Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De dageraad: uitzwaaien met een gloed

Een klap klonk als een echo tussen drie flats wat zorgde dat een zwerm vogels uit een treurwilg vloog. Vanaf de galerij zag ik de V vorm als een silhouet de rode gloed van de ochtend in gaan.
Ik boog me over de reling van de galerij en zag een oceaan blauwe Fiat 500. Noa had één hand aan het stuur en verliet langzaam het parkeerterrein. Ze hing met haar bovenlichaam uit het raampje en zwaaide uitbundig.
Ik liep met een glimlach naar binnen met in mijn gedachte haar laatste zin. “Nog maar drie nachten slapen tot we elkaar zien”, zei ze zacht in mijn oor toen we in de deuropening stonden. Daarna voelde ik haar warme uitademing langzaam van mijn oor naar mijn wang. Haar zachte lippen raakte mijn huid wat als een tinteling door mijn lichaam ging.
De volgende ochtend scheen een oranje gloed in mijn gezicht. Ik keek apathisch met ongeloof naar het raam. Op mijn schoot lag de ochtendkrant opengeslagen met een foto van een oceaan blauwe Fiat 500 ondersteboven in het water. Ik werd omvangen door kilte. Ik sloot mijn ogen om de werkelijkheid niet te zien en dacht aan onze eerste ontmoeting.

In de supermarkt ging ik regelrecht naar de slaolie wat ik bovenaan mijn boodschappenlijst had geschreven. Plotseling riep achter mij een bekende: ”ja, haal jij maar je zak favoriete snoepjes”.
Ik draaide mij om en keek naar een gezicht waar ik tijdens de opleiding voor horeca verliefd op was. Tiffany keek met een argwaande blik opzij en riep toen uitgelaten: “héeee! Dat is langgeleden.”
Ik reageerde: “Ja, zo’n acht jaar”. Enthousiast sprak ik verder: “heb je nu al jouw eigen hotel waar je tijdens de opleiding over sprak?”
“Jeetje! Dat je dat nog weet”, zei ze verbaasd.
Met haar handpalm gaf ze zijig een klap op mijn schouder en vertelde: “ Nee Joh! Na onze diplomering ben ik de opleiding voor stewardess gaan volgen. Het ongebonden gevoel en vrijheid sprak mij aan. Tijdens een vlucht naar Rome ontmoette ik mijn vriend. We zijn niet getrouwd! Want die officiële verbinding zegt ons niets. Wij weten heel goed wat wij voor elkaar voelen. We een dochter van vijf jaar”.
“En jij?” , stootte ze mij weer met haar handpalm op mijn schouder. Ik fronste mijn wenkbrauwen en keek met een vragende blik.
“Ben jij al gezeteld?”, vroeg ze terwijl ik keek in blauwe ogen die glinsterden als een sterrenhemel. Dat was een moment dat ik jaloers werd op haar vriend.
“Nee!”, antwoordde ik met een lacherige toon. Met een gebalde vuist stootte ik zachtjes tegen haar schouder en zei: “Jij sloeg toentertijd mijn aanbod af om ergens iets te gaan eten”.
“Hahaha”, galmde door het gangpad in de supermarkt. Met een glimlach zei Tiffany: ”jeetje! Wij samen zou niets zijn geworden. Want je was een romanticus. Je schreef mooie gedichten. Maar ik zag mij niet klef hand in hand langs de kustlijn bij zonsondergang lopen. Oh Nee! Niets voor mij”.
Ik reageerde met een neerbuigende toon: “En dan kies je een Italiaan als vriend?!”
“Jaaaa”, zei ze met een knipoog, en maakte een gebaar met een gebalde vuist.
Om snel van onderwerp te veranderen vroeg ze: “schrijf je nog steeds gedichten?”

Plots voelde ik een stoot in mij rug. Ik draaide mij om en keek in hypnotiserende bruine ogen. De kleur van het haar was kastanje bruin en het kapsel was in een boblijn. Het zag er verwilderd uit.
De dame keek geschrokken. “Neem mij niet kwalijk”, verontschuldigde ze met een schorre stem en schraapte haar keel. Hierna klonk haar stem normaal en zei: “ik raakte uit balans om de pastasaus te pakken”.
Ik glimlachte en zei op een rustige toon: “Ik schok ook van de por in mijn rug. Maar! Heb je alles? Of kan ik nog iets voor je pakken?”
Verlegen draaide ze haar hoofd naar beneden. Met een glimlach zei ik: “ik bijt niet hoor! Een boze wolf bestaat alleen in sprookjes”.
Ze draaide langzaam haar hoofd terug en hield haar hoofd schuin en zei cynisch: “nou! Hier heb je mijn boodschappenlijst, dan kan je de rest van mijn boodschappen pakken”.
Met een overrompeling op mijn gezicht zei ik: “Scherp!” Ik lachte en snifte de verbazing van mijn gezicht. Ad rem reageerde ik: “oh! Ben jij zo’n type? Je geeft ze één vinger en neemt dan je hele hand”.
“Je biedt het mij aan?!”, riep ze met grote ogen en haar armen wijd.
“Nou ja! Aanbod?!”, zei ik verwonderd. “Je mag het meer zien als menselijk fatsoen”, voegde ik aan mijn zin toe.
Ze snauwde: “Ik ben geen slachtoffer hoor! Ik kan mij zelf redden!” En ze liep weg. Ik fronste mijn wenkbrauwen en keek hoe ze parmantig wegliep.
Plotseling draaide ze zich om met een lach en zei sarcastisch: “ben ik nu te grof?”
Met een glimlach reageerde ik op een zijige toon: “nou, een beetje grof is niet erg?! Het kan zelf prettig zijn” .
Een schatter lach klonk door het gangpad en ze riep: “Oh ben jij zo’n type?”

Schrijver: Alexander v/d Zande, 14 januari 2017


Geplaatst in de categorie: liefde

3.3 met 3 stemmen 61



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)