Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Commissaris Maigret in Winschoten

Commissaris Maigret heeft zich zojuist in het Hotel-Restaurant New Royal York geïnstalleerd. Er is een lijk in een vijver van het Stadspark gevonden en hoofdagent Pim Speurneus ligt de commissaris verder in. Het blijkt om pastoor Lammert Hoogakker te gaan, die in de volksmond bekend stond als iemand, die de katjes in het donker kneep. Deze pastoor was al meerdere keren aangeklaagd voor seksueel misbruik jegens enkele jongedames van het kerkkoor, maar de bisschop van Groningen hield hem steeds de hand boven het hoofd. Pastoor Lammert is door een schot in zijn rug vermoord en daarna in de vijver gedumpt. 'Ik wens u een voortvarend onderzoek toe, meneer Maigret!', zegt hoofdagent Pim. Maigret lurkt wat aan zijn stoompijp en hij knikt instemmend. Daarna verkent hij de binnenstad van Winschoten. Hij bewondert de Grote Kerk aan het Marktplein en de karakteristieke toren d'Olle Witte. Bij Tapperij Hoppe neemt hij twee jenevertjes en daarna belt hij aan bij de pastorie van de Sint-Vituskerk aan de Langestraat. Een oude, bedroefde huishoudster doet open en zij gaat hem voor naar de studeer- en slaapkamer van pastoor Lammert. 'Kunt u mij de namen geven van de jongedames, die destijds een aanklacht tegen meneer pastoor hebben ingediend?', vraagt Maigret. 'Ik zou het niet weten, meneer, maar in de linkeronderlade van zijn bureau bewaarde hij zijn correspondentie, misschien dat u daar iets tegen komt!', antwoordt het schichtige, magere vrouwtje. Maigret snuffelt tussen de paperassen en in een kranteartikel over de zedenzaak ziet hij twee namen: Lies B., Meike A. en Hadewieg D., waarmee hij meteen naar de huishoudster snelt. 'Dan moet u op de kerkkoorlijst kijken', zegt zij, 'wacht maar even, die zit voor in zijn liederenboek!'.

Aan de Zeeheldenstraat ligt de woning van de familie Boelens, waar hij meteen Lies aan de deur treft. Maigret ziet in haar fragiele uitstraling geen moordenares, maar haar vriend Kees Donkersloot is een opvliegend personage met opgepompte spieren en tatoeages tot in zijn speknek. 'Denk je soms dat wij hem hebben vermoord, Franse speurhond, nou, dat had ik best willen doen, na wat hij Lies heeft aangedaan, maar ik vond dat nog te goed voor die glijerige viezerik!', schreeuwt Kees al sputterend. 'Waar kan ik Meike Apotheker vinden?', vraagt Maigret op rustige toon. 'Aan de Wezellaan 3 bij het Stadspark!', zegt Lies. Bij het weggaan, kijkt Kees hem woest na. De moeder van Meike doet open en zij en haar man blijken heel rustige mensen. Meike is er niet, want zij is na dat seksuele misbruik naar een psychiatrische kliniek gegaan, omdat ze zwaar depressief en suïcidaal was geworden en de antidepressiva onvoldoende werkte. 'Kan ik haar bezoeken?', vraagt Maigret. Dat kan, want iedere dag is er een vast bezoekuur. Dat gaat hij dan morgen doen. Eerst gaat hij nog langs bij Hadewieg Drost aan de Torenstraat, waar zij in een modern flatje op zichzelf woont. Hadewieg vraagt eerst wie daar is en daarna doet zij langzaam alle sloten van de voordeur. Ze zet kruidenthee voor Maigret en haar en ze presenteert Nobo-spritsen. Terwijl Maigret navraag doet, begint ze helemaal te rillen en te beven, alsof ze hoge koorts heeft. 'Ik loop bij een psychiater', zegt ze verdrietig, 'het gaat al wel wat beter, maar ik leef echt op randje opname, zeg maar, Meike achterna!'. Maigret schrapt ook haar van de eventuele daderslijst en na een heerlijke maaltijd in zijn hotel piekert hij na over deze merkwaardige moordzaak. Tot diep in de nacht blijft zijn pijp door denderen als een stoomtrein.

De volgende dag stapt hij op de bus richting het psychiatrisch ziekenhuis. Hij wandelt traag door de mistroostige gangen naar de recreatiezaal, waar hij Hadewieg treft. Een zuster had hem al gezegd om heel voorzichtig te zijn, want de wonden zijn nog erg vers en Hadewieg zit nu ook in een geloofscrisis. Ze gaan de tuin in, waar een vervallen theehuis staat, wat nu een vrijplaats voor rokers is. Door de verdovende medicijnen spreekt Hadewieg heel traag en vertoont ze nauwelijks emoties op haar gezicht. Maigret pinkt een traantje weg. Toch moet hij haar vragen of ze iets van vijandigheid rondom pastoor Lammert heeft opgemerkt. Hadewieg schudt haar hoofd en ze begint heel hoog te piepen. Daarna smijt ze alle stoelen tegen de ramen, die kapot rinkelen. Een zuster komt heel hard aangesneld en ze weet Hadewieg te overmeesteren en mee te voeren. 'Wat heeft u toch gevraagd?', zegt de zuster boos. Dan draait Hadewieg zich in een snelle reflex om en ze zegt: 'Die huishoudster van hem, die heeft door een kier in de deur gekeken, toen hij het met mij deed!'. 'Bedankt, Hadewieg, heel erg bedankt, je kan zo bij mij in dienst!', antwoordt Maigret verheugd.

Zodra de bus in Winschoten is gearriveerd, snelt Maigret naar de pastorie aan de Langestraat en belt hij driftig aan. De hoogst gespannen huishoudster doet open en ze zegt hem haar te volgen. 'Ik weet dat je het weet', zegt ze, 'en hier is het pistool, waarmee ik hem na de brute verkrachtingen op die drie arme jongedames heb vermoord!'. Op het bureau van de pastoor ligt het moordwapen. 'Hij heeft het aangeschaft na diverse bedreigingen!', zegt ze, 'en ik heb gezien waar hij het verstopte, net zoals ik zijn verkrachtingen heb gezien!'. 'Hoe heeft u hem naar die vijver gekregen?', vraagt Maigret. 'Met zijn eigen auto!', zegt ze, 'en doet u mij nou maar de boeien om!'. 'Dat is niet nodig!', zegt Maigret en even later wordt zij door een politie-auto opgehaald. Maigret trekt de voordeur keihard achter zich dicht.

Schrijver: Joanan Rutgers, 19 februari 2016


Geplaatst in de categorie: misdaad

3.0 met 4 stemmen 100



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Gabriëla Mommers
Datum:
19 februari 2016
Het mag niet in ons rechtsbestel. Eigenrichting. Maar soms zou je willen dat het wel mag. Tegen beter weten in. Maar toch.

Knap geschreven, dit misdaadverhaal.
Die vierde zin is wat mij betreft goud waard.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)