Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Spagaat

Mijn echtgenote en ik zijn vorige week teruggekeerd van een zonnige najaarsvacantie in Portugal. Een heerlijke onderbreking van het almaar grijzer en grauwer wordende najaarsweer hier. Terug in het goede vaderland waren wij echter zo snel gewend aan het oude dagelijkse ritme, dat wij na een dag of twee het liefst per direkt een vlucht naar de zon hadden geboekt. Maar met de feestdagen van december in het verschiet én de daarin besloten liggende sociale verplichtingen, is dat iets wat je niet doet. Dus halen wij de kerstversieringen uit de berging, hangen die op en schrijven en verzenden we braaf de Kerst- en Nieuwjaarskaarten. Het is zondag en voor de verandering begint de dag zoals een zondag volgens haar naam dient te beginnen: zonnig.
“Zullen we vanmiddag even langs de jachthaven gaan om te zien hoe de boot erbij ligt?” vraag ik tijdens het ontbijt aan mijn vrouw.
Die zit met een onbestendige blik op haar nog steeds redelijk bruine gelaat en met een kop koffie aan haar lippen, stil voor zich uit te staren.
“Is goed”, reageert die zonder te verblikken.
“Dan kan ik de vochtvreters controleren, de opvangbakjes leeggooien en als het nodig is, de korrels bijvullen”, vervolg ik.
“Ok”, klinkt het simpeltjes.
En met dat simpele ok is de zondagmiddag voor een redelijk deel gevuld. De nog ongevulde delen van de dag zullen waarschijnlijk worden gevuld met het afwerken van wat de Engelsen “household chores” noemen. Een woord dat door de vertaal-website op mijn computer niet wordt herkend, maar dat misschien het beste vertaald kan worden als huishoudelijke beslommeringen. Beslommeringen die, zéker in het verleden, meestal uitsluitend tot de werkzaamheden van moeder de vrouw werden gerekend, doch waaraan een hedendaagse man zich niet meer kan onttrekken. Dus draai ik de beddematrassen om, stofzuig ik het appartement en doe ik de andere dingen, die over het algemeen met ellebogenstoom gedaan moeten worden. Niets mis mee, want in de tijd dat ik bezig ben met het doen van mijn dingen, doet mijn vrouw meestal al die andere dingen die gedaan moeten worden.
“Zullen we na de boot ergens een hapje gaan eten?”, vraag ik mijn vrouw terwijl ik een kop koffie voor haar inschenk.
“Da’s goed”, klinkt het terug.
“Dan boek ik even een tafel”, besluit ik ons gesprekje en voeg aansluitend de daad bij het woord.
“Voor hoe laat wilt u een tafel?”, vraagt de stem aan de andere kant van de telefoonverbinding als ik vraag of ik een tafel voor twee kan reserveren.
“Rond vijf uur”, zeg ik.
“Staat erop”, klinkt het simpeltjes, “tot straks.”
“Tot straks”, herhaal ik en druk de stopknop van de telefoon in.
’s Middags rond de klok van vier uur, het begint al te schemeren en het ziet ernaar uit dat het gaat regenen, doet mijn vrouw het hek van het parkeerterrein aan de jachthaven open waarna ik aansluitend ons tuutje in één van de kolommen in de buurt van het clubhuis parkeer. Er staan nog vijf andere auto’s geparkeerd. Nadat ik de sleutelbos met de bootsleutels van mijn vrouw, die in de auto blijft zitten, heb gekregen, begeef ik mij naar onze steiger. De meeste boxen van onze steiger zijn leeg. In tegenstelling tot de boxen tegenover ons. Die liggen op een paar boxen na, vol met boten. Het dek en de romp van ons scheepje geven duidelijk aan wat volgend jaar als één van de eerste dingen zal moeten gebeuren: het verwijderen van de alg- en vuilplekken. Een zorg voor over een maand of vier / vijf bedenk ik me terwijl ik aan boord klauter. Ook de gangboorden zien er groenkleurig uit. Nadat ik het kajuitdeurtje heb open gedaan en naar binnen ben gegaan, controleer ik de vochtvreter op het aanrecht. Oeps!! Het opvangbakje is bijna tot de rand toe gevuld met water en moet nodig worden leeggemaakt. Ik gooi het bakje leeg op de kuipvloer. Van de vochtvreter in de achterkajuit blijkt het bakje ook redelijk vol te zijn. Nadat ik ook dat heb leeggegooid, vul ik de containertjes met vochtkorrels tot de rand zodat we daar voorlopig geen omkijken naar hebben. Terwijl ik aan het werk ben beweegt de boot door de straffe zuid-zuid-westen wind, zachtjes heen en weer aan haar afmeerlijnen en krijg ik even de neiging ontspannen te gaan zitten om van de rust in en om de boot te genieten. Maar dat gaat natuurlijk niet. Vrouwlief zit in de auto en om vijf uur worden we in het restaurant verwacht. Met een zekere tegenzin sta ik op, klop ik ons scheepje op het aanrecht en voeg haar “Tot ziens” toe, alsof het een levend wezen betreft. Als ik het trapje van de kajuit ben opgeklommen en in de kuip stap, glijdt mijn rechterbeen door het water dat ik op de kuipvloer heb gegooid ongecontroleerd onder mij uit en maak ik een, voor een man van mijn leeftijd, ongebruikelijk groot spagaat waaruit ik me met de nodige moeite omhoog wurm. En wat doe je in zo’n geval als eerste? Precies, je kijkt snel rond of er toevallig niet iemand getuige was van die belachelijke spreidzit. Maar gelukkig is er niemand te zien. Deurtje in de kajuitopening. Deurtje op slot. Van boord. Steiger af. Terug naar de tuut. De tuut in. Als ik zit vraagt mijn vrouw me of alles in orde was. Ik antwoord, dat de vochtvreters bijna vol waren en nodig moesten worden leeggemaakt, maar dat voor de rest alles in orde was. Een leugentje om bestwil, want er was natuurlijk nog dat belachelijke spagaat. Maar … dat hoeft zij niet te weten.

Schrijver: hans uil, 30 augustus 2016


Geplaatst in de categorie: hobby

3.4 met 5 stemmen 234



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)