechtigheid, in kleuren rood, blauw en geel, vormden met hun vleugels een regenboogrijk geheel. Hun oordeel was hard doch rechtvaardig, en met hun zwaarden van zilver en goud, wezen zij de veroordeelden aan. Een regen van kleurrijke druppels viel over de ongelukkigen en zuiverde hen van hun kwade daden ooit begaan. Met een zwaai van haar witte staf, toverde de vrouw een sneeuwwitte deken over de gezuiverden en over het kwade gebouw, waar de ijskristallen drie maanden hun werk zouden doen om alle materie te transformeren tot goede werken voor stad en land. Drie maanden zouden zij besneeuwd blijven, en de hele stad erbij. Daarna zou de lente de ijskristallen smelten, en was alle transformatiewerk gedaan.

De man op de markt keek naar de vrouw die al geruime tijd naar het stadhuis stond te kijken. Ondanks dat ze stil stond, meende hij bewegingen in en om haar te zien. Opeens keek ze hem aan. Voorzichtig knikte hij. Een kleine glimlach was zijn beloning. Behoedzaam zette hij een stap dichterbij. "Alles goed?", vroeg hij enigszins bezorgd. "Ja, alles prima", was haar antwoord. "De stad blijft drie maanden sneeuwwit en daarna is ze van mij." Hij knikte bedachtzaam en probeerde in te schatten of hij te maken had met een te diep in het glaasje gekeken kwestie of een gevalletje moet nodig naar de psychiater. "Dat is mooi", zei hij, want je kon in beide gevallen maar beter niet tegenspreken. "Ik ga nu met mijn drie gezusters een hemelse nectar drinken", zei de vrouw, "want het werk is gedaan." Even overwoog de man of hij met haar mee zou gaan, maar hoewel zij hem fascineerde, koos hij voor de veilige route van zijn eigen weg. "Een fijne dag nog", zei de vrouw. "Insgelijks", zei de man. Terwijl hij zich omdraaide, leek het even of het marktplein onder een sneeuwwitte laag lag. Hij knipperde met zijn ogen, en de sneeuw was weer weg. Hij besloot koers te zetten naar de dichtstbijzijnde winkel om een fles vergetelheid te kopen. Maar of hij haar vergeten zou, nee, die kans was klein.

Schrijver: Gabriëla Mommers, 1 december 2014


Geplaatst in de categorie: moraal

2.6 met 13 stemmen 2.413



Er zijn 4 reacties op deze inzending:

Naam:
Gabriëla Mommers
Datum:
3 december 2014
Email:
gabrielamommersyahoo.com
Ik bezit niet meer energie dan jij, lieve man. Ik verbaas me over jouw energie hier op deze site, die voor mij zo aanstekelijk werkt, dat je me uit mijn diepe dal weet te trekken en me tot schrijven weet aan te zetten. Minder dan jij wilt wellicht, en met meer moeite dan jij weet en ik zou willen, maar desalniettemin meer dan ik ooit gedacht had nog op te kunnen brengen. Het verhaal achter mijn gestolen energie staat ergens geschreven alsof het over iemand anders gaat, maar ik weet dat jij daar dwars doorheen hebt gelezen. Net als dit verhaal, dat daar het logische en noodzakelijke vervolg op was. Uit je laatste zin blijkt ook dat je weet wie de mannelijke muze is in de verhalen die ik hier de laatste maanden heb geschreven. Soms heeft hij een hoofdrol, soms is hij figurant, soms zal hij niet duidelijk fysiek aanwezig zijn, maar altijd vliegt hij met me mee, als de gevleugelde eenhoornige die altijd bij mij is.
Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
3 december 2014
Charles Baudelaire leerde me om van modder goud te maken en op diezelfde alchemistische manier wil ik graag jou van dienst zijn, omdat je het simpelweg ronduit verdient. Volgens mij bezit jij meer energie dan ik, maar dat terzijde, cher mademoiselle. Ik weet dat jij net zoveel paranormale gaven als waar ik over beschik bezit, dus doe maar niet zo verbaasd, lieve toverfee. Je kunt je moeder makkelijk overtreffen in haar kunstzinnigheid, geloof me maar. Je doet het namelijk al! Blijf alsjeblieft je sprookjesachtige schrijfwerken op deze integere site publiceren en ga daarnaast je schilderachtige tovenarij bestendigen. Ik geloof in jou!... Zelfs zonder dat ik je ooit heb ontmoet, geloof ik volstrekt en standvastig in jouw bovennatuurlijke gaven. De eenhoorn is het synonieme beeld voor het christendom en volgens mijn voelsprieten ben jij mijn ware zuster op Christelijk niveau. Ik wil je daarom heel graag ten diepste omarmen van Godin tot Godin. En je sprookjes opzwepen!...
Naam:
Gabriëla Mommers
Datum:
2 december 2014
Email:
gabrielamommersyahoo.com
Joanan, jouw reactie is puur goud voor mij. Je schreef al eens dat je paranormale gaven hebt, en dat moet wel, ik weet het nu zeker.

Gisteren maakte ik een lijstje van wat ik nog graag schrijven zou. Gedichtjes schrijf ik al langere tijd, columns een paar jaren, verhalen nog maar net. Ik vulde het lijstje aan en maakte een volgorde van wat ik dacht dat nog lukken zou. Ik had er ook 'sprookjes' bij geschreven. Ik herschikte de lijst en de sprookjes verhuisden tot onderaan de lijst. Die zouden het moeilijkste zijn om te schrijven, zo dacht ik. 'Denk jij nou echt dat jij sprookjes kunt schrijven?', zei een stem in mijn hoofd, en ik besloot om de sprookjes maar van de lijst te halen. Misschien iets voor een volgend leven. En nu schrijf jij dat ik een sprookje heb geschreven. Ik kijk nog eens goed... het is een sprookje... het is een sprookje! En jouw reactie is een sprookje... zie je wel dat sprookjes bestaan! Ik heb het altijd al geweten!

Mijn eigen mystieke, spirituele sprookjes schrijven... Ik ga sprookjesschrijfster worden... Word ik toch nog wie ik altijd wilde zijn!

Het was niet het kunstwerk van Lynne Davies dat me inspireerde, dat heb ik na het schrijven erbij gezocht. Ik heb altijd al iets met eenhoorns gehad, en ik vond dat deze moest kunnen vliegen. Was best nog lastig om een mooie illustratie van een gevleugelde eenhoorn te vinden die voor mijn gevoel ook bij mijn verhaal paste. Er zijn er wel een paar op internet te vinden, maar de meeste vermelden niet door wie het gemaakt is, en het geeft mij toch een beter gevoel als ik dat wel vermelden kan. Deze van Lynne Davies is heel mooi, en past goed bij het verhaal. Ik ben zelf ook een aantal jaren bezig geweest met tekenen en schilderen, iets dat ik hoop weer opnieuw te kunnen gaan doen. Kan ik misschien ooit mijn eigen illustraties maken bij mijn verhalen.

Daar komt dat stemmetje weer: 'Denk jij nou echt dat jij...' 'Ja!', wil ik terugroepen, maar ik moet het zelf nog gaan geloven. Ik denk aan de woorden die de kunstschilder tegen mijn moeder zei, vele jaren geleden toen zij bij hem in de leer ging, en ze in eerste instantie dacht dat het haar nooit zou lukken iets moois op het doek te krijgen: 'Bewijs me maar dat je het niet kunt.' En ze ging schilderen. En nu hangt mijn hele huis vol met haar werken. Opeens bedenk ik me dat er ook twee werken van mij bij haar hangen, uit de periode dat ik met pastelkrijt werkte. Steeds als ze me vertelt dat er bezoek was die zeiden dat ze het mooi vonden, vind ik dat bijzonder grappig om te horen. Misschien dat het toch langzaam tijd wordt om mijn eigen gevleugelde eenhoornige vriend eens te gaan tekenen...
Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
1 december 2014
Een spannend sprookje en zeer tastbaar verteld. Was het kunstwerk van Lynne Davies de inspiratiebron of heb je die erbij gezocht? Die man op de markt is wel opeens een heel ontnuchterende figurant en tevens een groot helderziende, omdat hij de hemelse sneeuwheks kan zien. Mooi hoe je de onzichtbare, spirituele strijd weet te vangen. Ik waande me in een boek van Charles Dickens. Volgens mij kun jij jezelf makkelijk meten met Hans Christian Andersen en kun je de eerste, Nederlandse sprookjesschrijfster op niveau worden!...

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)