Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De Liebfraumilchdrinker van Kimswerd

Iedereen die hem ziet, denkt op het eerste gezicht een domme reus te zien, waarmee door de brutale kinderen de draak wordt gestoken. Toch is Sietze Buwalda van adellijke afkomst en woonde hij vroeger op een groot landgoed in Beetsterzwaag. Op zijn Friese paard draafde hij vaak door de bossen en hij bleef geregeld in het bos overnachten. Zijn vader, baron Frits Buwalda van Beetsterzwaag tot Dokkum, wilde dat Sietze rechten ging studeren, omdat dat de meeste kans op werk en voldoende inkomen opleverde. In Groningen werd al gauw duidelijk dat Sietze niets met rechten had en liever de interieurs en bezoekers van dranklokalen bewonderde. Hij ontpopte zich tot een dichter en zijn eerste gedichten werden met veel succes in Maatstaf geplaatst. De Revisor en Hollands Maandblad volgden. De Leeuwarder Courant wijdde een artikel aan hem, waardoor zijn vader argwaan kreeg. Frits belde met de universiteit om de resultaten van zijn zoon te checken en dat was een flinke domper. Tijdens een laatste ontmoeting tussen vader en zoon is het helemaal mis gegaan en heeft Frits zijn zoon onterfd, al mocht hij nog wel rekenen op een maandelijkse toelage voor noodzakelijk levensonderhoud. Zijn moeder, barones Wieteke, kocht een redelijke woning voor hem aan de Duivengracht in Kimswerd. Zijn moeder hield een oogje in het zeil en ze bracht hem vaak extra benodigdheden, inclusief een paar flessen wijn uit de wijnkelder van Slot Buwalda.

In het ons-kent-ons-dorp wordt Sietze met argusogen bekeken, omdat ze niet begrijpen waar hij mee bezig is. 'Hij zegt dat hij een dichter is!', vertelt een dorpsbewoner. 'Hij heeft het hoog in zijn bol!', zegt de andere dorpsbewoner. Ondertussen krijgt Sietze wel een contract bij uitgeverij Querido en is zijn debuutdichtbundel 'Graven naar oude gronden' een groot succes. Sietze koopt een nieuwe brommer, waar hij apetrots mee rond rijdt. In Harlingen is hij bij de Albert Heijn de grootste afnemer van de Liebfraumilch, waar hij dagelijks naartoe rijdt. Zijn achterkamer gebruikt hij als opslagplaats voor deze zoete lekkernij. 's Avonds zit hij vaak in Café Greate Pier of hij slentert in Harlingen van café naar café. In Harlingen ontmoet hij de vrolijke Hanna Joustra, die zegt dat ze in de lingeriezaak werkt, in het pand, waar ooit Simon Vestdijk woonde. Ze raken bevriend met elkaar en als blijkt, dat Hanna dakloos is en helemaal geen werk heeft, komt ze graag bij Sietze wonen. Sietze koopt ook een brommer voor haar en 's zomers maken ze lange brommertochten door het uitgestrekte, Friese landschap. Ze zwemmen naakt in de brede sloten en ze smullen in ieder stadje van een patatje met een kroket met mosterd. Een softijsje als toetje maakt hun geluk compleet. De dorpsbewoners van Kimswerd worden vanzelf blij als ze deze tortelduiven zien. Tijdens een avondwandeling zegt Sietze: 'Weet je, Hanna, mijn volgende dichtbundel gaat over Grutte Pier, wist je dat deze Laurentiuskerk er ook al in zijn tijd stond?, hij heeft er misschien ook wel eens tegenaan gezeten, zoals wij nu doen!'.

Tijdens een bijna eindeloze herfst raakte Hanna steeds meer in de war en werd haar medicatie tegen schizofrenie drastisch opgeschaald, waardoor ze zo dik als een opblaaspop, die op knappen staat, werd. Sietze probeerde haar zo goed als hij kon op te beuren en ze gingen vaak bij snackbars uit eten, maar ze glipte uit zijn vingers en op een kwade ochtend lag ze niet meer naast hem in zijn bed. Hij rookte aan één stuk door, totdat de Harlingse politie bij hem op de stoep stond en binnen vertelden ze hem, dat Hanna ladderzat met haar brommer in de Noorderhaven was gereden en dat ze pas vanochtend is ontdekt. Daarna gaat het snel bergafwaarts met Sietze en weigert hij nog gedichten te publiceren, omdat hij alle systemen wantrouwt en overal misdadig winstbejag in ziet. Hij verdooft zichzelf met zijn pakken Liebfraumilch, die hij overal mee naartoe sleept om er nooit verstoken van te zijn. Zijn uitgever komt meerdere keren langs om zijn manuscript over Grutte Pier af te troggelen, maar Sietze houdt voet bij stuk en iedere keer moet de uitgever rennen voor zijn leven, want Sietze dreigt hem de kop af te hakken. Overigens met een zelfgemaakt, houten zwaard.

Op een ochtend vinden enkele vroege vogels hem verslagen zittend tegen het standbeeld van Grutte Pier. Om hem heen liggen iets van tien lege pakken Liebfraumilch. Het licht is in zijn ogen gedoofd. De dorpsdokter constateert al gauw dat acute opname in het Franeker psychiatrische ziekenhuis noodzakelijk is. Hij wordt per ambulance afgevoerd en zijn zwaard weigert hij los te laten. Zijn uitgever vindt in zijn achtertuin de verbrande manuscripten van minstens drie dichtbundels. Sietze reageert nergens meer op en hij zit op de zwaarste afdeling. Zijn moeder herkent hij niet meer. Zijn uitgever evenmin. Hoewel, als die zijn rug naar hem toe keert om weg te lopen, prikt hij even met zijn houten zwaard in zijn onderrug. Een laatste stuiptrekking.

Schrijver: Joanan Rutgers, 21 februari 2016


Geplaatst in de categorie: psychologie

4.5 met 2 stemmen 188



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)