Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

DE NACHTEGAAL IN DE REGEN

Het was middenin de zomer. Het grote eikenbos geurde heerlijk naar bloemen en bessen.
In dat woud waren de nachten prettig, zoel en vol maneschijn. Tijdens die mooie nachten klonk het schitterende lied van de nachtegalen door de bomen. Die vogelkoren... Ja, dat was zo'n verrukkelijk gezang. Zelfs kleine kinderen hadden dan graag door het nachtelijke bos gelopen om naar die prachtige wijs te luisteren. Daarbij zouden die kleine hummels de grote zwarte schaduwen tussen de struiken vast niet eng hebben gevonden.

Maar op zekere avond regende het erg. De nachtegalen bleven daarom maar in hun eigen knusse nestjes. Ze hielden hun snavels dicht en probeerden te slapen. Zingen, daar hadden ze nu helemaal geen zijn in.
Maar één nachtegaal wou toch zijn stem laten horen. Hij zat in een hoge boom, die droop van de regendruppels. Die eigenwijze vogel liet zijn keeltje flink werken. Maar wat klonk zijn lied dof bij dat verschrikkelijk slechte weer! De andere nachtegalen scholden op hem.
"Jij, schorre zanger met je druipnatte, trillende veren. Je lijkt wel een verkouden mus!"
"Weet je wat," riep een tweede nachtegaal. "Jij roept zo'n beetje als een jong uiltje, dat honger heeft. Ga jij daarom maar voor de uilen zingen!"
De zingende nachtegaal schudde zijn veren, die koud en zwaar van de druppels waren. Daarna vloog hij op om de uilen een bezoek te brengen. Omdat hij nog erg jong was, wist hij niet dat uilen wel eens gevaarlijk kunnen zijn voor kleine vogeltjes.

Zodra hij bij de grote kastanjeboom kwam, waar veel uilen in woonden, schalde hij er luid op los. Maar zijn stem klonk nog afschuwelijker dan daarnet!
"Wat voor schreeuwlelijk zit er nu in onze kastanjeboom?" vroeg de oudste van de uilen. "Zeg, ben jij een nachtzwaluw, die een nachtegaal na wil doen?"
"Blijf maar bij ons wonen," zei een andere uil, die trek in een vogelboutje had.
De nachtegaal ging op een tak zitten, dichtbij de uil die zojuist gesproken had. Maar daar ging een haakvormige snavel wijd open. Het leek wel of een paar klauwen hem wilden grijpen...
Net op tijd schrok de nachtegaal en vloog pijlsnel weg. Hij hoorde wel dat een paar uilen krijsend achter hem aan kwamen. De nachtegaal dook naar beneden en vloog verder, tussen het lage struikgewas. Daar zouden die gulzige uilen hem niet zo makkelijk kunnen vangen.
Het bange zangertje fladderde zigzag langs allemaal kleine takjes, tot hij bij de rand van het bos kwam. Wat had hij het koud! Want het regende nog steeds...
Maar opeens zag hij in de verte een oranje bol, die licht gaf. Gauw daarnaartoe!
Die bol was een oranje lamp, die in het portiek van een mooi deftig huis hing. In dat portiek ging de nachtegaal schuilen. Daar zat hij al bovenop de metalen kap van de lamp. Hij zag dat er dichtbij een grote deur was. Wat zou daarachter zijn? Dat zou hij vast wel spoedig te weten komen; eerst maar eens wat zingen. Maar hoe kon dat nou!? De nachtegaal had helemaal geen stem meer! Kon alleen nog maar wat hikken en rochelen!
Ach, kwam dat door de regen en de kou? De dodelijk verschrikte vogel klapte zijn snaveltje dicht en schaamde zich heel erg diep...
Moedeloos liet hij zij kopje hangen. Hoe zou hij ooit weer bij de andere nachtegalen kunnen leven? Hij zou nooit meer met hen kunnen meezingen... Ja, zingen wat het mooiste en belangrijkste in het leven van elke nachtegaal is... Moest hij maar als een stil en eenzaam vogeltje leven, ver van al zijn soortgenoten?
Terwijl de nachtegaal zo droevig zat te peinzen, keek hij naar de muggen, die beneden hem, rondom de oranje lamp zweefden. Ja, muggen waren altijd lekker om te eten. Maar nu had de nachtegaal geen trek. Stil luisterde hij naar het zoemen van die kleine beestjes. Ja, de muggen begonnen hun eigen lied te zingen, omdat het nu ophield met regenen.
De nachtegaal luisterde stil en heel aandachtig. Hij hoorde hoe de muggen welluidend gonsden. Ze zongen over kleine vruchtjes aan de struiken. Die waren na een flinke regenbui juist bijzonder lekker om leeg te zuigen. Hun lied ging ook over mensenhuid. Een schoongewassen, blank vel. Ja, daar kon je nog eens wat bloed uit drinken. Als die hand maar wegbleef...
De nachtegaal kon niet meer zwijgen. Hij murmelde mee met de muggen. O, wonder! Hij kreeg zijn mooie stem terug! Hadden die muggen zijn zingen zo kundig begeleid?
De deur van het huis ging open.
"Wonderlijk, hoe nachtegalen en muggen samen zingen," zei de professor, die in het huis woonde. "Dat zijn nog wel elkaars vijanden."
Naast de professor stond een landloper, die een paar dagen bij eerstgenoemde logeerde.
"Kleine schuilplaatsen zorgen voor grote verrassingen," zei de landloper. "Verrassingen, die aan de hele wereld bekendgemaakt hoorden te worden."

De blije nachtegaal vloog terug naar het bos.
Reeds de volgende avond zong het nachtegalenkoor een nieuw lied. Het lied dat dit verhaal bezong.

Schrijver: Han Messie, 28 augustus 2015


Geplaatst in de categorie: dieren

4.0 met 1 stemmen 80



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)