Portemonnee weg
Onlangs stond ik in de stadsbus en op het moment, dat ik de stang niet vastpakte moest de chauffeur remmen voor een overstekend kind. Ik werd naar voren geslingerd en gelukkig werd mijn val belemmerd door een stevige jonge dame, die wel een stang vasthield. Wat was ik blij, want je zou zomaar je heup kunnen breken. Ik werd zelfs nog getroost door haar, omdat ik haar zo vriendelijk bedankte. Ze aaide mij zelfs over mijn wang. Wat kunnen vrouwen toch lief zijn.
Waarom werd ik in de bus naar voren geslingerd, dat is een gevolg van de wet op de traagheid, die zegt, dat een rustende massa in rust probeert te blijven. Aanvankelijk stond is dus gewoon stil, maar de chauffeur moest voor dat kind remmen, dus de bus stond stil, maar ik was nog die snelheid van de bus gewend, maar omdat hij ineens stil stond, wilde ik nog doorgaan met die snelheid, vandaar, dat ik naar voren viel.
Nu een ander voorbeeld. Stel je voor, dat de bestuurder van een auto zeer plotseling optrekt, wat gebeurt er dan? Je wordt naar achteren gedrukt tegen de rugleuning van de stoel aan. Hoe komt dat? Weer de wet van de traagheid, want eerst was de auto in rust, dus jij ook, maar dan gaat de auto plotseling hard vooruit, maar jij wil nog stil blijven zitten, maar dat gaat niet, want je wordt naar achteren geduwd.
Nog een ander voorbeeld.
Het is heel gevaarlijk uit een rijdende tram te springen, want jouw lichaam is de snelheid van de tram gewend en wil die behouden, dus je zal lelijk kunnen vallen, maar uitstappen uit een stilstaande tram geeft geen probleem, de tram is in rust en jij dus ook.
Toen ik uit de bus stapte kwam de stevige dame achter mij aan en ze vroeg aan mij of ze mij een ijsje mocht aanbieden, omdat het zo warm was. Wat was ik verrast, wat heb je toch aardige mensen op de wereld. Toen ik afscheid van haar nam voelde ik mijn portemonnee niet meer in de achterzak van mijn broek. Ik schrok hevig, want ook mijn betaalkaartje zat er in. Ik zag haar nog met spoed weglopen, maar ik kon haar niet achterna rennen met mijn zere rug.
Toevallig zag ik een politieauto naderen en ik gebaarde de chauffeur te stoppen. Hij stopte en ik vertelde, dat een dame mijn portemonnee had gestolen. Ik gaf hem het signalement en ik moest instappen. Nog geen tien minuten later zag ik haar lopen en bij het zien van de politie rende ze het station in. De jonge agent rende haar achterna en wist haar staande te houden.
Ze overhandigde de portemonnee aan hem en ze moest mee naar het politiebureau. Ik werd ook verzocht mee te gaan naar het bureau om aangifte te doen. Ik zei tegen de agent, dat ik aangifte doen niet nodig vond, want ik was al lang blij mijn portemonnee terug te hebben, maar hij stond erop toch aangifte te doen, omdat het een plaag werd met die zakkenrollers.
Geplaatst in de categorie: misdaad