Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Maigret: De straatmoord op een Straatkrantverkoper

Commissaris Maigret stapt uit de trein, want hij is in Leeuwarden gearriveerd. Terwijl hij naar de binnenstad wandelt, kijkt hij geamuseerd naar het standbeeld 'Us Mem', wat een koe voorstelt. Hij gaat op een bank zitten om zijn pijp aan te steken. Het slachtoffer is een straatkrantverkoper, genaamd Pico Alta, die op zijn zestiende dakloos raakte en is gaan zwerven. Zijn ouders waren zwaar alcoholistisch en zelf raakte hij aan de heroïne verslaafd. Hij woonde jarenlang in een kraakpand in Sneek, terwijl hij met inbraken zijn heroïne bekostigde. Voor de buitenwereld deed hij alsof hij alleen in oud ijzer en tweedehands spullen handelde. Iedere dag fietste hij door Sneek en belde hij bij de mensen aan, of ze nog wat over hadden. Zijn kameraad zat altijd in zijn bakfiets, een bastaard zwerfhond, die hij Wroeter noemde. Op een dag is hij tijdens een inbraak door de politie gesnapt en vonden ze in een geheime ruimte in het kraakpand een groot deel van talloze inbraken. Na een jaar gevangenisstraf in Leeuwarden kreeg hij een goedkoop huurflatje en een minimum uitkering. De hulpverlening gaf hem een baantje als Straatkrantverkoper en zijn vaste stek was voor de glazen deuren van de Hema aan Nieuwestad. Omdat hij nog geen 23 was, verbaasden de mensen zich vaak, dat een mens al zo jong aan lager wal kan zijn geraakt. Het leverde wel vaak extra giften op.

Maigret loopt de Hema in en even later is hij in gesprek met de filiaalmanager Jenne Bogtstra, die niet veel meer over Pico weet te vertellen, dan dat hij vaak vervelende opmerkingen tegen de klanten maakte en zelfs vloekte, wanneer ze hem totaal negeerden. 'U mocht hem niet erg?', vraagt Maigret. 'Zo kun je het wel verwoorden, ja!', antwoordt Jenne met giftige oogjes achter zijn brilleglazen. De cassière Wiona Griepstra vertelt aan Maigret, dat Jenne vaak openlijk ruzie maakte met Pico, omdat hij vond dat Pico zijn klanten weg joeg. Pico wist heel scherp te chargeren, waardoor Jenne soms slagebaren maakte. 'Man, je barst van de broodnijd!', zei Pico eens. 'Als jij een brood zou zijn, dan zou ik je helemaal open snijden!', had Jenne keihard geantwoord. Het boterde absoluut niet tussen die twee kemphanen. Wanneer Jenne na sluitingstijd de deuren vergrendelde zei hij wel eens 'Zo, zit je daar nu nog, luie schooier met je stupide flutkrantjes, moet je niet snel wat drugs gaan scoren?'. 'En jij, moet je niet snel naar je protserige huis om je met whisky te bezatten?', antwoordde Pico dan. 'Zeker weten, en door mijn verrekijker kijken hoe jij onder een boom in de Prinsentuin gaat slapen!', bekte Jenne terug. 'Ik bekijk hoe ik het beste bij je in kan breken!', antwoordde Pico gevat. 'Ik zal de politie je locatie vast doorgeven!', chargeerde Jenne. 'Doe geen moeite, want die kennen mijn woon- en verblijfplaats allang!', zei Pico. 'Je onderverhuurt je flatje zeker tegen dubbeltarief?', vroeg Jenne. 'Nee, ik mis het contact met de natuur!', reageerde Pico picobello.

Het is donker, wanneer Maigret door de Oude Lombardsteeg schuifelt, waar Pico met diverse dolksteken in zijn buik is vermoord. Hij probeert er oude beelden op te vangen, gezichten te herkennen en bewegingen te bevatten. Op de exacte plek van de moord blijft hij lange tijd stil staan. 'Hé ouwe, op wildplassen staat een flinke boete!', schreeuwt een uitgelaten jongeling. In Café Mukkes aan de Grote Hoogstraat ontmoet hij Elf Donia, een vriendin van Pico, die ook straatkranten verkoopt. Zij vertelt hem, dat Pico al lange tijd een grote dreiging voelde, maar niet zozeer van Jenne, ook al lag dat wel erg voor de hand. Beide tegenpolen hadden in hun schermutselingen al meer dan genoeg strijdbaarheid verwerkt. Volgens Elf kwam het gevaar uit een onverwachtse hoek en is er wel een link met Jenne. Maigret betaalde enkele biertjes voor haar en daarna dook hij zijn hotelkamer in. De zondag daarop bezoekt hij het huis van Jenne aan de Noordersingel 66. Jenne is geschrokken en hoogst verbaasd. 'Kan ik mijn pijp aanlaten?', vraagt Maigret. 'Zeker, meneer de commissaris, ik ben zelf ook een roker!', antwoordt Jenne gastvrij. In de woonkamer ziet Maigret ineens een ingelijste portretfoto van de cassière Wiona. 'Wat is uw relatie met Wiona?', vraagt Maigret. 'We zijn sterk bevriend met elkaar!', zegt Jenne. 'Hoe sterk?', vraagt Maigret. 'We waren verloofd en we zouden gaan trouwen, maar na een mislukte vakantie op Kreta is de liefde verkild!', antwoordt Jenne. 'Ook bij haar?', vraagt Maigret. Jenne maakt een ik-weet-niet-gebaar.

Maigret vindt Wiona op de zesde verdieping van een flatgebouw, terwijl ze stomdronken is en apehigh. 'Waarom heb je die arme Pico vermoord, Wiona?', vraagt Maigret. 'Omdat die rotzak mijn allerliefste man Jenne zo zat te kloten en daardoor kreeg ik geen vat meer op Jenne, daarom, stomme rotdetective!', zegt Wiona. 'Waar is het moordwapen?', vraagt Maigret. 'Je zit erop, dombo!', zegt Wiona. Onder de stoelkussen ligt een vlijmscherp steakmes, die Maigret meteen in een plastic zakje stopt. Wiona krijgt twaalf jaar gevangenisstraf en na die tijd zal ze welhaast zeker als straatkrantverkoopster aan de slag moeten gaan.

Schrijver: Joanan Rutgers, 24 februari 2016


Geplaatst in de categorie: misdaad

4.0 met 5 stemmen 78



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)