Het Geheim van de Eenhoorn
(Vervolg op 'De Sneeuwwitte Stad')
Het was een koude ochtend op de eerste kerstdag van het jaar waarin de stad onder een sneeuwwitte deken lag. De vrouw die de stad met bevroren kristallen had bedekt, doofde het vuur in de haard van haar door draken bewaakte woning, waar zij sinds vele jaren in kluizenaarschap woonde. Zij had het gevoel een naamloze vrouw in een naamloze wereld te zijn, ver van de bewoonde wereld om haar heen. De wereld in haar was ook bewoond, maar vond plaats in een andere dimensie. Vandaag was een dag die bedoeld was om de boodschap van het licht te verspreiden. Het licht dat in de natuur weer zijn intrede deed en de dagen weer zou laten lengen. Dat licht stond voor barmhartigheid, vergeving en vrede. De vrouw wist dat ze een taak van barmhartigheid te vervullen had, maar eerst zou er een bijeenkomst plaatsvinden in het naburige bos. Ze liep haar tuin in die door de eerste zonnestralen magisch lichtroze verlicht werd. Ze knipte met haar vingers en de in het tuinhuisje geparkeerde bezem vloog in haar hand. Ze nam plaats op haar voertuig en vloog hoog de lucht in. Boven de wolken knipte ze nogmaals met haar vingers en haar eenhoorn verscheen naast haar. Gezamenlijk zetten ze hun reis verder richting het mysterieus verlichte bos.
Boven het bos voegden vier andere vrouwen zich bij haar en ze daalden allen tegelijk neer op een open plek tussen de winterse bomen. Een vuur brandde als welkom voor de vrouwen, die in een kring eromheen plaatsnamen. De vrouw met de eenhoorn droeg een wit gewaad, en zat op de noordelijke punt van de vuurkring. De eenhoorn lag links van haar en legde zijn hoofd met zijn hoorn aanhankelijk in haar schoot. Noordoost van de kring zat een vrouw met een donkerblauw gewaad. Een dolfijn zwom om haar heen, in onzichtbaar water dat altijd rondom ons is, en rustte uiteindelijk aan haar linkerzijde met zijn snuit op haar schoot. Noordwestelijk zat een vrouw met een lichtblauw gewaad waarin een patroon van grote witte wolkachtige spatten verwerkt was. Een blauwgrijze draak lag in een draai om haar heen, zijn kop ter linkerzijde op haar linkerbovenbeen. Zuidoostelijk zat de vierde vrouw met een vlammend gewaad van rood, oranje en geel. Een grote slang kronkelde om haar heen en rustte uiteindelijk met zijn staart op haar rechter-, en zijn kop op haar linkerbeen. De vrouw die zuidwestelijk in de vuurkring plaats nam, droeg een groen gewaad met een patroon van bruine en beige figuren van dieren. Aan haar linkerzij lag een bruingrijze wolf die zijn kop waakzaam op haar linkerbeen liet rusten.
De vrouw met de eenhoorn opende de bijeenkomst. "Gegroet, zusters. Zoals jullie weten, is er werk te verdelen. Het verhaal van de andere dimensie dient verteld te worden." De vrouwen knikten en keken naar de vrouw met de dolfijn. "Het begin is gemaakt", sprak deze. "Het begin dient eerst een einde te krijgen", sprak de vrouw in het witte gewaad. De overige vrouwen knikten instemmend. De overige werkzaamheden werden verdeeld. Aan het einde van de bijeenkomst wist ieder wat haar te doen stond, en wanneer. Zij stonden op, pakten elkaars handen, staken hun armen hoog in de lucht en riepen oeroude spreuken met helende krachten. Daarna doofde het vuur en vlogen de vrouwen op hun bezems hoog de lucht in. Boven de wolken voltrok zich het mysterie dat alleen ingewijden kennen als het Geheim van de Eenhoorn. De dolfijn, draak, slang en wolf werden één met de eenhoorn. Tegelijk werden de watervrouw, de luchtvrouw, vuurvrouw en aardevrouw één met de geest en het lichaam van de sneeuwvrouw. Want zij die het Geheim van de Eenhoorn kennen, weten dat wij allen Eén zijn.
De sneeuwvrouw vloog met de eenhoorn naar het centrum van de sneeuwwitte stad. Daar aangekomen begroette zij de drie gezusters Godinnen van Gerechtigheid, die recht hadden gesproken toen de winter zijn intrede had gedaan. Haar werk van barmhartigheid zou de veroordeelden een week tijd geven om kerst en nieuwjaar te vieren in de warme kring van familie en vrienden. De vrouw knipte met haar vingers, en naast de eenhoorn verscheen de draak, die met de warme adem van zijn vuur de kristallen liet ontdooien van de bevroren ongelukkigen. De vrouw knipte nogmaals met haar vingers en zij hadden allen warme kleren aan. De drie Godinnen deelden voedselpakketten uit, die de veroordeelden uit zouden delen aan de minder bedeelden in de stad. Ze kregen ieder een kar vol mee, en pas als de kar leeg was, zou het pad naar hun huis begaanbaar zijn. De sneeuwvrouw nam zelf ook een kar en vloog ermee tot hoog boven de huizen, zodat zij zou zien waar nog hulp nodig was.
De man op de markt kon zijn ogen niet geloven. Hij had de vrouw weer gezien die een paar weken geleden zo mysterieus verdwenen was. Ze had weer staan kijken naar het stadhuis en hij had kunnen zweren dat hij figuren van dieren, die helemaal niet bestonden, om haar heen had gezien. Deze keer was hij op een veilige afstand blijven kijken. Haar aanspreken durfde hij niet meer. Opeens, van het ene op het andere ogenblik, was zij verdwenen. Hij had haar niet weg zien lopen, terwijl hij onafgebroken gekeken had. Hij streek vertwijfeld met een hand door zijn haren. Iets in hem vertelde hem dat hij omhoog kijken moest, wat hij deed. Wat hij toen zag, zou geen mens geloven. Hij knipperde met zijn ogen en het beeld was weer weg. Volkomen in de war, besloot hij huiswaarts te gaan. Nee, geen borrel drinken nu, een stevige ontnuchterende kop koffie had hij nodig!
Boven de huizen verschenen uit de sneeuwvrouw weer haar vier zusters van de elementen, en ze vlogen met hun dieren daar waar zij nodig waren. Het was kerst. Het was de tijd van het licht. Het was de tijd dat mensen moeten weten dat zij Allen Eén zijn.
... De schrijfster van dit verhaal wenst alle lezers en schrijvers van de sites nederlands.nl en gedichten.nl gezegende kerstdagen. ...
Schrijver: Gabriëla Mommers, 25 december 2014Geplaatst in de categorie: kerstmis
Men kan door een blik of ander contact met een ander zich inderdaad zo één voelen, zó diep geraakt worden, dat er werkelijk een heling op zielsniveau plaatsvinden kan.
Jouw visie op polygamie heb ik ooit gedeeld, maar ik denk dat het meer een ideaal uit de jaren zestig is, dat inmiddels bewezen heeft in de praktijk niet te werken. Tenzij men Anton Heyboer heet, maar dat zijn de uitzonderingen die de regel bevestigen.
Dat je juist vandaag verneemt van het overlijden van je inspirator Archie, is geen toeval. Hij heeft een kerstboodschap voor je. Je hart weet al welke boodschap dat is.
Ook ik heb vandaag een kerstwens voor jou: dat al het goede dat je voor mij gedaan hebt, in tienvoud bij je terug mag komen. Weet, dat jouw woorden voor mij de engelen zijn geweest, die een helingsproces in werking hebben gezet, waar ik je altijd dankbaar voor zal zijn.
Ik wens je gezegende kerstdagen toe, lieve engelenman.