Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

December trauma

Tot voor kort hadden zolders een nostalgische aantrekkingskracht op mij.
Stoffige relikwieën uit het verleden die herinneringen oproepen of van emotionele waarde zijn, hebben altijd mijn belangstelling gehad. Urenlang kon ik op de vliering rondstruinen totdat het kortgeleden mijn leven voorgoed veranderde.
Mijn aandacht werd getrokken door een grote kartonnen doos met de afbeelding van een Philips kleurentelevisie uit de tijd dat Swiebertje en de Fabeltjeskrant nog in zwart-wit werd uitgezonden. Stevig dichtgeplakt met duct tape en een paar keer omwikkeld met grof henneptouw. Zoiets vind ik dus zwaar verdacht.
Met mijn tong buiten boord snijd ik het grijze plakband en touw door met m’n padvindersmes. Geestdriftig trek ik de flappen omhoog om te zien wat er allemaal zo geheimzinnig en grondig verpakt moest worden.

Verschrikt schuif ik op mijn bips achteruit. Mijn pupillen vergroten zich alsof ik een liter Red Bull naar binnen heb geklokt en mijn maag begint op te spelen door heel spontaan overtollig zuur af te scheiden. Hier op deze zolder wordt een trauma gelanceerd dat zijn weerga niet kent en de rest van mijn leven zal achtervolgen.
Alle illusies worden met één grote klap de grond ingeboord en dat galmt zó lang na in mijn buis van Eustachius, dat ik even bang ben dat mijn trommelvliezen zullen scheuren.
Voor mij ontpopt zich het geheim dan mijn moeder al 25 jaar voor mij verborgen wist te houden.

Vijfentwintig jaar heb ik met een dikke strot van de zenuwen achter de voordeur gestaan en moeten kwelen dat hij binnen mocht komen met zijn negroïde gevolg. Vijfentwintig jaar heb ik mijn schoen bij de bloedhete kachel gezet met een volle doos De Ruijter suikerklontjes voor Amerigo.
In ruil voor deze weldaad kreeg ik een vrolijk gestrikte zak met spekkies of andere zoete lekkernijen en verleden jaar kreeg ik zelfs een pakje zware shag en een naaktkalender van Tatjana.
Op kantoor zeiden ze dat ik met deze vorm van ruilhandel blij mocht zijn dat mijn schoen er ’s morgens nog stond.
Ik knipper drie keer met mijn ogen maar het afgrijselijke beeld is niet van mijn netvlies te branden.
Het bewijs ligt er onmiskenbaar, gestreken en wel: de scharlakenrode kazuifel van Sint Nicolaas, netjes gedrapeerd naast zijn rode mijter met het gouden kruis. Uit een plastic zak van Blokker vis ik zijn zilverwitte baard en toupet alsof de Goedheiligman bij zijn laatste bezoek is gescalpeerd.
Langzaam begint het te dagen. Ik ben al die tijd gefopt. Vijfentwintig jaar heb ik bij hem op schoot gezeten en hop hop paardje gedaan.
Hadden die galopperende bewegingen misschien iets te maken met dat gouden kruis op zijn mijter of met zijn staf die hij altijd zo angstvallig vastgeklemd hield?
Is dat hip hop paardje soms ook de reden waarom de commissie Deetman in het leven is geroepen? De paus mag het weten.
Leunend uit het dakraam en starend over de daken en schoorstenen overpeins ik deze desillusionerende samenloop van omstandigheden. Eigenlijk is het ook een beetje te gek voor woorden om tegenwoordig nog met een stoomboot vanuit Spanje naar Nederland te reizen. Je hebt de TGV met aansluiting op de Thalys vanuit Parijs, luxe touringcars met airco, het stikt van de last minute vluchten van en naar Spanje en dan wil de buitenwereld mij wijsmaken dat er een bisschop met een rokende stoomboot naar Nederland komt.
En dan die jambische pentameters in dat stomme versje waarin de zak van een afgestudeerd theoloog wordt bezongen door onschuldige minderjarigen die met een rood-wit-blauw vlaggetje langs de kade staan.
Als componist/tekstschrijver riskeer je toch twee jaar cel?
Langzaam maar zeker en starend naar de maan die door de bomen zijn schijnsel uitstort, realiseer ik mij dat het allemaal grote onzin is. Als je er op deze manier en met gezond verstand over nadenkt, dan stapelt het bewijs zich op dat hier sprake is van een goed geconserveerde leugen.

Met twee treden tegelijk storm ik de trap af. Het corpus delicti stevig onder mijn oksel geklemd.
‘Weet u wat dit is, mam?’ vraag ik met overslaande stem en een opgeblazen snottebel.
Heel rustig legt ze de Libelle naast zich neer en kijkt vriendelijk over haar montuurloze Hema-brilletje.
Tot op het bot gekrenkt smijt ik de bisschoppelijke werkplunje op de grond.
‘Weet u wat dit is?’ herhaal ik met tranen in mijn ogen.
‘Mmm…ik denk het wel, lieverd. Heeft het soms met Sint Nicolaas te maken?’
‘Wis en waarachtig, mam. Sinterklaas bestaat niet, want zijn hele outfit lag in die Houdini ingepakte televisiedoos op zolder.
Oh, ja, en nog wat. Dat verhaal over die ooievaar geloof ik ook niet. Kinderen worden geboren en die boor zal ik ook wel vinden!’

Stampvoetend keer ik terug naar mijn kamer. Ik huil om het verlies van een kindervriend.

Schrijver: John de Wit, 12 juni 2016


Geplaatst in de categorie: sinterklaas

4.0 met 4 stemmen 246



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)