Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Ja maar

Bent u iemand van “nog gelukkig dat” of van “ja maar”?
Het prototype van het laatste slag mensen is mijn moeder. Een paar jaar geleden zitten zij en ik tijdens een herfstvakantie te genieten van een schilderachtig pleintje op het Griekse eiland Korfoe. Ik probeer ons welbehagen reliëf te geven door op te merken dat men in het vaderland nu waarschijnlijk wordt geteisterd door wind en regen. “Ja maar,” merkt mijn moeder op, “het bankje is wel hard.”
Als ze bij Blokker de volmaakte emmer aantreft, stelt ze de aankoop steevast uit met een “Ja maar misschien heeft de HEMA nog andere.” (en omgekeerd, bij de HEMA is Blokker het alibi om niet te kiezen). Mijn moeder kan mensen tot wanhoop drijven door haar zwartgalligheid. Een paar jaar na de dood van mijn vader vierden we voor het eerst weer eens haar verjaardag groots en wel met een etentje in een Van-der-Valk-restaurant. Kinderen en kleinkinderen omringden haar met familiale warmte. Bij het afscheid zei de oudste kleindochter: “Dat was gezellig, hè oma?” De reactie van mijn moeder: “Ja maar, kind, je moet niet denken dat ik gelukkig ben.”

De ja-maarders kom je overal tegen. Bij een werkbespreking zijn het degenen die met een fijn lachje alle risico’s en formele bezwaren ‘even’ op een rijtje zetten, zogenaamd omdat zij de correctheid van de procedures bewaken.
Lang heb ik gevreesd ook zo’n izegrim te zijn – geen wonder met die erfelijke achtergrond. Langzaamaan begin ik te geloven dat ik toch tot het slag mensen behoor die met een “nog gelukkig dat” op ellende reageren. Als de regen met bakken uit de hemel komt, zegen ik de omstandigheid dat ik mijn regenpak bij me heb. Met een Bulgaarse collega reis ik naar Plovdiv om daar de antieke resten te zien. Om onduidelijke redenen zijn alle musea dicht. Ergerlijk natuurlijk, maar van de nood maken we een deugd door wat door de stad te gaan zwerven. Zo belanden we in een kerk met muurschilderingen van kostelijke naïeve vroomheid. Dat is nu een voorbeeld van een geluk bij een ongeluk.

Pech of pijn moeten niet worden verdoezeld of op domineesmanier een hogere zin krijgen. Ik moet niets hebben van de loze levensblijheid à la Toon Hermans, die zich kon verheugen dat zijn neus van voren zat en niet opzij. Zwarigheden en lijden mogen niet worden ontkend, maar ze worden in de juiste verhouding geplaatst door een “nog een geluk dat”.

Problemen op de werkplek verliezen hun betekenis als ik me de snuitjes van mijn kleinkinderen voor de geest haal. De laatste maanden put ik veel levenskracht uit een vriendschap met een zwaar gehandicapte jonge vrouw. De column die ik over deze Veroni onder de titel ‘De dokter, het meisje en de dood’ schreef, heeft geleid tot haar optreden in het indrukwekkende televisieprogramma ‘Een pil om te sterven’. Daarin kwam zij op voor het recht medische hulp te krijgen bij levensbeëindiging te krijgen als het bestaan haar onverdraaglijk zou worden. Niet dat ze een spoedige dood wenst. Integendeel: ze wil de zekerheid van een goede dood om nu met volle teugen van het leven te kunnen genieten binnen de beperkingen die het lichaam haar oplegt. Met bed en al gaat ze naar een popconcert. Het is niet zo dat ik bij tegenslagen mijn lot gelukkig prijs in vergelijking met het hare. Zij is voor mij een voorbeeld hoe je in een geschonden bestaan toch volledig mens kunt zijn.
Als ik een keer in de put zit, denk ik tegenwoordig: “Ja maar er is nog Veroni.”

Schrijver: Anton van Hooff
Inzender: JM, 20 november 2001


Geplaatst in de categorie: psychologie

2.0 met 22 stemmen 2.007



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
sonja
Datum:
21 november 2001
Email:
sonnekehotmail.com
Verwerking van "Zwarigheden en lijden" zal geen resultaat hebben door te denken: "wat een geluk, dat ..."
Aansluitend op Janna ben ik geneigd te zeggen: "Nee, dank u, mijn glas is nog helemaal vol; er kan helaas niets meer bij".

Verdriet mag niet gekleineerd worden in vergelijking met dat van anderen,
Vreugde dient genoten te worden en niet geminimaliseerd tot een: ja, maar.........
Naam:
Janna
Datum:
21 november 2001
Email:
jeannyhennemannhotmail.com
Als ik dit vermakelijke maar toch met een ondertoon beladen verhaal lees, ben ik blij
dat ik iemand ben die zegt: nee dank u mijn glas is nog half vol!!!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)