Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

DE VLAG

Bovenop de hoge, rotsachtige bergtop stond een stevige hut. Het dak werd gesierd door een mooie vlag: een rode doek met twee gele en twee zwarte driehoeken erop.
Zelfbewust toonde de vlag zijn kleuren in het felle zonlicht. Daarbij keek hij nadenkend naar de nog hogere sneeuwtoppen, die zijn woonplek omgaven:
"Die witte spitsen staan ver van mij af, ook al lijken ze dichtbij te zijn. Door heel hard te gaan wapperen zou ik ze misschien hierheen kunnen wenken. Als het eens geweldig stormde, kon ik me van mijn stok los maken. Dan zou ik met de wind naar al die sneeuw toe zweven. Wat is daar allemaal te ontdekken?
Heel ver beneden me zie ik een nietig dal, waar een smal watertje doorheen kronkelt. Ach, daar hoef ik niet naar te kijken."
De avontuurlijke wandelaars die in de berghut overnachtten, hadden stoere gesprekken met elkaar. Het ging over rotsen beklimmen om daarna allerlei dieren te besluipen en gade te slaan. Hun woorden zetten de vlag steeds meer tot peinzen aan. Hieruit leken de volgende gebeurtenissen wel uit voort te komen.

Een verschrikkelijke storm barstte los. In de angstwekkende nacht bulderden keiharde donderslagen. De wanden van de berghut trilden. Een reusachtige bliksemstraal trof het dak, dat meteen ging branden.
De weinige mensen die in de hut zaten, vluchtten naar buiten. Net op tijd! Het vlammende dak viel in elkaar.
"Neem de vlag mee!" schreeuwde iemand.
Als door een wonder kon de vlag ongedeerd tussen de vlammen vandaan gehaald worden. Een droge grot bood de gevluchte mensen een gelukkige schuilplaats. Veilig rusten, beschermd tegen het noodweer.
De eerste stralen van de morgenzon drongen de grot binnen. Tijd om te vertrekken. De vlag werd meegenomen naar het diepe dal. Daar werd hij in de grond van een huistuintje geplant.
"Ik mocht op het dak van de mooie berghut prijken," dacht hij verbitterd. "Nu sta ik hier in de grond, en in een diep dal. Ik kijk tegen de bergen op, die op me af lijken te komen om mij te klemmen. Eigenlijk kon ik beter maar helemaal in de grond wegzinken."

Enkele dagen later werd de vlag in een heel lange en smalle doos van karton gelegd.
In zijn duister en nauw verblijf voelde hij dat het met gehobbel voortging. Hoe ging het daarna? Dat is altijd een vraag gebleven. Even later ging het heel rustig en langzaam, steeds rechtdoor. Veel later klonk er een klotsend geluid bij een lichte deining. Tenslotte was het snel stijgen, dalen, stijgen en weer dalen, af en toe met schokkende bewegingen. Niemand weet hoe lang dit alles duurde.

De vlag kwam echter weer op het dak van een huis terecht. Ontevreden keek hij uit over een golvend heuvellandschap.
"Waarom ben ik weg uit mijn hoge bergen? Die ronde, groene ruggen... Wat heb ik daar aan?"
's Avonds kwamen er mensen in dat huis op bezoek. De bewoners en hun gasten bespraken heel wat met elkaar. Enige klanken van het uitgebreide gesprek drongen door het dak heen, tot bij de vlag.
Die nacht regende het; soezend hing de vlag slap neer. Maar de nieuwe dag bracht verandering. Bij het ochtendgloren droogde de vlag snel, en wapperde opgewekt onder de opgaande zon.
De zoele wind vernieuwde heel zijn denken. Het menselijke gesprek van de vorige avond had daar allicht iets mee van doen.
"Wat krijgen de heuvels een prachtige, jonge glans. Ja, een late regenboog beurt hen op, brengt een schitterend licht- en schaduwspel over hen heen. Die heuvels hebben een heel eigen taal. Met elkaar zijn ze een ruime zee met heel grote geelgroene golven, die het oneindige zoeken.
Ja, ik wapper aan een hoge zee zonder storm! Vreedzaam en verstild welft die heerlijke wijdte om steeds ander aanzien te krijgen."

Schrijver: Han Messie, 28 september 2017


Geplaatst in de categorie: filosofie

3.0 met 1 stemmen 82



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)